samenvatting over de genoemde hoofdstukken.
over tijdvakken (deels) 5, 6, 7, en (deels) 8. aan de hand van de oude kenmerkende aspecten, maar niet gelimiteerd tot. begrippen zijn dikgedrukt voor het gemak. begrijpelijk uitgelegd, alle jaartallen die je over het algemeen moet weten worden genoemd.
hoofdstuk zes
paragraaf 6.1
In de zestiende eeuw waren er op veel plekken in Europa spanningen over het geloof die
verworven waren met centralisatie.
Frankrijk
In Frankrijk had in de zestiende en zeventiende eeuw het calvinisme voet aan land gekregen
in het zuiden en het westen. Toen de Franse adel verdeeld raakte in katholiek versus
calvinistisch/hugenoten probeerde beide partijen de koning voor zich te winnen, terwijl ze ook
zijn macht niet te groot wilden laten worden. Pas in 1598 werd het weer rustig, toen er
vrijheid van godsdienst kwam voor calvinisten.
Duitse rijk
In Duitsland was de macht verdeeld, en kwamen de vorsten in conflict met de katholieke
keizer Karel V: er ontstonden oorlogen. In 1555 werd er besloten dat vorsten hun eigen
godsdienst mochten kiezen – het volk zou hen volgen – en de macht van de koning werd
ingeperkt.
In 1618 kwam het Duitse Rijk terecht in de Dertienjarige Oorlog, waarin er weer gestreden
werd om de godsdienst, en om de keizerlijke macht over het rijk. Katholieke keizers wilden
hun macht blijven vergroten en protestanten – maar ook katholieken – vochten hiertegen. Pas
in 1648 werd de Vrede van Westfalen gesloten: Duitse vorsten kregen weer wat macht en
mochten zelf kiezen welke godsdienst ze beoefenden. Als het volk een andere religie wilde
dan hun vorst aanhield, mochten ze dat ergens anders doen.
Europese staten vs. Ottomaanse rijk
Europa bleef na haar eigen interne godsdienstconflicten is strijd met het islamitische
Ottomaanse Rijk. Nadat christelijk Spanje in 1492 het laatste moslimrijk had verslagen,
wilden ze de Reconquista uitbreiden naar Noord-Afrika, maar daar was het Ottomaanse Rijk.
Zij beheersten in de zestiende eeuw heel Noord-Afrika.
Katholieke leiders in Europa voelden zich bedreigd door zowel de Reformatie als de
islam en gingen met elkaar samenwerken om tegen de Ottomanen te strijden. Het lukte niet
om ze te overwinnen, omdat Spanje bijvoorbeeld tegen 1) Frankrijk, 2) Engeland, 3)
Nederlandse opstandelingen, en 4) de Turken moest vechten. Na 1683 lukte het de Ottomanen
niet meer om Europees grondgebied te veroveren.
Nederland in opstand
In Nederland was er ook kritiek op de rooms-katholieke kerk. Nederland was onder leiding
van Spaanse katholieke heersers Karel V en Filips II: ketterij was majesteitsschennis en er
kon toch zeker maar een godsdienst in een Rijk bestaan. Om de centralisatie in stand te
houden gaf de Spaanse koning steeds meer macht aan niet lokale adel, waardoor de
Nederlandse adel zich beroofd van macht voelde. Er was echter meer spanning want om
belasting te heffen had Spanje toestemming nodig van de Nederlandse adel. Nederlanders
, vonden daarnaast de doodstraffen van ketters verschrikkelijk; zo ook Willem van Oranje, die
een compromis wilde sluiten met de Spaanse vorst over godsdienstvrijheid en meer vrijheid in
het bestuur.
Het compromis werd afgeslagen en de Nederlandse Opstand begon in 1566 met de
Beeldenstorm. Vanaf 1568 was Nederland in een oorlog met Spanje die tachtig jaar ging
duren. Het gevolg hiervan was dat Nederland gesplitst werd in de Noordelijke en Zuidelijke
Nederlanden: het zuiden bleef katholiek en trouw aan Spanje, het noorden voegde zich samen
in de Unie van Utrecht in 1579. Met het opstellen van het Plakkaat van Verlatinghe in 1581
was de breuk tussen Spanje en Nederland compleet. In 1648 sloot de Republiek pas vrede met
Spanje in de Vrede van Münster.
Alleen in Nederland was de uitkomst van de godsdienstoorlog dat er een staat zonder
vorst ontstond. De Nederlandse Republiek was uniek.
paragraaf 6.2
Een land zonder vorst
Nadat de zeven gewesten in 1581 Filips II hadden afgezworen, geen nieuwe leider konden
vinden en dus een Republiek werden, kwam de soevereiniteit van het land te liggen bij de
Gewestelijke Staten, en niet bij één persoon. De Gewestelijke Staten waren de besturen van
de afzonderlijk staten, die allemaal hun eigen privileges en politieke bevoegdheden behielden.
Eigen zaken werden afgehandeld in de vergadering van Gewestelijke Staten; de Staten-
vergadering.
Bestuurlijke structuur
De vertegenwoordigers van de gewesten kwamen samen in de Staten-Generaal, en overlegden
daar over buitenlandse politiek, defensie, bepaalde belastingen, en conflicten tussen de
gewesten onderling. Samen bestuurden zij ook de Generaliteitslanden (being Brabant, delen
van Limburg, en een deel van Vlaanderen).
Holland had feitelijk de meeste macht: ze waren het grootst en haalden het meest
belasting binnen. De steden hadden het meest invloed hier en de regenten (stedelijke elite van
kooplieden en handelaren) regeerden.
Verschillen met andere landen
In Frankrijk slaagde de centralisatie wel; Franse koningen trokken macht naar zich toe en
maakten de adel van hen afhankelijk.
In Engeland moest de koning toestemming krijgen van het parlement als het ging over
beslissingen.
Stadhouder en raadspensionaris
Om te kunnen regeren moest men veel vrienden en goede zakelijke relaties met rijke families
hebben. Er waren twee machtsfuncties:
Als raadspensionaris was je rechtsgeleerde die de Staten bijstond in alle
werkzaamheden. Je had vaak de steun van de regentenklasse.
Als stadhouder was je in dienst van een of enkele gewesten. Je belangrijkste taak was
het aanvoeren van de legers. Je had vaak de steun van het volk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller catoooH. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.