Agogiek 2
Week 1
Methodeontwikkeling
1 inleiding
professionele hulpverleners onderscheiden zich van niet-professionele omdat zij methodisch werken.
Dit kunnen ze doen door de juiste methode op het juiste moment voor de juiste client te hanteren.
Hulpverlening moet effectief zijn, je moet doen wat je beloofd te doen, het moet effectief zijn. Dit
moet bewezen worden. Dat wordt ‘evidence based werken’ genoemd. De orientatie op waarden
word ‘value based werken’ genoemd.
Bij value based werken staat de werker en de instelling centraal, bij client based werken de client en
bij evidence based werken staat de maatschappij centraal. Al deze 3 werken samen en zijn van
belang bij een goede hulpverlening (Van Montfort)
Proffesionele hulpverleners zijn in staat de praktijk toe te passen EN te sturen, in tegenstelling tot
sociaal-pedagogisch hulpverleners die alleen de praktijk toepassen.
Een eerste ordening: begripsomschrijvingen
Methodisch handelen: doelgericht, systematisch, planmatig en bewust handelen of doen.
Hulpverlenen is een wederkerig proces waarin hulpverlener en client ook als persoon betrokken zijn
en met elkaar te maken hebben. Een goede hulpverlener is niet alleen iemand die veel weet van de
clienten en de problemen van hen of over veel werkwijzen beschikt. Hij is iemand die daarnaast de
kunst verstaat de situatie op zich te laten inwerken en in wisselwerking met de client zijn handelen
laat bepalen en bereid en in staat is de hulpverleningsrelatie als een menselijke relatie zien waar hij
als persoon bij betrokken is.
Een methodisch handelende hulpverlener hoeft niet telkens opnieuw te beginnen bij iedere client, hij
heeft de beschikking over veel methodes.
Methode: een omschreven en doelgerichte werkwijze om met een client of groep in een bepaalde
situatie een bepaald vraagstuk op te lossen.
Een methode geeft richting aan het handelen van de hulpverlener door middel van aanwijzingen voor
het gebruik van instrumenten en technieken.
Kenmerken van methoden:
- kent specifieke, welomschreven doelen en is speciaal ontworpen om die te kunnen bereiken
- is ontworpen voor een doelgroep of kent verschillende uitwerkingen voor verschillende
doelgroepen
, - specifiek en beperkt in het bereik; bruikbaar voor omschreven en goed afgebakende situaties
en vraagstukken
- is gestandaliseerd en overdraagbaar; heeft vaste structuur met voorgeschreven stappen
- is niet voor eenmalig gebruik of persoonsgebonden
- is handelingsgericht (geeft aan wat een hulpverlener kan doen en welke instrumenten of
technieken hierbij handig zijn)
- heeft een expliciet theoretisch, wetenschappelijk verantwoord kader
- is bij voorkeur bewezen effectief
Er zijn heel veel methoden en werkwijzen in gebruik, die alle gebasseerd zijn op algemenere
benaderingen en uitgangspunten. Inzichten van wat je bij welke client moet doen, veranderen erg
snel. methoden zijn onderhevig aan modes en soms gebonden aan een werksoort.
Er is bepaald geen eenkennigheid of ideologische kieskeurigheid bij het inzetten van methoden. Deze
meer pragmatische benadering is ongetwijfeld mede een gevolg van de toenemende noodzaak voor
hulpverleners om beter naar de client te kijken en te luisteren en aan te sluiten bij wat de client wil
en nodig heeft. Het hoeft niet hteoretisch te zijn, maar het moet werken.
Sommige methoden lijken op recepten: als je precies handelt volgens de voorschriften, lukt het altijd.
Andere zijn minder gedetailleerd en geven de hulpverlener ruimte voor eigen intrepetatie en
aanpassing aan de omstandigheid.
Het lineaire karakter is kenmerkend aan mehtoden. de hulpverlening verloopt rechtlijnig, in een vaste
volgorde van stappen en interventies, los van omstandigheden, de hulpverlener en de client.
Op receptmethoden die een hoge mate van standaardisatie en protocollering kennen, kan de client
weinig invloed uitoefenen. Zonder deelnme van de client kan de hulpverlening niet slagen.
De client heeft een actieve rol: hij bepaald mede de hulpverlening, hij is een medespeler.
Hulpverlening komt in interactie tussen beide tot stand.
Het streven is niet om de volgorde van stappen te hanteren, maar om steeds opnieuw het probleem
van de client, de doelen en de aanpak aan de orde te stellen en zo nodig opnieuw te defineren.
Methodiek: een overkoepelend kader, dat in dagelijks werk nogal eens ontbreekt of vel te vaag en
onduidelijk is. Hier zijn 2 oorzaken op te wijzen:
1. de methodiek is te impliciet en dus vaag, geeft geen duidelijke aanwijzingen voor te kiezen
methoden en werkwijzen en is meestal ook geen steun bij het methodisch handelen. Werkers
zullen in dit geval al snel zeggen dat hun instelling geen methodiek heeft.
2. De methodiek is wel expliciet, maar geeft precieze voorschriften voor het handelen.
Er valt in beide gevallen niet verantwoord te kiezen. In het eerste geval zullen de wekers het zelf
moeten uitzoeken, in het tweede geval is het voor hen uitgezocht en hoeven ze het alleen maar uit te
voeren. De enige keuze van de werker hierbij is om het protecol op het juiste moment en situatie uit
te voeren.
,Samenhangende verzameling van methoden en werkwijzen die gebaseerd is op wetenschappelijke
inzichten en praktijkervaringen en visies en overtuigingen.
Ze kunnen expliciet (duidelijk) of impliciet (onduidelijk) aanwezig zijn.
Vier basiselementen methodiek:
1. Methodiek maakt verantwoord kiezen mogelijk
Zonder methodiek is een goede hulpverlening niet mogelijk. Dit zal leiden tot trial-and-error-
hulpverlening.
Trial and error (vallen en opstaan) is een methode waarbij verschillende maatregelen of theorieën
worden uitgeprobeerd totdat men de juiste oplossing heeft gevonden of een tevredenstellend
resultaat heeft bereikt – zo lang totdat fouten voldoende zijn beperkt of verwijderd.
2. Steunt op praktijktheoretische en wetenschappelijke inzichten
Hierbij komt praktijk en wetenschap/theorie samen. Het is een wisselwerking tussen die 2.
3. Steunt op etische en normatieve stellingnames
Waarden en normen die het methodisch handelen mede moeten bepalen, moeten in de methodiek
duidelijk worden. Waarden en normen dienen als basis voor alle werkers. Visies en opvattingen.
4. Methodiek ontwikkelt zich in een uitwisseling tussen theorie en praktijk.
Theorie is te abstract en te ver van de praktijk verwijderd om echt houvast te bieden. Methodiek
moet daarom ook gevoed worden door de praktijk. Ervaringen van de hulpverlener moeten
systematisch in de methodiek worden opgenomen.
Kenmerken methodiek:
1. Stelt hulpverleners in staat om op een verantwoorde en consistente manier methoden en
werkwijzen te kiezen.
2. Geeft in grote lijnen aan hoe er hulp verleend moet worden en binnen welke grenzen de
hulpverlener moet handelen.
3. Geeft aanwijzingen voor en ondersteuning bij het handelen, geen gedetailleerde
voorschriften.
4. Is open en dynamisch, methodiek is continu in ontwikkeling. Enerzijds nieuwe
(wetenschappelijke) inzichten en anderzijds door nieuwe ervaringen in de
hulpverleningspraktijk van hulpverleners en clienten.
5. Moet gedragen worden door alle geleidingen in de hulpverleningsinstelling, van client tot
management.
6. Methodiek moet overdraagbaar zijn en niet persoonsgebonden.
Methodieken bestaan niet uit één wijze van doen (zoals een methode), maar zijn een combinatie van
verschillende wijzen. Vaak worden methode en methodiek met elkaar verward. Een methode is
echter een opzichzelfstaand onderdeel van een methodiek. De grens tussen methoden en
methodieken is soms moeilijk te trekken, aangezien geen enkele methode volledig uit de lucht
gegrepen - dus op volledig opzichzelfstaand - is. Methoden zijn, net als methodieken, ook theoretisch
onderbouwd.
, Protecollen kunnen een bijdrage leveren aan de kwaliteit van hulpverlening en soms zelfs nodig zoals
in de extreme of juridische gevallen. Maar ze mogen de hulpverlening niet bepalen. Ze komen vaak
tot stand door externe betrokkenen en maatschappelijke instanties, en worden opgelegd.
Methodiek bepaalt niet het handelen zelf, maar helpt bij het kiezen en vormgeven aan het handelen.
Verantwoording afleggen is een belangrijk onderdeel die nodig is voor de kwaliteitszorg, die van groot
belang is. Een goede methodiek moet er ook voor zorgen dat kwalitatiebe factoren in de
kwaliteitszorg een rol spelen. Er moet dan wel een uitdrukkelijk omschreven en gestuurde methodiek
zijn.
Methodiek steunt op praktijktheoretische inzichten
Methodiek zorgt voor verbinding tussen theorie en praktijk. De praktijktheoretische inzichten zorgen
ervoor dat de hulpverlener niet steeds opnieuw het wiel hoeft uit de vinden maar hij de kennis kan
gebruiken die er is. Kennis en inzicht geven geen aanwijzing voor het handelen, maar zijn wel nodig.
De wisselwerking tussen de wetenschap en de uitvoeringspraktijk, bepaalt de methodiek. De
verhouding hiertussen kan wisselen.
Deductief: een bestaande theorie probeert te toetsen
Inductief: een nieuwe theorie probeert te creëren
Methodiek kent ethische en normatieve stellingnames
Normatieve stellingnames: waarden en normen die het methodisch handelen mede moeten
bepalen, moeten in de methodiek duidelijk worden.
Het is een geheel van gezamenlijk gedragen belangrijke waarden en normen die als basis dienen voor
het handelen van alle werkers.
Waarden en normen zijn dus geen privezaak van individuele hulpverleners! Ziensgewijzen over mens
en maatschappij, mensvisies, opvattingen over clienten en hulpverlening, over hoe clienten bejegend
moeten worden, over bestaans- en zorgethiek, over ethiek van de zorg; ze zijn allemal van belang bij
de hulpverlening.
Methodiek ontwikkeld zich in wisselwerking tussen theorie en praktijk
Methodiek moet gevoed worden door de praktijk. De ervaringen van de proffessional moeten in de
methodiek opgenomen worden. Zo ontstaat er een wisselwerking tussen hoe het zou moeten, tussen
hoe men het zou willen, wat er mogelijk is en hoe het ook echt gaat.
Methodiek is altijd ook methodiekontwikkeling. Het is een creatief proces waarin professionals niet
alleen gebruik maken van kennis en ervaring, maar creeren zelf ook nieuwe praktijkkennis.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmavanmoll1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.66. You're not tied to anything after your purchase.