Dit document bevat een samenvatting van het onderdeel cellen van het vak biomoleculen en cellen. Het bevat een bespreking van elke dia op de pokerpoints en een bespreking van de grafieken. Het bevat bovendien de lesnotities en een samenvatting van de powerpoints. Daarnaast zijn er ook afbeeldingen ...
Cellen
Hoofdstuk 1: introductie
Macromoleculen: een molecule dat bestaat uit meerdere atomen,
waardoor het een grote moleculaire massa bezit.
- Eiwitten
- Suikers
- Vetten
- Nucleïnezuren
De relevantie van celbiologie:
- Ziekte en therapie:
Oorzaak: mislopen van individuele celprocessen of individuele
cellen.
o Kanker
o Immunotherapie: het aanzetten van cellen om
kankercellen te bestrijden.
- Duurzame processen
o Het omzetten van bepaalde planten in brandstoffen.
- Voeding: bepaalde producten resistenter te maken.
Cellen zijn heel klein -> niet met het oog waarneembaar.
- Alleen de vrouwelijke eicel is waarneembaar met het oog.
Weefsel: gelijkaardige cellen met een gemeenschappelijke functie.
- Bevat extracellulair matrix.
- 4 hoofdtypes van weefsels:
Epitheel: bedekt lichaamsoppervlakken en omlijnt inwendige
holtes
Bindweefsel: ondersteunt en beschermt
Spierweesel: zorgen voor beweging
Zenuwweefsel: zorgt voor snelle interne communicatie via
elektrische impulsen.
Organen: 2 of meer weefseltypes die samen een specifieke functie
uitoefenen, die afzonderlijke weefsels niet uitgeoefend kunnen worden.
Stelsel/orgaansysteem: verschilende typen van organen die samen ene
complexe functie uitoefenen.
- Uitwendige bescherming: integument omvat de huid met zijn
aanhangsels (haren, nagels, gespecialiseerde zweet- en talgklieren).
- Steun en beweging: skeletsysteem zorgt voor steun en
spiersysteem zorgt voor beweging.
, - Communicatie, controlae en integratie:
Zenuwstelsel: hersenen, ruggenmerg en zenuwen
Endocriene systeem: bestaat uit gespecialiseerde klieren.
Deze scheiden chemische stoffen (hormonen) in de bloedbaan.
- Tranposrt en verdediging:
Circulatiesysteem: bestaat uit het hart en een gesloten
systeem van bloedvaten.
Lymfatisch systeem: lymfe, lymfevaten, lymfeknopen
Immuunsysteem: bestaat uit sterk gespecialiseerde cellen en
moleculen (antilichamen) die bescherming en weerstand
bieden tegen ziekte.
- Uitwisseling met de omgeving
Ademhalingsstelsel: neus, farynx, larynx, trachea, bronchi en
longen.
Spijsverteringsstelsel: mond, farynx, oesophagus
Excretiestelsel: niet en utinewegen.
- Voortplanting en ontwikkeling
Voortplantingsstelsel: bevruhcting en ontwikkeling van
nakoomelingen.
Homeostase: zorgt voor het constanthouden van het lichaam.
- Dit gebeurt via negatieve feedback loops.
- De cel zorgt voor homeostase via signaaltransductie pathways.
Alle cellen hebben gemeenschappelijke kenmerken:
- Identiteit: een cel is een afgesloten comaprtiment
- Biochemie: bestaan uit dezelfde bouwstenen
- Groei en metabolisme: opname van selectief materiaal en
opname van stoffen die omgezet worden naar eigen bouwstenen
- Respons: in staat om te reageren op externe stimuli door beweging.
- Reproductie: vermenigvuldigen, het maken van nakomelingen
- Informatiestroom: het opslaan van indormatie onder de vorm van
DNA
Afgescherven als mRNA
Vertaald in proteïnen
Opbouw van een cel:
- 70% uit water
- 30%: informatie (alles dat nucleotiden bevat), de proteïnen, lipiden
(membranen), suikergroepen.
Er zijn ook metabolieten, maar deze zitten in een andere groep.
Oercel = de minst ontwikkelde cel, waaruit alle cellen zijn ontstaan.
, Eukaryoten Prokaryoten
Compartime Meercelligen Eencelligen
n-talisatie
Vormen groepjes om een Vormen geen groepjes
organisme te vormen.
Intern zijn
organellen/structuren te
onderschieden
DNA Het DNA zit verpakt in een Bestaat uit een zakje
nucleus. waarin het (circulair) DNA
zit. Dit is een nucleoid
Prokaryoten verdelen zich in 2 groepen:
- Eubacteria: de meest voorkomende bacteria
Helpen om het voedsel te digereren/afbreken.
- Archaeabacteria: komen niet veel voor
Komen voor in extreme omstandigheden.
o Hoge temperatuur
Verschil dierlijke en plantencel:
- Chloroplasten: zorgt voor fotosynthese
- Plant is onbeweegbaar -> grote vacuole: opname water.
- Celwand
Eukaryote celstructuur:
- De plasmamembraan definieert celidentiteit
Beschermt en omsluit de celinhoud.
Opgebouwd uit fosfolipiden en proteïnen
Membraanproteïnen herkennen specifieke moleculen ->
integriteit van de membraan gaat niet verloren. -> interactie
mogelijk met de extracellulaire omgeving en andere cellen.
- De celkern is het informatiecentrum
Bevat DNA
Aanwezigheid van nucleoli: zorgen voor de synthese van de
ribosomen.
Omgeven door dubbele lipide kernmembraan: de buitenste is
continu met ruw endoplasmatisch reticulum
Het DNA wordt gecompacteerd en verdeeld tussen
dochtercellen tijdens de mitose.
Het DNA zit grotendeels in een tussenzone: een deel is sterker
gecompacteerd en een deel is weinig gecomapcteerd, zodat
deze kunnen afgeschreven worden.
Het DNA wordt nooit rechstreeks gebruikt.-> Het DNA wordt
selectief afgeschreven en vertaald door ribosomen.
- Ribosomen staan in voor de synthese van eiwitten
Hebben geen membraan -> geen organellen
Functie: proteïnesynthese
Ribosomen komen vrij voor in het cytoplasma of gebonden op
ruw endoplasmatisch reticulum.
Komen voor in mitochondriën en chloroplasten
- Mitochondriën en chloroplasten voorzien energie
Functie: celademhaling + energieproductie
Aanmaak van ATP.
Dubbel membraan: de buitenste is relatief homogeen en de
binneste vormt invaginaties (=cristae).
Eigen DNA
Chloroplasten komen alleen voor in planten en zorgen voor de
fotosynthese.
Endosymbiont theorie: mitochondriën en chloroplasten vinden hun
oorsprong in types oerbacteriën.
- Mogelijk omdat er een dubbel membraan is
- Chlotoplasten en mitochondriën hebben een eigen DNA
- Bacteriën in de natuur hebben vergelijkbare functie.
Het endomembraansysteem vervaardigt proteïnen voor diverse
bestemmingen.
- Groot deel van het cytoplasma wordt in beslag genomen door een
uitgebreid netwerk van organellen. Deze communiceren met elkaar
via kleine membraanomsloten vesikels = endomembraansysteem.
Bestaat uit endoplasmatisch reticulum, golgi-apparaat en
lysosomen.
Endoplasmatisch reticulum bestaat uit een ruw en glad gedeelte.
- Startpunt van de membraansynthese en synthese van
gesecreteerde proteïnen.
- Ruw ER: bedekt met ribosomen
Functie bij eiwitsynthese
- Glad ER:
Metabole functies
Golgi-apparaat: groepjes afgeplatte cisteren omgeven door een
membraan.
- Functie: transport van gesynthetiseerde eiwitten naar de juiste
plaats in de cel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bernaemin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.08. You're not tied to anything after your purchase.