100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Burgerlijk recht 3 schema's $5.92
Add to cart

Summary

Samenvatting Burgerlijk recht 3 schema's

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 25 pagina's voor het vak Burgerlijk recht 3 aan de RuG (Stappenplannen)

Preview 3 out of 25  pages

  • November 5, 2024
  • 25
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Burgerlijk recht

Week 1 A + B
4 mechanismen waardoor benadeelden hun schade geheel/gedeeltelijk op
anderen kunnen afwentelen:
1. Sociale zekerheid: door afdrachten draagt bijna iedereen bij aan
financiering.
2. Particuliere verzekering: zelf verzekeren.
a. Schadeverzekering: risico op bepaalde schadeposten verzekerd.
b. Sommenverzekering: geen relatie schade en uitkering.
3. Fondsen: overheid heeft voor sommige situaties fondsen opgericht.
4. Aansprakelijkheidsrecht: slachtoffer in staat veroorzaker af te
wentelen.
a. Persoonlijke aansprakelijkheid: iemand zelf aansprakelijk schade.
i. OD (6:162).
ii. Groepsaansprakelijkheid (6:169).
b. Kwalitatieve aansprakelijkheid: aansprakelijk voor een ander.
i. Personen: kinderen (6:169), ondergeschikten (6:170), niet
ondergeschikten (6:171/172).
ii. Zaken: gebrekkige toerende zaken (6:173), gebrekkige
opstal (6:174), gevaarlijke stoffen (6:175-178), dieren
(6:179).

Functies aansprakelijkheid:
1. Defensieve functie: ter handhaving rechten/belangen.
2. Offensieve functie: niet in strijd met wet, maar subjectief recht.
3. Preventie: voorkomen is beter dan genezen (dader verzekerd dus niet
wegrennen, voorzichtigheid stimuleren door eigen risico).

Verjaring:
- Korte termijn: 5 jaar vanaf moment bestaan vordering en bekendheid
schuldenaar.
- Lange termijn: 20 jaar vanaf ontstaan vordering.

Onrechtmatige daad (6:162):
1. Onrechtmatigheid (lid 1 + 2).
2. Toerekening (lid 1 + 3).
3. Causaliteit (lid 1).
4. Relativiteit (6:163).
5. Schade (lid 1).

Onrechtmatige daad - onrechtmatigheid
1. Wat is de grondslag? Art. 6:162 BW.
2. Welke vereisten? Onrechtmatigheid, toerekenbaarheid, schade,
relativiteit en causaal verband.
3. Welke vereiste staat centraal? Onrechtmatigheid (week 1).

,4. Welke onrechtmatigheidsgrond (lid 2)?
a. Inbreuk op een recht.
i. Absolute vermogensrechten: eigendomsrecht,
octrooi/auteur etc.
ii. Persoonlijkheidsrechten: recht op vrijheid, privé etc.
Afzinkkelder  ook indien bouwwerkzaamheden zorgvuldig
voorbereid nog kans op schade bij derden = inbreuk op een
recht.
b. Doen of nalaten in strijd met wettelijke plicht. Ook
relativiteitsvereiste (6:163), want gedraging niet tegenover een
ieder onrechtmatig (tegen eiser).
c. Doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven
regels in het maatschappelijk verkeer betaamt (strijd
zorgvuldigheidsnorm/onzorgvuldige gedraging/maatschappelijke
zorgvuldigheid).
5. (Buiten) gevaarzetting/deelnorm (BIJ MAATSCHAPPELIJK VERKEER)?
Gevaarzetting: situatie in leven geroepen waardoor schade dreigt.
a. Binnen gevaarzetting:
i. Terreinbeheer/gevaarlijke toestand (Jetblast: Sint-Maarten –
van doorslaggevend belang of waarschuwing bescherming
biedt is of de waarschuwing zal leiden tot handelen/nalaten
waardoor gevaar vermeden wordt)  enkel verbod volstaat
niet.
ii. OSVO: alledaagse situaties (niet veel te wijten aan de
dader).
Zwiepende tak  gevaarscheppend gedrag is alleen
onrechtmatig indien de mate van waarschijnlijkheid van
een ongeval als gevolg van het gedrag groot is (dader had
gedrag moeten onthouden naar mate onzorgvuldigheid).
I.c. niet.
iii. Privésfeer: dader en slachtoffer zijn verwant
(buitenstaanders niet meer beschermd dan familie).
iv. Sport en spel: hoge drempel aansprakelijkheid, er zijn
risico’s verbonden aan meeste sporten en aanvaarding =
geen reden aansprakelijkheid (kijken of gedraging in kader
sport is).
Skeelerongeval  aangeven helm te kunnen pakken i.p.v.
verplichten is naar R&B onaanvaardbaar en dus is de
organisatie aansprakelijk. Dat er bij sport en spel vaak
sprake is van risico’s/vallen doet niet toe.
Veiligheidsmaatregelen hadden genomen moeten worden.
Tennisbal  verwachtingen over en weer – overtreding
regel niet gelijk onrechtmatig.
v. Zuiver nalaten: ‘doen of nalaten’. Gevaarlijke toestand die
hijzelf niet in het leven heeft geroepen of door een derde
gepleegde OD. GEEN risicoaansprakelijkheid zoals 6:196 bij

, kinderen. Er bestond een ‘doen’ verplichting (iemand
vraagt om hulp bij verdrinken – je helpt niet).
b. Buiten gevaarzetting:
i. Hinder. duur/ernst/aard hinder + daardoor toegebrachte
schade.
Rumoer/trilling/stank/gas (5:37 e.v.).
Vergunning = niet altijd geen aansprakelijkheid.
Geen vergunning = niet altijd aansprakelijkheid.
ii. Profiteren van wanprestatie (lachende derde): bij derde
niet onmiddellijk aansprakelijk. Contracten zijn alleen
bindend voor contractspartijen. Voorzienbaarheid niet
voldoende.
Pos/Van den Bosch  aansprakelijk indien ernstig nadeel +
kennis nadeel + vertrouwensman.
iii. Derdenwerking contract/keten (huilende derde/nadeel):
zelfde als hierboven (tenzij Vleesmeester/Alog
omstandigheden).
X/Compaen  derde die schade kan leiden van een
overeenkomst als contractant tekortschiet dient zijn gedrag
door dit belang te laten bepalen.
iv. Beroepsaansprakelijkheid.
Novitaris  burgerlijke rechter mag beoordeling
aansprakelijkheid notaris baseren op tuchtrechter, maar
daar mag niet de gevolgtrekking van aansprakelijkheid
afhankelijk zijn. Onvoldoende is bekendheid wanprestatie
notaris (niet persoonlijk ernstig verwijt).
Aansprakelijkheid advocaat  advocaat moet
zorgvuldigheid betrachten die van een ‘redelijk bekwaam
en redelijk handelend vakgenoot’ mag worden verwacht.
Cliënt bijvoorbeeld goed geïnformeerd laten beslissen.
v. Bestuurdersaansprakelijkheid (hoge drempel):
1. Interne aansprakelijkheid: (2:9): bestuurder
aansprakelijk tegenover rechtspersoon voor
taakvervulling (alleen bij ernstig verwijt).
2. Externe aansprakelijkheid (2:138 + 248): oorzaak
faillissement.
Vie d’Or  voldoet toezichthouder aan behoorlijk en
zorgvuldig toezicht (redelijk bekwaam/handelend)?
vi. Aansprakelijkheid toezichthouder.
vii. Aantasting eer/goede naam/schending privacy. Eer: waarde
van zichzelf in eigen ogen. Goede naam: ogen anderen
(reputatie).
viii. Oneerlijke concurrentie.
ix. Overheidsaansprakelijkheid: onrechtmatig
overheidshandelen, onrechtmatige wetgeving,
onrechtmatige rechtspraak etc.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tomvandijk01. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.92
  • (0)
Add to cart
Added