WERKING VAN HET OOG
BEELDVORMING IN HET OOG
• Lichtbreking gebeurt wanneer het licht de overgang maakt tussen twee doorzichtige
middenstoffen met een andere dichtheid, waardoor het licht van richting kan veranderen:
lucht > hoornvlies > oogvocht > ooglens > glasachtig lichaam
• De bolle ooglens kan de lichtbreking bijsturen, in het oog door te vormen. Centraal op het
netvlies wordt een scherp, omgekeerd en verkleind beeld gevormd.
ACCOMMODATIE VAN DE OOGLENS
• Om voorwerpen dichtbij en veraf scherp te zien, moet de ooglens accommoderen. Hierbij
verandert de ooglens van vorm en dus ook de lichtbreking, zodat het scherpe beeld precies
op het netvlies valt.
• De ooglens hangt via lensbandjes vast aan het straallichaam (accommodatiespier).
• Scherpstellen dichtbij: straallichaam trekt samen > de ooglens wordt boller
• Scherpstellen veraf: straallichaam ontspant > de ooglens wordt platter
• Het nabijheidspunt is de kleinste afstand waarop je een voorwerp van dichtbij nog scherp
kunt zien. De ooglens heeft dan haar meest bolle vorm. Hoe ouder, hoe verder het
nabijheidspunt.
FOTORECEPTOREN IN HET NETVLIES VANGEN LICHTPRIKKELS OP
• Valt het licht in op het netvlies (retina), dan doorkruist het drie weefsel:
• Zenuwcellen > fotoreceptoren > pigmentcellen.
• Pigmentcellen zorgen voor herstel van het pigment in de fotoreceptoren en voorkomen
reflectie door het licht te absorberen
• De fotoreceptoren vangen lichtprikkels op en zetten ze om in zenuwimpulsen:
• STAAFJES werken bij weinig licht > vormen grijstinten
• KEGELTJES (blauw – groen – rood) werken bij veel licht > scherpe vormen in kleur.
• Op het netvlies zijn twee vlekken te onderscheiden:
• GELE VLEK (macula) met vooral kegeltjes > scherp gedetailleerd beeld in kleur.
• BLINDE VLEK zonder fotoreceptoren, omdat de oogzenuw hier vertrekt > geen beeld.
• NAWERKING is de tijd die nodig is om nieuw pigment aan te maken in de fotoreceptoren.
• Bij negatieve nabeelden verschijnt er tijdelijk de complementaire kleur
• Bij positieve nabeelden lijken de beelden met elkaar verbonden te zijn, zoals in een film.
BEELDVERWERKING IN DE HERSENEN
• Het opwarmen van lichtprikkels doe je met je ogen; het zien en dus het verwerken van
beelden doe je met je hersenen.
• De hersenen brengen de beelden vanuit je linker- en rechteroog samen tot één beeld.
Binoculair zien (kijken met twee ogen) zorgt bovendien voor dieptezicht en een groter
gezichtsveld.
• Optische illusie (gezichtsbedrog) is iets wat het oog waarneemt, maar door de hersenen
anders geïnterpreteerd wordt.
• Een 3D film is een technische toepassing die inspeelt op het binoculair zicht en het
samenvoegen van beelden in de hersenen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kyarawoestenborghs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.28. You're not tied to anything after your purchase.