Anatomische Atlas Prometheus / Algemene anatomie en bewegingsapparaat
Dit document bevat een samenvatting van de lessen het boek: Prometheus inwendige organen. Het bevat ook afbeeldingen die de structuren en liggingen van structuren verduidelijken en het leren vergemakkelijkt. Deze samenvatting bevat ook spieren en organen die gekend moeten zijn.
Anatomie: Inwendige organen
Les 1: Inleiding
(p.8) De thorax en abdomen zijn onderverdeeld in lichaamsholtes:
- Cavitas thoracica (= borstholte) = de thorax holte. Deze wordt onderverdeeld:
• Cavitas pericardiaca (mediastinum): hier bevindt zich het hart, het
mediastinum (deze ligt tussen de 2 longen)
• Cavitas pleuralis: deze dient voor de longen
- Cavitas abdominis = buikholte
- Cavitas pelvicis = bekkenholte
Cavitas thoracica en Cavitas abdominis worden van elkaar gescheiden door het diafragma.
De Cavitas abdominis en Cavitas pelvicis lopen in elkaar door.
Doorheen het superior mediastinum lopen vaten, systemen, buizen; deze communiceren
met het hart, met de abdominale ruimte.
Het mediastinum wordt onderverdeeld in 2 delen:
- Het superior mediastinum: ligt boven het hart
- Het inferior mediastinum: ligt aan het hart
Het hart verdeelt het inferior mediastinum in 3 delen.
Indeling lichaamsholten:
- Holle ruimte (= de abdominale holte): deze holte bevat organen. De gehele holte en
de organen zijn omringt door een gladde, vochtige, spiegelende epitheellag = sereuze
vlies/serosa; deze wordt onderverdeeld in 2 delen:
• peritoneum viscerale: Het gedeelte van de serosa dat over het orgaan ligt
• Peritoneum pariëtale: Het gedeelte dat tegen de wand van het lichaam gaat
aanliggen
De organen in deze ruimte zijn door een meson (=verbinding van bindweefsel met de
organen) verbonden met een bindweefselruimte.
• Mesenterium: verbinding van het bindweefsel met het jejunum en ileum.
Voor de dunne darm
• Mesoncolon: verbinding van het bindweefsel met colon (dikke darm).
Deze verbindingen zorgen voor de bloedtoevoer en de bloedafvoer.
- Een bindweefselruimte: de vaten en zenuwen lopen van en naar het orgaan. Deze
organen zijn niet goed bewegelijk. Deze moeten communicatie toelaten tussen de
organen en het lichaam.
De sereuze vliezen maken vocht aan -> organen kunnen bewegen t.o.v. elkaar. Als er geen
vocht zou zijn, zouden de organen niet goed kunnen bewegen.
, Lichaamsholte en Sereuze holten en Sereus vlies Bindweefselruimte
inhoud daarin gelegen
organen
Cavitas thoracica -cavitas pleurales -Pleura visceralis mediastinum
met longen resp. parietalis
Thoraxorganen -cavitas pericardiaca -pericardium
met hart serosum: lamina
visceralis en
parietalis
Cavitas abdominis Cavitas peritonealis Peritoneum viscerale Spatium
abdominis met en parietale extraperitoneale
Abdominale maag, delen van abdominis
organen dunne en dikke (respectievelijk
darm retroperitoneale
ruimte = ligt dorsaal)
Cavitas pelvis Cavitas peritonealis Peritoneum viscerale Spatium
pelvis en parietale extraperitoneale
Bekkenorganen pelvis
(respectievelijk
retroperitoneale en
subperitoneale
ruimte (deze ligt
eronder)).
De naam van de holten verschilt naargelang de plaats:
- Bij de longen: pleura
- Bij het abdominaal gedeelte: peritoneum
- Bij het hart: pericardium.
Als je niet in het peritoneum holte zit, maar in de bindweefselholte dan is dit het extra-
peritoneum. Deze ligt buiten het peritoneum.
p.28:
Lymfevocht: het overblijvende vocht als cellen gaan interageren met elkaar. Dit wordt niet
opgenomen door het veneus stelsel.
- Dit vocht hoopt zich op -> moet afgevoerd worden. -> dit afvoersysteem stelsel is niet
heel groot, omdat er per dag 2 liter lymfevocht wordt geproduceerd.
Zuurstofrijk bloed wordt afgevoerd, hierin is er ook plasma aanwezig.
Functie van lymfatisch systeem:
- Immunologische afweer (lymfeorganen en lymfevaten)
- Transport van weefselvloeistof naar het veneuze bloed (alleen lymfevaten)
- Afvoer van lipiden uit de voeding vanuit de dunne darm (alleen lymfevaten).
Er is een groot vat die uit de benen en de organen komt, en deze gaat naar boven. Dit groot
vat is de ductus thoracicus. Deze gaat doorheen de thorax -> gaat net voor het wervellichaam
,van de thoracale wervels passeren -> stroomt in het veneuze stelsel: vena jugularis interna
en vena subclavia.
De ductus thoracicus mondt uit in de linker venenhoek.
De ductus lymphaticus dexter mondt uit in de rechter venenhoek.
Het hoofd wordt ook verdeeld in 2 delen:
- Rechterkant wordt meegepakt door de ductus lymphaticus dexter
- Linkerkant wordt meegepakt door de ductus thoracicus`
p.70
Somatisch zenuwstelsel = willekeurig zenuwstelsel. Ik kan kiezen wat ik doe met mijn armen
en benen. (er zijn ook reflexen, waar we geen controle over hebben).
Autonoom zenuwstelsel = onwillekeurig zenuwstelsel. Deze innerveert de organen.
- Sympatisch zenuwstelsel: deze staat in voor het fight and flight zenuwstelsel. Deze
wordt gereguleerd door grensstrengen. Deze vormen snoeren langs de zijkant van het
lichaam.
- Parasympatisch zenuwstelsel wordt gereguleerd door 1 grote craniale zenuw, de
nervus vagus (deze bezenuwt de organen), en sacrale zenuwen. Dit zenuwstelsel zorgt
voor rust en vertering. Het bloed wordt toegevoerd naar de organen, i.p.v. naar de
spieren.
Het autonoom zenuwstelsel gaat een deel centraal aangestuurd worden.
Afferente systeem: gaat naar het CZS, naar het dorsale hoorn. Dit kan je voelen. Deze hebben
een cellichaam in het spinaal ganglion. = groen
Efferente systeem: gaat van het CZS naar de betrokken organen/spieren. Dit is de aansturing
naar een spier of naar een orgaan = blauw
In de grensstrengganglion zijn er cellichamen, hier gebeuren overschakelingen op de
cellichamen.
Een tak vanuit de grensstreng gaat in de spinale zenuw. Wat moet er hier autonoom
gebeuren? De warmte afvoer en opname (door het zweten, het rechtzetten van de haren).
De plexus brachialis innerveert de spieren van de gehele arm.
p. 72: Het parasympatisch systeem bevat zowel afferente en efferente zenuwen.
Naargelang de schakeling van het ganglion kan je andere organen beïnvloeden.
, Schakeling van neuronen (p.70)
De schakeling van het parasympatisch systeem, de nervus vagus, gebeurt in een ganglion die
heel dicht bij de organen liggen. De schakeling van het sympathisch zenuwstelsel gebeurt in
de grensstreng die verder ligt.
Sympatisch systeem: Parasympatisch systeem:
Primair en Het primair neuron Het primair neuron (= preganglionaire
secundair (=preganglionaire neuron) is niet neuronen) is veel groter dan deze van
neuron lang. Van hieruit vertrekt een het sympatisch neuron. Deze ligt ook
tweede neuron die naar de effector veel dichter bij het effector orgaan.
gaat; deze is langer dan de primaire Het secundaire neuron (=
neuron. postganglionaire neuronen) is veel
kleiner dan het primair deel.
Schakeling -De schakeling met het -Schakeling met het effectororgaan
effectororgaan gebeurt door gebeurt door acetylcholine.
noradrenaline. - schakeling gebeurt door
-de schakeling gebeurt door acetylcholine naar acetylcholine.
acetylcholine naar noradrenaline.
Pijn aan de borst en de arm -> problematiek van het hart.
Waarom zit deze in de borstregio en niet in het hart?
De schakeling van de ledematen en de huid gebeuren in dezelfde spinale ganglion en in
dezelfde dorsale hoorn als de schakeling die dient voor de ingewanden.
De hersenen kunnen moeilijk onderscheiden uit welke regio deze komt: komt deze prikkel
van de huidregio of van het orgaan dat uit dezelfde plaats toekomt van de dorsale hoorn.
Er zijn 3 zenuwstelsels:
- Autonoom zenuwstelsel
- Enterisch zenuwstelsel = het eigen zenuwstelsel van het spijsverteringsstelsel.
Behoort tot autonoom zenuwstelsel. Staat in voor de mobiliteit, voor de secretie en
de opname van de dingen in contact met de dikke en dunne darm.
• Communicatie met het centrale zenuwstelsel via de nervus vagus en
orthosympatische zenuwstelsel.
• Bevat motorische efferente zenuwcellen, sensorische afferente zenuwcellen
en interneuronen.
- Somatisch zenuwstelsel
Het enterisch zenuwstlsel wordt onderverdeeld in 2 delen:
- Plexus myentericus
- Plexus submucosus. Deze wordt ook onderveeld in 2 delen:
• Plexus submucosus externus (=schabadasch)
• Plexus submucosus internus (Meissner)
Dit wordt een deel aangesuurd door het autonoom zenuwstelsel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bernaemin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.65. You're not tied to anything after your purchase.