ANATOMIE: SAMENVATTING CURSUS
INLEIDING TOT DE ANATOMIE
HOOFDSTUK 0: Inleiding tot de anatomie algemene begrippen
Doel van anatomie => kennis van de structuur van de levende mens
Term Betekenis
Structuren:
Os Bot
Tendo Pees
Musculus spier
Ligamentum gewrichtsband
Capsula Kapsel (enkel voor de gewrichten)
Bursa Beurs
Beenderen:
Caput Hoofd
Collum Hals
Crista Spitse rand
Eminentia Verhevenheid
Facies vlak
Foramen gat
Fossa Grote wat afgeronde indieping
Fovea Lichte indieping
Hiatus Brede opening
Lamina Plat beenlamel
Margo Rand
meatus Doorgang
Processus uitsteeksel
Sinus holte
Spina Scherp uitsteeksel
Sulcus groeve
Tuber knobbel
Tuberculum Kleine knobbel
Tuberositas Zone met een ruwe verhevenheid
DRIE HOOFDASSEN
- Craniocaudale as: schedel -> staartbeentje en verticaal bij rechtstaande houding
- Dorsoventrale as (sagittale as): venter -> dorsum en Loopt van achterlichaam naar
voorkantlichaam
- Laterolaterale as: van links naar rechts
VLAKKEN
1
,Transversaal vlak:
- Craniocaudale as
- Laterolaterale as
Frontaal vlak:
- Laterolaterale as
- Dorsoventrale as
(para)sagittaal vlak:
- Craniocaudale as
- Dorsoventrale as
PROXIMAAL EN DISTAAL
1. Distaal = lichaamsdeel dat verder van het lichaam centrum ligt
2. Proximaal = dichter bij romp/lichaam centrum
Voorbeelden:
o Vingertoppen liggen DISTAAL van de romp
(= de vingertoppen liggen verder van de romp verwijdert)
o De handpalm ligt PROXIMAAL van de vingers
(= de handpalm ligt dichter bij de romp dan de vinger)
o De handpalm ligt DISTAAL van de voorarm
(= de handpalm ligt verder van de romp verwijdert dan de voorarm)
BEWEGINGEN VAN DE LEDEMATEN:
Abductie:
o Verwijdering van het distale lidmaatuiteinde van het
mediosagittale vlak weg
o Beweging in het frontale vlak om de sagittale as en van het
lichaam vanuit de neutrale uitgangshouding
Adductie:
o Het naderen van het sagittale vlak van de hand of de voet
o Beweging naar het lichaam toe
o Vb: Atje doen
Inversie:
o Endorotatie = de rotatie omheen de as van het lidmaat die de
voorzijde naar mediaal richt
Pronatie = inversie ter hoogte van de voorarm en hand
Eversie:
o Exorotatie = de rotatie omheen de as van het lidmaat die de
voorzijde naar mediaal richt
Supinatie = eversie ter hoogte van de voorarm en hand
Elevatie:
o Vanuit de neutrale uitgangshouding wordt het schouderblad langs de borstkas
omhoog getrokken
Anteversie:
o Het lidmaat naar voren brengen = elevatie (bij overschrijden van 90°)
2
, Retroversie:
o Het lidmaat naar achteren brengen
Flexie:
o Het buigen in een bepaalde richting:
Anteflexie:
Voorwaartse buiging van
een ledemaat
Retroflexie:
Achterwaartse buiging van een
ledemaat
Lateroflexie:
Zijwaartse buiging van een ledemaat
Dorsiflexie:
o Het buigen van de voet
Dorsale flexie:
o het buigen van de hand
Plantaire flexie:
o Het strekken van de voet
Palmaire flexie:
o Strekken van de hand
Extensie:
o Strekking
o Hyper extensie:
Strekking voorbij de
anatomische houding
Protractie:
o Beweging naar voor in het transversaal vlak
Retractie:
o Beweging naar achter in het transversaal vlak
Rotatie:
o Draaiing, beweging rond een as
Depressie:
o Neerwaartse beweging van het schouderblad
ORIËNTATIETERMEN
Craniaal Hoofduiteinde
Caudaal Lichaamsuiteinde
Superior Naar boven
Inferior Naar onder
Mediaal Naar het midden toe
Medius In het midden
Centraal Naar het inwendige van het lichaam toe
Lateraal Naar buiten toe
Perifeer Naar het oppervlak van het lichaam toe
Rostraal Naar de neus toe
Anterior Voorzijde
Posterior Achterzijde
Dorsaal Rugwaarts
3
, Ventraal Buikzijde
Proximaal Dichter naar het midden toe
Distaal Verder van het midden weg
Ulnair Naar de ulna toe
Radiaal Naar de radius toe
Tibiaal Naar het scheenbeen
Fibulair Naar het kuitbeen
Palmair/volair In of naar de handpalm toe
Plantair In of naar de voetzool toe
1. HET BEWEFINGSSTELSEL
Het materiaal van het bewegingsstelsel bestaat uit een actief en een passief deel:
- Passief = omvat de delen die geen contractiele eigenschappen heeft (skelet +
beenverbinding)
o Skelet = osteologie beenverbinding = arthologie
- Actief = omvat de delen die contractiele elementen/eigenschappen bevat
(spierstelsel)
1.1. DE EERSTE ELEMENTEN: DE BEENDEREN
Beenderen = harde, geelachtige, betrekkelijk elastische weefsels met de consistentie van
hard hout (de elasticiteit neemt af met de leeftijd)
- Ze bestaan uit: calciumkristallen en collageen bindweefsel
- Het been wordt doorlopen door bloedvaten, zenuwen en lymfevaten, allesbehalve een
dode structuur, maar een intens levend weefsel
FUNCTIE:
- Ondersteunen en beschermen vd organen
- Groot belang voor de algemene vorm en verhouding van het lichaam
- Vormen de aangrijpingspunt voor spieren
- Spelen een belangrijke rol in de beweging
ONDERSCHEIDEN 3 SOORTEN:
- Lange beenderen:
o 1 Diafyse (slank middendeel) + 2 epifysen
1 grote + 2 kleine afmetingen
o De epifysair schijf OF groeischijf = Kraakbeenschijfje
Tussen epifyse en diafyse
Niet meer terug te vinden bij volgroeide
individuen
o Vb: beenderen in de been
- Platte beenderen:
o 2 grotere + 1 kleine afmeting (lengte en breedte lang,
dikte kort)
o Uitgehold , met concave kant naar de diepte
o = beenderen die een holte omgeven waarin weke
organen liggen
o Vb: beenderen die het schedeldak vormen
- Korte beenderen:
o 3 even grote afmetingen
o Vorm is sterk onregelmatig
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller helenededeyne8. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.27. You're not tied to anything after your purchase.