Inleiding in de sociologie en criminologische sociologie (C02A7C)
Summary
Samenvatting Inleiding in de criminologische sociologie (GESLAAGD)
13 views 1 purchase
Course
Inleiding in de sociologie en criminologische sociologie (C02A7C)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Hoi, dit is een volledige samenvatting van inleiding in de criminologische sociologie en een analyse van de teksten besproken in de les. Met enkel deze samenvatting te leren haalde ik 16/20.
Inleiding in de sociologie en criminologische sociologie (C02A7C)
All documents for this subject (42)
Seller
Follow
criminologiestudente2023
Reviews received
Content preview
Inleiding in de criminologische sociologie
Hoofdstuk 1: Situering van sociologische theorieën over criminaliteit
1. Klassieke theorie
Voor sociologie→ voor-sociologische periode
Historische context: grote transities in de 18de-19de eeuw in Europa
• In deze periode is er veel gebeurd wat de breuklijn veroorzaakte tussen het voor-
sociologische en het sociologische denken
• De ontwikkelingen:
o Van feodaliteit (piramidevormig klassensysteem) naar moderniteit (opdelen
van machten→ scheiding der machten)→ hierdoor kwam een andere manier
over humanitair denken
o Van brutale lichamelijke bestraffing (= niet-rationeel, worden sterk in vraag
gesteld door de verlichtingsdenkers) naar op regels gefundeerde,
institutionele sanctie (= rationeel)
o Fundamentele rechten van de mens→ dit is een idee dat sterk groeit in de
18de- en 19de- eeuw
Cesare Beccaria: Dei delitti e delle pene (1764)
• Belangrijke titel!→ mag je ook in het Nederlands kennen: Over
misdaden en straffen
• Beïnvloed door Franse filosofen, hij was zelf een jurist
(advocaat en magistraat)
• Hij ging nadenken over straffen, hij vroeg zich af wat aan de
hand van de verlichtingsidealen de beste manier was om
misdaad aan te pakken
• Doelstelling van straffen is preventie, straffen moeten toegepast worden om te
zorgen dat dezelfde misdaden opnieuw voortdoen= preventieprincipe
• “Let the punishment fit the crime”→ bv geen doodstraf voor een winkeldiefstal, dit
wordt dan door andere desproportioneel (desproportioneel karakter) aanzien
waardoor het geen grote invloed heeft voor andere
• Visie van utilitarisme (gaan uit van het nuttigheidsprincipe→ als men denkt dat het
nuttig is om een bepaalde handeling te stellen, zullen ze deze uitvoeren) met homo
rationalis (mensen zijn rationele wezens, dus ze zullen de voor- en nadelen
afwegen)→ rationeel denken is een typisch verlichtingselement
• Straffen moeten volgens hem beantwoorden aan bepaalde kenmerken zodat het in
de toekomst werkt
Kenmerken van straffen (Cesare Beccaria)
• Openbaar→ als het in het geheim is zullen mensen het niet weten en kunnen ze er
geen rekening mee houden, maw: ze zien niet wat de gevolgen zijn van delinquente
gedragingen
• Snel→ hoe langer het duurt dat iemand gestraft wordt, gaan mensen vergeten
waarvoor die straf juist uitgevoerd wordt waardoor deze minder effectief is
1
, • Noodzakelijk (om andere misdrijven te vermijden)→ noodzakelijkheidsvoorwaarde=
men moet kunnen zorgen dat misdaden die voortvloeien uit een initiële misdaad niet
meer kan voortvloeien
•
Hangen samen
De ‘juiste’ straf→ gepaste straf volgens het type van inbreuk (heel veel ruimte voor
sociologische beeldvorming)
• Proportioneel→ het idee dat strafmaat moet gebaseerd zijn op de maat van de
inbreuk→ hoe zwaarder de inbreuk, hoe zwaarder de straf
• Nulla poena sine lege (geen straf zonder wet)→ onaanvaardbaar dat er straffen
worden uitgesproken die voorafgaand in een wet zijn opgenomen→ belang van
wettelijk kader nullen crimen sine lege (zonder wet mag er geen misdrijf worden
toegelegd aan iemand) = geen misdaad kan bestaan zonder dat op voorhand bepaald
werd in de wet wat schadelijk is
Jeremy Bentham
• Ook jurist van opleiding en had een grote invloed op de
juridische praktijk→ wetgevingsdeskundige + penologische
praktijk (= praktijk die zich buigt over straffen, penologie=
leer van het straffen)
• Legt andere accenten dan Cesare Beccaria, met
uitgangspunt geluk ipv preventie bij Cesare Beccaria
• Criminaliteit is inbreuk op het “greatest happiness principle”= het principe van het
maximale geluk (door dit principe wordt hij een hedonist genoemd)
• Achterliggende visie van de "hedonistische calculus “→ hedonisten gaan terug tot bij
de romeinen en leggen de klemtoon op geluk (filosofische stroming)
• Hij werd gevraagd om zijn moderne ideeën in te zetten om de overheid te helpen
met bv grondwetten
Panopticom-gevangenis
• Bv Gevangenis van Leuven→ vele gedetineerde die
levenslang hebben
• In het midden een punt waarop de bewakers de hele
gevangenis kunnen zien→ met 2 personen kunnen ze
de hele gevangenis zien
o Pan= geheel
o Opticom= zien
• Grote invloed gehad van Bentham
Evaluatie van de klassieke school
• Zowel Bentham als Beccaria horen tot de klassieke school
• Sterktes
o Lot in eigen handen nemen, zekere mate van vrijheid om te beslissen wat je
doet (richt zich in deze periode ook tot de almacht van de kerk) denkers
voor hun
o Rationele visie op mens en samenleving
• Zwaktes
2
, o Geen oog voor oorzaken van criminaliteit→ beseffen waarom iemand een
stap zet naar criminelen gedragen zijn belangrijk voor sociologen, maar hier
hebben de classici geen aandacht voor
o Weinig oog voor types van criminaliteit→ bv het verschil tussen het begaan
van misdaad tegen persoon als tegen voorwerp
o Is plegen van misdaad echt een ‘vrije’ keuze?
o Zijn mensen alleen rationale wezens zoals classici beweren?
2. Overgang naar sociologische theorieën
• Sociologische theorie= theorie die gebruikt maakt van kennis uit de sociologie
• Alles hiervoor zijn presociologische/ voorsociologische theorieën→ Beccaria en
Benthem behoorde tot een heel theoretische richting die niet gesteund is op
empirisch werk (maakten hun eigen rationale constructies)
• Essentiële invalshoek
o Aandacht voor relatie criminaliteit en sociale omgeving
▪ De sociale omgeving van degene die een criminaliteit (wenst) te
plegen, de sociale omgeving waarin hij/zij opgroeit (= onmiddellijke
sociale omgeving) en verdere concentrische cirkels (bv school, werk
etc)
▪ Slachtoffers zijn ook personen met een sociale omgeving
▪ Het proces van gedragingen criminaliseren (bv dierenmishandeling)
van zaken die voordien niet crimineel waren, is ook een sociale
context, maar niet de context van het individu maar van de
instituties→ politieke, juridische, politionele en handhavingsinstituties
die in de samenleving aanwezig zijn
o Nooit een plaats of moment geweest in de wereld waar geen criminaliteit was
o Sociologen leggen vaker de nadruk op dat criminaliteit normaal, de norm is→
wilt niet zeggen dat het vaker voorkomt dan andere soorten gedrag→ zou
betekenen dat afwijkend gedrag vaker voorkomt dan normaal gedrag. Ze
beweren eerder dat criminaliteit in elke samenleving op 1 of andere manier
voorkomt. Dus in deze zin is het “normaal”→ dit komt doordat criminelen in
feite niet zo veel verschillen van niet-criminelen→ de sociale context (of een
reeks van omstandigheden) beïnvloedt wie niet-crimineel en wel crimineel
wordt (typische manier van sociologisch denken)
→ Nadruk op gelijkheid van criminelen en niet-criminelen
• Probleem van de individuele verantwoordelijkheid
o Stel “iemand pleegt criminaliteit omdat er in de sociale omgeving
redenen/stuwingen/argumenten waren om deze criminaliteit te plegen”,
heeft men dan als individu dan nog wel vrijheid om te beslissen om dat niet te
doen→ kan men nee zeggen tegen de drang om criminele/ delinquente
gedragingen te plegen?
o Op eerste zicht zeggen de meeste mensen ja, maar er kunnen ook
omstandigheden zijn waarbij het heel moeilijk is om af te wijken van dat
Macro Meso Micro
gedrag, omdat men in een context zit waar men afwijkend gedrag stelt
Individuele
Sociale context verantwoordelijkheid
3
, Bij criminologische sociologie→ object is criminaliteit, maar de aanpak en theorieën zijn
sociologisch van aard
3. Grondleggers van de sociologische benadering
Belangrijk om de theorieën en de grondleggers te kennen en linken kunnen leggen met
latere theorieën
3.1. Ecologische theorie
→ Hiermee bedoelen we niet het milieu, maar de sociale context waarin een persoon zich
bevindt→ de sociale omgeving waarin mensen leven en de manier waarop deze invloed
heeft op de gedachte en hun gedragingen
Historische context→ geschiedenis vormt deel van de sociale context
• Ecologische theorie komt tot stand, een paar decennia na er enorme onrust is
geweest in Europa, vooral Frankrijk (Franse Revolutie)
• Franse Revolutie was een proces van 10-tallen jaren
• Deze theorie is tot stand gekomen tijdens de uitlopers van de FR, op het moment dat
er weer stabiliteit ontstaat in Europa (o.a. door Napoleon, tot hij ook ontspoorde)
• In de periode na 1815 dat er een enorme snelle ontwikkeling van de wetenschappen
voortdoet, o.a. in de sociale wetenschappen
André-Michel Guerry
• Franse geograaf, die geïntegreerd was door misdaad en misdaadstatistieken
• Hij was erg geïnteresseerd in de misdaad in Frankrijk
o Analyse van de officiële misdaadstatistieken in Frankrijk
▪ Maar niet alle criminaliteit wordt geregistreerd, dus ze moesten
roeien met de riemen die men had (wat op dit moment de officiële
statistieken waren die verzameld waren door de rechtbank en politie
in Frankrijk was)
• Geen grote theorie ontwikkeld of kunnen ontwikkelen, maar hij legt wel de basis van
wat we achteraf de ecologische/ cartografische school noemen
• In 1833 publiceert hij zijn eerste werk, hierbij maakt hij het onderscheid tussen
criminaliteit tegen personen en criminaliteit tegen voorwerpen
• Kaarten: hij probeert dit onderscheid in kaart
brengen voor heel Frankrijk (vandaar ook de
naam cartografische school)
o Linkse kaart: vooral misdaden tegen
personen in Z-Fr
→ Uitleg: misschien een link met
temperatuur? Want in Z is het vaak warmer,
waardoor mensen vaker buiten zijn,
waardoor gemoederen sneller zullen opladen
waardoor meer criminaliteit tegen personen
o Rechtse kaart: vooral misdaden tegen objecten in N-Fr
Eerste poging om statistieken te gebruiken als instrument om inzicht te verwerven in de
sociale context
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller criminologiestudente2023. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.39. You're not tied to anything after your purchase.