1. Welk type gezin wil geen bemoeienis van de hulpverleners?
a- Orde-op-zaken model
b- Vinger-aan-de-pols model
c- Refresh-model
2. Wat is de aanpak voor het-orde-op- zaken model?
A- Leren toegang krijgen tot voorzieningen
B- casemanager die langsgaat of het probleem zich verder ontwikkeld
C- nazorg van bekende hulpverlener
3. Uit welke 3 dingen bestaat een goede kwaliteit van relatie?
a- Emotionele hulp, overeenstemmingen over hulp en doelen en taken die uitgevoerd
worden binnen gezin.
b- Cognitieve hulp, overeenstemmingen over hulp en doelen en taken die uitgevoerd
worden binnen gezin.
c- Emotionele hulp, overeenstemming over de samenwerking met relatie en taken
die uitgevoerd worden binnen het gezin.
4. Wat is draaglijke caseload?
a- veel casussen hebben, weinig tijd hebben hiervoor
b- De tijd dat je een casus meeneemt
c- Niet te veel casussen hebben, voldoende tijd hebben
5. Wat is gezamenlijke doelperceptie?
a- Individueel werken aan een doel
b- Ouders die met professionals aan een doel samenwerken
c- Gezinsleden waarin ze een gezamenlijk doel ervaren en samenwerken samen
6. Wat voor type gezin is een gezin met een groot probleem, die oplosbaar
is?
a- Goede bekenden
b- Overweldigden
c- Onzichtbaren
d- Urgenten
7. Welke van de volgende systeemniveaus omvat professionals die samen
als een team werken om complexe gezinsproblemen aan te pakken?
a- Gezinsniveau
b- Hulpverleningsniveau
c- Teamniveau
d- Organisatieniveau
8. wat zijn de vier niveaus van relationele werkelijkheid?
a- Feit, psychologie, interactie en narratief
b- Legaten, Delegaten, Loyaliteit en Onrecht
c- Feit, basisbehoeften, interactie, en relationele ethiek
d- Feit, psychologie, interactie en relationele ethiek
9. Wat is waar?
a- Je bent als kind altijd loyaal naar de biologische ouder
b- Je bent als kind altijd loyaal naar de stiefverzorger
c- Alle antwoorden zijn juist
, 10. Wat is een voorbeeld van parentificatie?
a- Wanneer ouders verantwoordelijkheden aan de kinderen overdragen
b- Wanneer ouders zich niet om hun kinderen bekommeren
c- Wanneer een kind de rol van ouder op zich neemt
d- Wanneer een gezin naar therapie gaat
11. Wat is een belangrijk aspect van de sociale reproductie?
a- De onderwijzen van kinderen
b- De overdracht van ouderlijk positie op sociaal, economisch of cultureel niveau als
het gaat om problematiek
c- Het verminderen van criminaliteit
d- Het ontwikkelen van vaardigheden
12. Wat is een belangrijke factor voor het succes van interventie gericht op
gezinnen met problematiek?
a- Snel implementeren van maatregelen
b- Negeren van de ouders hun wensen
c- Alleen de focus zetten bij het kind
d- Erkenning geven aan de ouders
13. Welke vier domeinen zijn betrokken bij intergenerationele problematiek?
a- Justitie, zorg, onderwijs, en sociale zaken
b- Onderwijs, zorg , woningbouw en justitie
c- Justitie, onderwijs, gezondheidszorg en jeugdzorg
d- Justitie, zorg, woningbouw en sociale zaken
14. Van welke loyaliteit spreken we in de volgende samenstelling?
Getrouwde man- stiefverzorger relatie
a. Existentiële loyaliteit
b. Horizontale loyaliteit
c. Verticale loyaliteit
d. Verworven loyaliteit
15. Bij adolescenten, welke dynamiek kan er ontstaan tussen verticale en
horizontale loyaliteit?
a. Er kan een conflict ontstaan, waarbij adolescenten vaak kiezen voor horizontale
loyaliteit
b. Er kan een conflict ontstaan, waarbij adolescenten vaak kiezen voor verticale
loyaliteit
c. Loyaliteit speelt geen rol in adolescentenrelaties
16. wat betekent ‘meerzijdige partijdigheid’ in de contextuele benadering?
a. Het kiezen van een kant in een conflict
b. Erkennen van de belangen van één cliënt
c. Begrip hebben voor alle betrokkenen in context van de client
d. Negeren van de context van de betrokken cliënten
17. Waarom is het belangrijk dat een hulpverlener zich bewust is van
existentiële loyaliteit?
a- Omdat negatief spreken over de ouders schadelijk kan zijn voor de cliënt
b- Om de cliënt te laten zien dat ze vooral gefocust zijn op de ouders
c- Om de relatie tussen de cliënt en hulpverlener te versterken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller boumamarrit. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.