Recht van de Europese Unie stappenplan
Geen minpunten worden gegeven.
Niet toepasselijkheid noemen (rechtstreekse werking etc.) als toepassing al wordt gegeven.
Harmonisatiewet in de casus?
Beargumenteren aan de kant van wat gevraagd wordt (alle voordelen).
1. Wat is het goed (tastbaar/stoffelijk, niet op waarde letten)?
2. Is er sprake van een grensoverschrijdend element (reikwijdte) (2 lidstaten)?
a. Geen interne situaties.
3. Is er rechtstreekse werking (inroepbaar)?
a. Verticaal: voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk (arrest noemen, bijvoorbeeld
Schmidberger + Van Gend en Loos).
NON TARRIFAIR (art. 34 VWEU):
4. Is er sprake van een kwantitatieve beperking (hoeveelheid importeren)?
5. Is er sprake van een MGW (Dassonville: maatregelen die de intracommunautaire handel
al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel belemmeren):
a. Directe of indirecte (Gourmet International) discriminatie of zonder onderscheid?
b. Producteis (product veranderen): altijd MGW ook zonder onderscheid
(Familiapress).
c. Verkoopmodaliteit (wijze verkopen product – dus niet product zelf veranderen)
als er voldaan is aan Keck-mitsen, dan verkoopmodaliteit maar geen MGW:
i. Verkoopmodaliteit moet van toepassing zijn op alle deelnemers.
ii. Verkoopmodaliteit discrimineert niet t.a.v. ingevoerde producten (direct
en indirect (Gourmet International: alcoholreclameverbod)).
d. Belemmering markttoegang (Italiaanse aanhangwagens).
e. Minimumprijs (Scotch Whisky Association).
f. Nationale bepaling te indirect gericht is geen MGW (Krantz).
g. Fundamentele vrijheden/rechten (Schmidberger)
6. Rechtvaardiging:
a. Art. 36 VWEU (Conegate: openbare zedelijkheid).
b. Cassis: dwingende redenen van algemeen belang (geen directe discriminatie).
c. Geen schending fundamentele vrijheden (Schmidberger/Familiapress).
7. Evenredigheid (Italiaanse aanhangwagens).
Bewijslast bij lidstaat.
a. Geschiktheid: gekozen maatregel geschikt om doel te bereiken?
b. Noodzakelijkheid: zijn er minder ingrijpende maatregelen mogelijk om doel te
bereiken (Scotch Whisky Association)?
c. Evenredigheid stricto sensu (belangenafweging): onevenredige gevolgen. Alleen
bij geschonden fundamentele rechten.
TARRIFAIR (art. 30 jo. 110 VWEU):
“Meer informatie nodig om te kunnen oordelen”.
,STAP 1 T/M 3 HIERVOOR
1. Discriminerende belastingen (alinea 1):
o Humblot (indirecte discriminatie): verschil in PK’s - meer impact op buitenlandse
auto’s dan binnenlandse auto’s (niet gerechtvaardigd worden i.c.).
o Outoukoumpou (direct discriminatie): meer belasting op elektriciteit
buitenlandse producenten of enkel uitkeringen op nationale producenten.
2. Protectionistische belastingen (alinea 2):
o Niet gelijksoortige producten, maar wel concurreren. Kijken naar:
Productkarakteristieken en productieprocessen.
Consumentenvoorkeuren.
o Commissie t. VK: bier en wijn niet gelijksoortig, maar wel concurreren. Belasting
op wijn hoger en dus beschermende werking bierproducenten.
3. Objectieve rechtvaardiging mogelijk? Outoukumpou: vergelijkbaar met cassis (niet-
economische doelen van algemeen belang – geen discriminatie). NOOIT eigenlijk.
Vrij verkeer van diensten (art. 56 VWEU):
Harmonisatiewet in de casus?
1. Is er sprake van een dienst? Art. 57 VWEU: restcategorie.
a. Een dienst, oftewel een bepaalde (niet stoffelijke) prestatie.
b. Gewoonlijk tegen vergoeding.
c. Tijdelijke duur (Gebhard: anders vestiging).
d. Luis en Carbone (verschil kapitaal).
e. Bijzondere diensten:
i. Josemans (ingezetenencriterium in strijd met vrij verkeer van diensten
door verkoop eten/drinken niet door drugs).
ii. Santa Casa (verbod op gokdienst uit andere lidstaat niet in strijd met vrij
verkeer van diensten o.g.v. veiligheid burgers).
iii. Geraets-Smots en Peerbooms (alleen medische hulp verzekeren in eigen
lidstaat is niet in strijd met vrij verkeer van diensten o.g.v. financiële
redenen).
iv. Grogan: abortus = dienst (net als bijvoorbeeld euthanasie).
2. Is er sprake van een grensoverschrijdend element (reikwijdte)?
Voornemen grens over gaan genoeg.
a. Dienstverlener gaat de grens over (bijvoorbeeld Van Binsbergen).
b. Dienstontvanger gaat grens over (bijvoorbeeld Luisi en Carbone).
c. Dienst zelf gaat de grens over (bijvoorbeeld Alpine Investments: belemmering
door verbod op potentiële nieuwe klanten op te bellen in andere lidstaten
(voorafgaande goedkeuring)).
3. Is er rechtstreekse werking (inroepbaar)?
a. Verticaal (Van Binsbergen) – voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk (zonder
eisen/voorwaarden).
b. Inroepbaar tegen acties/regelgeving private partijen die op collectieve wijze en
o.g.v. eigen rechtsbevoegdheid het vrij verkeer van diensten reguleren:
, i. Vakbonden (Laval): minder aantrekkelijk/moeilijker maken om
bouwwerkzaamheden uit te voeren op Zweeds grondgebied (geen
algemeen belang).
ii. Bepaalde sportorganisaties (Walrave en Koch).
4. Is er sprake van een beperking?
a. Directe discriminatie (o.g.v. nationaliteit uit de wet – komt weinig voor –art. 61
VWEU).
b. Indirecte discriminatie (Van Binsbergen, ERT) – taal- of vestigingseis.
c. Belemmering van de markttoegang (zelfs bij geen onderscheid): Sager. Ook:
i. Omega Spielhallen: lasergamen niet in DL’se gemeente o.g.v. mensen
neerschieten stimuleren en dus wordt doel bereikt.
ii. Mobistar: zonder onderscheid binnenlandse en buitenlandse
dienstverrichters en dus gelijkelijk geraakt (te indirect).
5. Rechtvaardiging (Sager/Omega Spielhallen)?
a. Art. 62 jo. 51 VWEU: uitoefening van het openbaar gezag (eigenlijk nooit).
b. Art. 62 jo. 52 VWEU: “bijzondere regelingen voor vreemdelingen” o.g.v. openbare
orde (Omega Spielhallen), openbare veiligheid en volksgezondheid.
c. Cassis-rechtvaardiging voor maatregelen zonder onderscheid (Laval):
i. Dwingende redenen van algemeen belang.
ii. m.u.v. “zuiver economische doelstellingen”.
iii. Geen directe discriminatie.
d. Geen schending fundamentele rechten.
6. Evenredigheid (Sager/Omega Spielhallen):
Bewijslast ligt bij lidstaat.
Rekening houden met dat lidstaat in eerste instantie aan regels eigen lidstaat moest
houden (hierbij soepeler handelen – wel voldoen regels andere lidstaat).
a. Geschiktheid: is de maatregel geschikt om haar doel te bereiken?
b. Noodzakelijkheid: is er minder belemmerend alternatief dat dit doel even goed
bereikt?
c. Evenredigheid stricto sensu: wordt het vrij dienstverkeer onevenredig aangetast?
Vrij verkeer van vestiging (art. 49 VWEU):
1. Wat is vestiging:
a. Gebhard: duurzame/blijvende karakter.
b. Natuurlijke personen, Jany (anders werknemer):
i. Geen hiërarchische relatie (eigen onderneming).
ii. Eigen economische risico.
iii. Directe betaling.
c. Bedrijven/rechtspersonen (art. 54 VWEU – ja kan gebruik maken vrij verkeer).
2. Is er sprake van een grensoverschrijdend element (reikwijdte)?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tomvandijk01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.