In deze samenvatting vind je de belangrijkste onderdelen uitgewerkt van het boek Basiskennis Taalonderwijs. Deze samenvatting kan je onder andere helpen met het behalen van de LKT-taal op de PABO.
Behaviorisme = een stroming binnen de psychologie die ervan uitgaat dat kinderen hun taal leren
door imitatie. Kinderen bootsen de taal die ze in hun omgeving horen na.
- Goedkeuring van de ouders speelt een belangrijke rol.
Creatieve constructietheorie (mentalisme) = deze theorie gaat ervan uit dat kinderen taal niet
simpelweg imiteren, maar zelf over een aangeboren taalvermogen beschikken waarmee ze op een
creatieve manier zinnen kunnen bouwen.
- Met het aangeboren taalleervermogen is een kind instaat om zelf structuur te ontdekken in
de taal en kan het ook zinnen vormen die het nog nooit eerder heeft gehoord.
- De volgorde waarin een kind izch een taal eigen maakt wordt bepaald door biologische
rijping (1 jaar – taal produceren)
Interactionele benadering = men onderschrijft binnen deze theorie het belang van het aangeboren
taalleermogen, maar men benadrukt dat het taalaanbod van de omgeving en de interactie tussen
een kind en andere moedertaalsprekers belangrijk is bij het leren van een taal.
- Het taalaanbod moet afgestemd zijn op de mogelijkheden van het kind.
- Ouders doen dit als ze bijvoorbeeld spreken op een hogere toonhoogte of duidelijker
articuleren.
Verschillende niveaus van de taal:
Niveau Regels voor
Fonologisch niveau Uitspraak
Morfologisch niveau Opbouw van woorden
Syntactisch niveau Volgorde van woorden
Semantisch niveau Betekenis
Pragmatisch niveau Gebruik
Orthografisch niveau Spelling
,Eerste taalverwerving
1. Pre-linguale periode (van 0 tot 1 jaar).
2. Linguale periode
- Vroeg linguale periode (van 1 tot 2,5 jaar)
- Differentiatie fase (van 2,5 tot 5 jaar)
- Voltooiingsfase (van 5 tot 9 jaar)
Pre-linguale periode = de periode voordat een kind zijn eerste woordjes spreekt.
Fases binnen de pre-linguale periode:
- Huilen
- Vocaliseren = ze luisteren naar stemgeluiden en beginnen zelf klanken te produceren ook
wordt het spraakmechanisme geoefend.
- Vocaal spel = klanken worden gevarieerder en verschillen in hoonhoogte, luidheid en duur.
Kinderen produceren nu ook medeklinkers en zelfs allerlei klanken die we in het Nederlands
helemaal niet kennen.
- Brabbelen = na ongeveer 7 maanden, het herhalen van klankgroepen (bv. dada, bababa).
Aspecten die in deze periode worden geoefend:
Articulatie
Taalstructuur van de taal
Zinsmelodie
Communicatie met anderen
Linguale periode
1. Vroeg linguale periode (van 1 tot 2,5 jaar)
2. Differentiatie fase (van 2,5 tot 5 jaar)
3. Voltooiingsfase (van 5 tot 9 jaar)
Vroeg linguale periode = het brabbelen van de baby gaat langzamerhand over naar betekenisvol
taalgebruik. – laatste klank wordt bv. weggelaten ‘poes = poe’
Differentiatie fase = ze kunnen nu ook de taal gebruiken los van een concrete context en spreken
over zaken die niet in hun directe omgeving voorkomen. De taalontwikkeling wordt veel
gedifferentieerder, op alle niveaus van de taal ontwikkelt een kind zich. – vanaf nu leert een kind ook
morfologische en pragmatische aspecten.
Voltooiingsfase = een kind leert er niet zo spectaculair veel nieuwe dingen bij. Je kunt zeggen dat aan
het einde van deze periode een kind de taal op dezelfde manier beheerst als een volwassene.
, Tweedetaalverwerving
Simultane tweetaligheid = wanneer iemand twee talen min of meer gelijktijdig leert.
- Als kinderen voor hun derde levensjaar beginnen met het leren van een tweede taal, dan
rekenen we dat nog tot de simultane taalverwerving.
Successieve tweetaligheid = kinderen leren een tweede taal nadat ze een eerste taal hebben
geleerd.
- Bij successieve tweetaligheid leert iemand de tweede taal altijd met zijn kennis van de eerste
taal. Je ziet dan dat het leren van de tweede taal wordt beïnvloed door de eerste taal.
- Interferentiefouten kunnen hierdoor optreden.
Interferentiefouten = Fouten die voortkomen uit de verschillen tussen een eerste en een tweede
taal. Bv – Een turks kind dat het woord ‘wiel’ als ‘wil’ uitspreekt, omdat het Turks geen verschil kent
tussen de ‘i’ en ‘ie’.
Cognitieve academische taalvaardigheid: zie p. 83
CAT - Cognitieve Academische Taalvaardigheid = heeft betrekking op het schoolse taalgebruik, zowel
in geschreven als ik gesproken vorm. Het gaat om abstract taalgebruik dat je nodig hebt om op
school nieuwe informatie te leren.
Schooltaal
Instructietaal
Onbekende onderwerpen
Gericht op kennisoverdracht
Kort & bondig
DAT - Dagelijks Algemeen Taalgebruik = het taalgebruik voor de dagelijkse omgang.
Alledaagse taal
Thuistaal
Bekende onderwerpen
Gericht op communicatie
Veel herhalingen
Taalgebruik ondersteund door gebaren
Spreek- en luisterstrategieën
Luisterdoelen/luisterstrategieën
Luisterstrategie:
- Globaal luisteren = het proberen begrijpen van informatie, je let minder op details
- Intensief luisteren = je probeert alle details van een verhaal in je op te nemen, zodat je een
zo volledig mogelijk beeld krijgt van wat de spreker te vertellen heeft.
- Kritisch luisteren = je probeert tijdens het luisteren een mening te vormen. Je wilt
beoordelen of het verhaal van de spreker waar is of volledig of juist misleidend.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller renskedewijs123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.49. You're not tied to anything after your purchase.