100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Collegeaantekeningen individu en identiteit deeltentamen 2 $7.69
Add to cart

Class notes

Collegeaantekeningen individu en identiteit deeltentamen 2

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Individu en identiteit, deeltentamen 2, aantekeningen

Preview 3 out of 18  pages

  • November 6, 2024
  • 18
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Marg van eenbergen
  • All classes
avatar-seller
Hoorcollege 7
De ontwikkeling van lichaam, gedachten en taal




Leren over de omgeving
Belang van eerste 2 jaar → meeste onderzoek
- dmv habituatie (wennen aan objecten)
- methode: selective looking → leert meest van kijken in de omgeving (nieuwe dingen)
→ evolutionair gezien handig
- babys kijken lang naar objecten die ze nog nooit hebben gezien → vindt op een
gegeven moment habituatie plaats (baby went aan het object)
- selective looking = onderzoeksmethode die gebruik maakt van habituatie → 2
voorwerpen laten zien, baby kijkt naar nieuwe object

Baby’s: onderzoek
- alle zintuigen doen het al
- voorkeur voor ‘novelty’
- voorkeur voor beheersen omgeving → willen zelf iets beheersen, steken daar het
meeste energie in (bv rammelaar)
- oog-handcoördinatie: alles in mond stoppen, goed naar kijken, dingen rammelen →
examineren omgeving (evolutionair bepaald)
- gaan volwassenen volgen (vanaf 6 maanden) → gaze following (meekijken naar
waar de volwassene naar kijkt) en social referencing (gedrag/reactie nadoen wat de
volwassene doet → baby bang als volwassene bang reageert)

Kern-kennisprincipes: aannames hoe fysieke wereld in elkaar steekt
- empiricisten: geleidelijke ontwikkeling door ervaring
- nativisten: sommige kennis aangeboren
- experimenten welk paradigma het meest ondersteund wordt:
1. Violation-of-expectancy:
- eerste fase: habituatie
- daarna: onmogelijke gebeurtenis of mogelijke gebeurtenis
- vb: experiment met plank en bal (plank die plat ligt of met bal eronder)
- ondersteunt nativisme
2. Objectpermanentie:
- het principe dat een object blijft bestaan zelfs al zie je het niet
- kinderen onder 5 maanden hebben dit niet
- Piaget
- kiekeboe-spelletje
- dit kan komen door gemis kennis-handbeweging → wordt bevorderd
door ‘self-locomotion’ (jezelf vooruit kunnen bewegen bv kruipen)
- niet echt ondersteund

,Piaget
- kind is een ‘small scientist’: experimenteren
- autonome interesse in dingen om zich heen
- eigen acties op fysieke wereld aan het onderzoeken
- exploreert, manipuleert, test de wereld
- taal als bijeffect van denken/verbale denkvorm

Piaget’s scheme:
- mentale voorstelling van wat je met je lichaam kan doen
- scheme = representatie van wat het kan doen met een bepaalde beweging of met
een bepaald object
- assimilatie = nieuwe ervaringen in bestaande schemes proberen te passen (telefoon
gebruiken als speelgoed)
- accommodatie = het aanpassen/uitbreiden van bestaande schemes, kennis
uitbreiden door ervaring
- kinderen experimenteren dmv operations (omkeerbare dingen/acties zoals klei)
- omgeving (ouders) heeft kleine rol
- kinderen leren rationeel

4 ontwikkelingsstadia (niet empirisch ondersteund)
1. 0-2 jaar: sensorimotor stadium
- informatie over de wereld door motorische acties, feedback op zintuigen
- nog geen objectpermanentie
2. 2-7 jaar: pre-operationele stadium
- gebaseerd op verschijning, niet op principes
- voorstelling maken, niet in staat om te denken over omkering van acties
- symbolische betekenis van voorwerpen
3. 7-11 jaar: concreet-operationele stadium
- logisch nadenken over concrete zaken
- groeperen op meerdere kenmerken tegelijk → decentration
- conservatie van aantal massa gewicht → conservatietest: lang, dun glas vs
dik, klein glas
4. 12+: formeel-operationele stadium
- abstract kunnen denken, in principes
- hypothesen systematisch kunnen testen

Kritiek op Piaget:
- leeftijdsverschillen overschat: kinderen kunnen vroeg al veel meer, volwassenen
kunnen vaak minder
- vaardigheid over de stadia
- onderbelichte rol sociale ervaring (ouders)
- taal als bijeffect (paradigmaverschuiving?? → 2 andere benaderingen)

, Vygotsky
- leefde kort, dus weinig boeken geschreven
- kind is een ‘social animal’
- ouder-kind-interactie centraal
- leert tools of intellectual adaptation: taal, cultuur (in NL lange woorden voor cijfers
→ minder goed in rekenen dan bv Japanners)
- kind loopt constant stage bij ouders
- inherent sociaal cultureel → leert door je cultuur
- kind afhankelijk van omgeving → leert eerst van omgeving, daarna individueel
- leert taal om met anderen te communiceren → eerst napraten, dan internaliseren
- taal basis voor het ‘hogere denken’ → symbolisch
- zone van ‘proximal development’ (dichtbij gelegen ontwikkeling) wordt bevorderd
door oa dialogen → tegen baby’s praten met een baby-stem
- geldt ook voor het leren van andere zaken dan taal




Information processing
- componenten in brein ontwikkelen zich in verschillend tempo
- uit gedragingen blijkt dat baby’s impliciet geheugen hebben
- uit de eerste woordjes blijkt dat oudere baby’s semantisch (expliciet) geheugen
hebben (papa, mama)
- tot je 15e neemt de snelheid van werkgeheugen toe (speed of processing) →
executive functies

IP vs Piaget:
- IP niet strikte stadia
- IP gedifferentieerd systeem, Piaget (en Vygotsky) meer holistisch (geheel)
- IP veel preciezer, richt zich op componenten




Het begrijpen van andermans ‘mind’
- onjuiste overtuigingen (bv Sally-en-Anne test)
- 3 jarigen beantwoorden dit testje nog fout, 4-jarigen goed
- uitzondering: autistische kinderen → kunnen zich niet in een ander verplaatsen
- verplaatsen in iemands anders mind
- wel goed verplaatsen → in de doos (Sally-Anne)

Net-alsof spelletjes:
- veel door 2/3-jarigen
- legt basis voor inlevingsvermogen
- 2 manieren van denken → fictie en werkelijkheid
- autistische kinderen kunnen dit niet
- bv vadertje en moedertje

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evakuin. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.69. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.69
  • (0)
Add to cart
Added