Samenvatting van Nierfysiologie en Nierfunctie (nier 1)
1 view 0 purchase
Course
Nier 1
Institution
Nier 1
Dit is een samenvatting van de fysiologische en biochemische processen van de nier. Het behandelt de anatomie en functies van het nefron, de mechanismen voor filtratie, reabsorptie, en excretie, en de rol van de nier in de regulatie van bloeddruk, osmolariteit, en elektrolyten. Daarnaast wordt diep...
Hoofdstuk 1: Nierfysiologie
- De 6 functies van de nier beschrijven en toelichten
- Speci eke werking van de verschillende onderdelen van het nefron beschrijven.
- Uitgaande van de structuur van het glomerulus heb je de kennis van de mechanisme die
de GFR tot stand brengen en kan je uitleggen welke factoren de GFR beïnvloeden
- Kennis kunnen toepassen op concrete voorbeelden uit de praktijk
Hoofdstuk 2 : tubulaire reabsorptie
- De tubulaire werkinsgmechanisme (absorptie, secretie, excretie) van de nier kunnen
omschrijven en uitleggen
- Deze kennis kunnen toepassen op klinische casussen en/of geneesmiddelengebruik
Hoofdstuk 3: Nierfunctiemeting:
- Het begrip “ klaring” van een stof product correct kunnen formuleren
- Deze kennis kunnen toepassen bij het berekenen van de renale klaring van een stof/
product.
Hoofdstuk 4: Waterbalans
- De rol van de nier in het behoud van de waterbalans
- Deze kennis kunnen toepassen op (patho-) fysiologische casussen
Hoofdstuk 5: Zoutbalans en extracellulair volume (ECV)
- De rol van de nier op de zoutbalans/ homeostase van het ECV en de hormonale invloeden
hierop kunnen opsommen en toelichten.
- Deze kennis kunnen toepassen op (patho) fysiologische casussen en/of
geneesmiddelengebruik
Hoofdstuk 6: Kalium balans (geen leerdoelen?)
Hoofdstuk 7: Zuur-base evenwicht
- Belang, types en mechanismen van zuur-base afwijkingen in de kliniek kunnen
onderkennen en nauwkeurig kunnen omschrijven
- Deze kennis toepassen op concrete casussen
Histologie
Transport t.h.v. de nier
- Het transport, de absorptie en de secretie door de nier van diverse bestanddelen kunnen
lokaliseren binnen het nefron, en bondig kunnen verklaren
Pagina 1 van 26
fi
, Hoofdstuk 1: Nierfysiologie
De 6 functies van de nier beschrijven en toelichten
1. Regulatie extracellulair volume en bloeddruk
- MAP = DBP + 1/3 (SBP - BP).
- Bloedvolume: vochtinname of vochtverlies (passief of door de nieren)
- Hartdebiet: slagvolume * hartritme
- Weerstand bloedvaten: diameter arteriole.
- Distributie bloed in arterieel of veneus systeem: diameter venen.
2. Regulatie osmolariteit
- Osmolariteit = de tonus van in het ECV opgeloste deeltjes = mOsm/L plasma
- Osmolaliteit = mOsm/kg water
- Toniciteit = osmotisch actieve deeltjes in de oplossing per eenheid oplosmiddel.
- Osmolariteit wordt constant gehouden door de nieren, door de Na+ ( + glucose en ureum
een beetje) concentratie.
- E ectieve Osm (toniciteit) = [Na+] * 2 + glucose
- Belangrijk om dit te weten om te kijken naar zwelling van het brein bijvoorbeeld.
- Permeabele sto en = kunnen vrij bewegen en zorgen dus niet voor een gradient.
Voorbeelden zijn: ureum, ethanol, methanol en ethyleenglycol
- Niet permeabele sto en = kunnen niet vrij bewegen en zorgen voor een gradient.
Voorbeelden zijn: natrium, glucose, sorbitol en mannitol. Deze sto en zorgen voor het
aantrekken van water
3. Behoud van ionen balans
- De uitscheiding van ionen in de urine wordt continu bijgestuurd (na inname of bij behoefte)
door de nieren om concentraties op peil te houden.
- Na+ is belangrijkste elektrolyt bij regulatie van ECV en osmolariteit.
- K+ en Ca+ worden ook nauw gereguleerd door de nier.
4. Homeostatische regulatie pH
- pH van plasma constant tusse 7,38 - 7,42
- Wanneer pH daalt: H+ uitscheiden, HCO3- vasthouden
- Wanneer pH toeneemt: HCO3- uitscheiden, H+ vasthouden.
- Bu er van de nier voor pH werkt trager dan de longen als er afwijkingen zijn.
5. Uitscheiding van afvalsto en
- Nieren elimineren de metabole afbraakproducten en lichaamsvreemde sto en met de urine.
- Begrip klaring is hier belangrijk.
6. Aanmaak van hormonen.
- De nieren produceren:
- Erythropoetine: Stimulatie aanmaak van RBC (beenmerg)
- Renine: initieert RAAS. Zijn hormonen betrokken bij regulatie van zoutbalans en bloeddruk
- 1 - hydroxylase: Enzym dat 25-OH vitamine D omzet in zijn actieve vorm = 1,25 (OH)
vitamine D. Actief vitamine D is een hormoon dat de Ca+ balans regelt.
- Oiv zon wordt in huid cholecalciferol gemaakt (dat is niet actieve vorm van vitD) —> in
lever ontstaat er een intermediare vorm (25 OH vitD) —1 hydroxylase —> actieve vorm
(1,25 OH vit D = calcitriol) wordt gemaakt in nier.
- Is er te weinig Ca: positieve feedback door PTH (van parathyroiden) —> meer van 1
hydroxylase.
- Verminderde perfusie kan zorgen voor de activatie van de endocriene functies —> EPO en
renine worden geproduceerd
Speci eke werking van de verschillende onderdelen van het nefron beschrijven.
Reservecapaciteit van de nieren: een nier heeft 10^6 glomeruli (dus nefronen) met een reserve
capaciteit.
- Het serum creatinine stijgt pas als de nierfunctie (GFR) met 50% is afgenomen. Een patient kan
dus sluimerende nierfunctie verlies hebben zonder dat je dat doorhebt.
- De homeostase wordt pas verstoord wanneer 75% van de nierfunctie verloren is.
Pagina 2 van 26
𝛼ff ff fi ff ff ff 𝛼 ff ff 𝛼
, Nefron:
- 80% corticale nefrons
- 20% juxtamedullaire nefrons
- Werkt samen met corticomedulaire gradient: hele hoge osmolariteit aan de top.
Functies van het nefron
- Filtratie: bloed —> lumen
- Gelimiteerd tot de glomerulus
- Reabsorptie: lumen —> bloed
- Aanpassingen van toniciteit wordt gereguleerd
- Proximale tubulus, distale tubulus, lis van henle, ductus colligens
- Secretie: bloed —> lumen
- Stofjes die niet in het lichaam horen worden gesecreteerd
- Proximale tubulus, distale tubulus, ductus colligens
- Excretie: lumen —> buiten lichaam
- Bereken door: amount ltered - amount reabsorbed + amount secreted = amount of solute
excreted.
- Einde van ductus colligens
Filtratiefractie:
- Hartdebiet is 5 l/min, 1l/min gaat naar de nieren, renale plasma ow = 600 ml/min (want 60%
van bloed is plasma)
- Slechts 20% van het plasma dat de glomerulus passeert wordt ge ltreerd = ltratiefractie
- Minder dan 1% van het ge ltreerde volume wordt uitgeplast. 19% wordt heropgenomen
- 99% dat in de nier komt wordt heropgenomen
- GFR = glomerulaire ltratie rate = 120 ml/min = 180L/dag
- Dirurese = 1-3 L/dag
Uitgaande van de structuur van het glomerulus heb je de kennis van de mechanisme die de
GFR tot stand brengen en kan je uitleggen welke factoren de GFR beïnvloeden
Glomerulaire ltratie:
- Endotheel, basaal membraan en slit diafragma’s = 3 lagige ltratie barrière
- Bovenop de glomerulaire capillairen is er epitheel gevormd tot podocyten —> zorgen voor slit
diafragma’s. Hierdoor kunnen alleen hele kleine eiwitten, zouten en plasma erdoor.
- (Lis van Henle komt lang de glomerulus: daar voelen zij de concentratie Na en H2O —> sturen
signalen naar a erente en e erente arteriolen. )
Een normale GFR = 120 ml/min
GFR wordt beinvloed door:
1. Net ltratie druk en & autoregulatoire mechanimse
- Hydrostatische druk, colloid osmotische druk en vloeistofdruk
- Net ltratie druk = Hydrostatische druk - colloid osmotische druk - vloeistofdruk
- Hydrostatische druk= enige die het kapsel in werkt, is de bloeddruk
Pagina 3 van 26
fi fi ff fi fi fiff fi fl fi fi
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller veerlevanhetkaar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.85. You're not tied to anything after your purchase.