Dit is een uitgebreide samenvatting van alle hoofdstukken uit het boek Voor de verandering, die je in jaar 1, periode 1, bij de opleiding Social Work op Fontys krijgt.
1, 2, 3, 4, 5, 6, en 8
November 7, 2024
39
2023/2024
Summary
Subjects
samenvatting agogiek 1
agogiek
jaar 1
social work
voor de verandering
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Fontys Hogeschool (Fontys)
Social Work
Agogiek
All documents for this subject (49)
Seller
Follow
emmavanmoll1
Content preview
Agogiek
Boek: voor de verandering, 7e druk
Agogiek hoofdstuk 1 samenvatting:
1.1 veranderen en helpen veranderen
Het woord veranderen kan je op verschillende manieren opvatten. Het kan overgankelijk en
onovergankelijk worden gebruikt. Het anders maken is overgankelijk, het anders worden is dat niet.
In de agogiek gaat het niet om kleine veranderingen zoals bijvoorbeeld je vriend die je overhaalt mee
te gaan naar een verjaardag of reclame bureaus die je overhalen hun producten aan te schaffen.
Agogiek gaat in op de professionele beïnvloeding van mensen met de bedoeling dat zij het op een
manier beter gaan krijgen. Het betreft begeleiding van verandering door bijvoorbeeld
maatschappelijke werkers, verpleegkundigen, re-integratieconsulten, reclasseringswerkers,
psychotherapeuten, coaches, opbouwwerkers, voorlichters, geestelijk verzorgers en
organisatieadviseurs.
- Agogie = verzamelnaam voor het werk
- Betreffende beroepen = agogische beroepen
- Werksoorten = agogisch werkveld
- Mensen die agogie bedrijven = agogen
- De leer van algemene principes in deze werkvelden = agogiek
Agogiek is het geheel van de theorie over het doen veranderen van mensen, de ervaringskennis die
daarbij is opgedaan en de gewoonten en gebruiken die zich daarbij hebben gevormd. Agogiek geeft
aanwijzingen voor de wijze waarop je mensen kunt helpen, begeleiden bij veranderingsprocessen.
1.2 kenmerken agogie
Agogiek gaat altijd over de verandering van mensen. Beinvloeden en veeranderen zijn kernbegrippen
bij agogiek. Chirurgen brengen verandering, wiskunde leraren ook, marketeers proberen het ook.
Toch is dit alle geen agogie. Er is sprake van agogiek bij de volgende kenmerken:
Het gaat om een psychosociale verandering
Psychosociaal is een samenvoeging van de woorden psycho en sociaal. Het eerste betekend ‘ziel’ of
‘geest’, sociaal verwijst naar alle onderlinge verhoudingen van mensen. Psycho en sociale zijn niet te
onderscheiden. Hoe je je gedraagt naar andere (sociaal) hangt samen met hoe je je voelt, wat je
denkt en waarin je gelooft (psychisch). Dit geld ook voor je opvoeding en met wie je omgaat.
Onder psychosociaal rekent men gevoelens en houdingen (attitudes), gedragingen, gedachtes,
beelden, fantasieën en dergelijke van individuele mensen. Maar ook de communicatie in een groep,
normen en waarden van je samenleving en de besluitingsprocessen doen ertoe.
Het begrip psychosociaal functioneren kan dus betrekking hebben op individuele mensen en op
groepen. Hoewel het toebrengen van kennis ook een psychisch proces is, is dit geen agogiek. Het gaat
verder dan alleen dingen weten.
De verandering wordt door de betrokkenen gewenst
Degene die de verandering ondergaat staat centraal. Ook al vind de agoog de uitkomst ook wenselijk,
het gaat om de client. Dit maakt ook het verschil met reclame omdat daarin het product voorop staat.
De beïnvloeding vindt beroepsmatig plaats
,Er is pas sprake van agogiek wanneer degene de verandering op grond van het beroep dat hij
uitoefent doet. Vrijwilligers kunnen ook agogisch zijn. Iemand kan een agoog worden genoemd
wanneer helpen veranderen zijn taak is.
De beïnvloeding is doelgericht
De invloeden die wij dag in dag uit krijgen is niet altijd de bedoeling en is vaak toeval. Dit is geen
agogiek. Hier is alleen sprake van wanneer de situatie van te voren nadrukkelijk bedacht en gepland
is. Het moet zo bedoeld zijn.
De veranderaar werkt systematisch
De zaken zijn geen toeval. Het doel gaat niet misschien behaald worden. Hij probeert systematisch die
omstandigheden te scheppen waarvan hij denkt dat ze de bedoogde verandering kunnen
vergemakkelijken. Alles word op elkaar afgestemd en alles word gebaseerd op vakkennis en ervaring.
De beïnvloeding vind bewust plaats
De beïnvloeding vind voor beide partijen open en eerlijk plaats.
De beïnvloeding is vrijwillig ondergaan
We spreken pas van agogie als degene die word beïnvloed zich hier vrijwillig aan word onderwerpt. Al
is het niet volledig wederzijds wanneer iemand bijvoorbeeld in een tbs-kliniek zit. In hoeverre is dit
vrijwillig?
De beïnvloeding is niet wederzijds
De rolverdeling tussen agoog en degene die je helpt te veranderen is niet gelijk. De beïnvloeding is
echt gericht op de client. Een depressief persoon kan zijn hulpverlener bijvoorbeeld makkelijk aan het
twijfelen brengen. Dit is dan een bijeffect. Het doel van de relatie tussen de partijen is dit niet.
Het gaat om jong volwassenen
De behandeling van jonge kinderen valt onder pedagogiek en niet onder agogiek.
De eigenschappen van agogiek zijn eerder richtinggevend dan absoluut. Sommige dingen die volledig
aan het lijstje voldoen kunnen alsnog niet onder agogiek vallen. Omgekeerd zijn er ook legio
veranderingsprocessen die niet aan alles voldoet maar toch wel agogiek zijn. Bijvoorbeeld
vrijwilligheid.
Psychosociale en niet-psychosociale dingen zijn lastig te onderscheiden. Zo kun je het inkomen of de
woonsituatie niet los zien van het welzijn van mensen.
1.3 client
Degene die de verandering ondergaat kent veel verschillende termen. Medici noemt hen patiënten.
Voor agogisch gebruik geldt dit niet omdat het associaties oproept met een passieve, afhankelijke en
onzelfstandige rol. Het houdt ook lijden en ongemak in terwijl agogiek streeft van goed naar beter.
Om gelijkwaardigheid en zelfstandigheid te benadrukken wordt het begrip client gebruikt. Wanneer
het om een verandering van verschillende personen tegelijk gaat (gezin, buurt, sportclub), spreek je
van een cliëntsysteem. Het woord kan wel bezwaar hebben omdat het formeel, afstandelijk en
geforceerd klinkt.
Als het om cursussen of trainingen gaat wordt de term deelnemer gebruikt. In instellingen worden
cliënten vaak bewoners genoemd, in opvanghuizen zijn dit gasten. Mensen met verstandelijke
,beperkingen zijn pupillen. Wanneer het om grote (anonieme) groepen gaat, kan het begrip doelgroep
van pas komen.
1.4 agogische beroepen en velden
Er zijn veel beroepen met een agogisch karakter. Hierin zijn er 2 te onderscheiden: beroepen waarin
agogisch werk centraal staat en beroepen waarin agogiek een aspect is.
- Agogisch werk staat centraal:
Sociaal werker, maatschappelijk werker, ervaringsdeskundige etc. hier is verandering de kern van je
beroep.
- Er zit een agogisch aspect in:
Verpleegkundige, arts, leraar etc. Agogiek is niet de kern, maar het komt er af en toe wel bij kijken.
Deze beroepen vinden allemaal plaats in een aantal werkvelden. Een werkveld of werkterrein is
een geheel van instellingen, mensen, beroepen, organisaties, regels, wetten en dergelijke die
betrekking hebben op hetzelfde doel en dezelfde doelgroep. Voorbeelden van werkvelden zijn:
reclassering, maatschappelijk werk, sociaal werk in wijken, gezondheidsvoorlichtingen,
opvoedingsvoorlichtingen, inrichtingswerk, gezondheidszorg, ontwikkelingssamenwerking,
organisatieadvies, jongrenwerk en kinderbescherming.
1.5 Psychosociaal veranderen op verschillende niveaus
Cliëntensystemen kan men onderverdelen in categorieën. Het gaat hierbij om de consequenties die
de omvang heeft voor de aard van het psychosociale functioneren. Het begrip emotie behoort
bijvoorbeeld tot een individu. Op basis van de aard van het psychosociale functioneren
onderscheiden we vier soorten clientsystemen: individuele personen (micro), groepen (micro),
organisaties (meso) en grotere samenlevingsverbanden (meso/macro).
Individuele personen
Aspecten van het psychosociale functioneren van een individu zijn onder andere gevoelens,
houding, ervaringen, gedrag, zelfbeeld, identiteit, ambitie, overtuiging, behoeften en verlangens.
Psychosociale veranderingen in personen kunnen dan ook zijn: aanvaarden dat je zoon eigen
keuzes maakt, blijvend een sport gaan doen, sneller kritiek uitten, sneller grenzen aangeven,
open staan voor problemen van anderen etc.
Groepen
Een verzameling mensen die elkaar kennen en met elkaar omgaan en die ook herkenbaar zijn als
in een bepaalde situatie bij elkaar horend. Zoals gezinnen, teams, collega’s of leefgroepen. In een
groep vinden ook het psychosociale functioneren van een individu plaats omdat het bestaat uit
mensen. In groepen bestaan daarbovenop nog meer verschijnselen zoals: jaloezie, communicatie,
vriendschap, besluitvorming, onderling vertrouwen etc.
Organisaties
Een organisatie bestaat ook uit individuen en groepen, maar hier zijn nog meer aspecten van
belang. Een organisatie is veel anoniemer dan een groep. Als mensen elkaar kennen, is dit
meestal op afstand waardoor er formeel gepraat moet worden. Bv. fabrieken, winkels, scholen
, etc. Psychosociale zaken die in een organisatie spelen zijn onder meer hiërarchie,
belangentegenstellingen, besluitvormingsprocedures, geschreven regels en formele posities.
Voorbeelden van veranderingen in het psychosociale functioneren van organisaties zijn: een
hogenschool stelt een studentenraad in, een taakwijziging tussen 2 afdelingen bij de brandweer,
een ziekenhuis voert nieuwe verpleegprotocollen in etc.
Grotere samenlevingsverbanden
Met een groter samenlevingsverband bedoelen we een grote, doorgaans anonieme verzameling
mensen die een of ander gemeenschappelijk kenmerk hebben. Het is niet altijd duidelijk wie er
wel en niet toe behoort. De samenstelling wisselt dan ook constant. Ook hier geldt dat de
voorafgaande aspecten terug worden gevonden + nog meer. Maatschappelijke normen en
waarden spelen hier ook een rol, vaak is er dan ook een eigen subcultuur. De communicatie is
anoniem en verloopt via massa-media. Er zijn wetten en regels van de overheid die het gedrag
bepalen. Voorbeelden van psychosociale veranderingen zijn: klimaatbewustzijn, opkoming van
vrijwillige hulp voor bejaarden, beweging tegen globalisering etc.
De onderverdeling in de 4 niveaus is zeker niet altijd duidelijk. Het kent een zekere willekeur. Het gaat
hierbij dan ook om een denkschema, de specifieke dingen zijn minder belangrijk. Door de
aanwijzingen maakt het je makkelijker om te kijken op welk gebied er iets speelt.
1.6 verschillende uitgangspunten, uiteenlopende gevolgen
Vervangen of toevoegen
Veranderingen kun je zien als het verschil tussen nieuw en oud. Dat verschil is niet altijd
hetzelfde. Je kunt dingen vervangen of toevoegen.
Vervangen er verdwijnt iets ten gunste van iets anders.
2 veranderingsprocessen:
- Het nieuwe, eigen maken en aanleren
- Het oude en vertrouwde verlaten en afleren
Toevoegen het oude blijft bestaan, maar er wordt iets aan toegevoegd.
De 2 kunnen elkaar ook aanvullen.
Positieve en negatieve uitgangssituaties
Bij een negatieve uitgangssituatie is er een probleem en bestaat de verandering uit het oplossen
van dat probleem. In de andere uitgangsituaties is de uitgangspositie al goed, maar is er een
streven naar een betere toestand en wil men zich nog meer ontwikkelen.
Niet veranderen is ook veranderen
Soms is het niet vanzelfsprekend dat iemand verandert en wordt iemand meegesleurd in zijn
omgeving, hij moet er dan alles aan doen om te blijven bij zijn oude situatie. Een client kan nadat
zijn situatie is besproken en verkend ook zeker van de verandering afzien. Hij gaat toch niet weg
bij de opleiding, hij scheid toch niet van zijn partner etc. de verandering die hier heeft
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmavanmoll1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.11. You're not tied to anything after your purchase.