100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting sociologie periode 2, jaar 1 $8.27
Add to cart

Summary

Samenvatting sociologie periode 2, jaar 1

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van alle stof die je in periode 2, jaar 1, op de opleiding Social Work krijgt.

Preview 3 out of 26  pages

  • No
  • 1, 4 en 5
  • November 7, 2024
  • 26
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Sociologie periode 2, jaar 1
Samenlevingen, inleiding in de sociologie


Hoofdstuk 1: Het terrein van de sociologie

1.1 Wat is sociologie?
Sociologie hebben we gedefinieerd als de wetenschap van de manieren waarop mensen met elkaar
samenleven of ‘’de wetenschap van de maatschappij/ menselijke groep’’.
-Maatschappij: de grootste sociale eenheid waartoe mensen behoren.
-Groep: een verzameling van onderling verbonden mensen die een besef van een gemeenschappelijk
identiteit, een ‘’wij-gevoel’’ kennen.

Ook al vallen de mensen die geen besef van een gemeenschappelijke identiteit hebben (en die dus in
die zin geen groep vormen) ook onder het terrein van de sociologische studie. Om dit bezwaar te
ondervangen kan de sociologie beter gedefinieerd worden als de studie van sociale netwerken.
-Sociaal netwerk: een ongescheiden geheel van relaties tussen actoren (individuen of groepen).
Onder zo’n netwerk kunnen actoren centrale posities innemen of een meer marginale
(onbelangrijke ) positie. Zo ontstaan er verschillende sociale posities.

De sociologie houdt zich bezig met samenhangende aspecten in de samenleving. Een telkens
terugkerende sociologische vraag is: hoe hangt de belevingswereld van het individu samen met
kleinere en grotere sociale verbanden waar ze deel van uitmaken? Doordat de sociologie zich heel
breed oriënteert verschilt het van andere, meer gespecialiseerde maatschappijwetenschapen. Ze zien
economische, politieke en juridische verschijnselen als onderdelen van de samenlevingsverbanden.
Ook al zijn er ook specialisaties tussen de ‘algemene sociologie’(Zoals arbeidssociologie,
onderwijssociologie ect.)
De sociologie richt zich niet alleen op tal van aspecten van dezelfde samenleving, maar ook op vele
verschillende samenlevingen. Hierin onderscheiden sociologen zich tot: historici (de vroegere
samenlevingen) en cultureel antropologen (die vooral de niet-westerse en niet geïndustrialiseerde
samenleving bestuderen). Deze staan niet los van elkaar. Het vergelijken van de samenleving is juist
van belang: Zo kun je…

- Uitspraken doen op een algemener niveau (generaliseren).
- specificeren, hoe de samenlevingen zich van elkaar onderscheiden.
- zicht krijgen op maatschappelijke ontwikkelingen. Hoe de huidige samenlevings- vormen uit
vroegere zijn voorgekomen.

De sociologie is ook verwant aan de psychologie: waarom doen mensen zoals zij doen? Maar anders
dan psychologen proberen ze menselijke gedragingen steeds te interpreteren en te verklaren vanuit
de samenleving.
Sociologisch verklaren omvat het doen van uitspraken over causale samenhangen tussen sociale
processen.
Sociologische verklaringen wordt er een theorievorming gedaan (generaliserende uitspraken worden
gedaan over het sociale leven, die met elkaar in een systematisch verband staan) en empirisch
onderzoek (dat het gebaseerd is op waarnemingen) (er is onderzoek gedaan, de resultaten zijn
geanalyseerd en er is een conclusie getrokken).

,Theorievorming: Generaliseerde uitspraken over het sociale leven die worden gedaan, die met elkaar
in een systematisch verband worden geplaatst. Met behulp van een theorie proberen we te verklaren
onder welke voorwaarden bepaalde sociale verschijnselen zich voordoen of veranderen.
Welke rol sociologen ook aannemen, er is altijd beweging in een spanningsveld tussen betrokkenheid
en distantie.


1.2 Over de aard van de sociale werkelijkheid
De maatschappij is gevormd door meerdere individuen geen van hen ooit ontworpen heeft. Emile
Durkheim zegt dat de sociale werkelijkheid, een eigensoortige werkelijkheid is die niet kan worden
herleid tot de eigenschappen (behoeften, neigingen, karaktertrekken) van individuen.

Nobert Elias zegt dat sociale processen relatief autonoom (zelfstandig in het bepalen wat je wilt) zijn
omdat ze niet losstaan van individuen die met bepaalde bedoeling handelen: ze zijn relatief
autonoom omdat ze niet volledig tot individuele bedoelingen kunnen worden herleid.
Relatieve autonomie: Vele verbonden individuen brengen met elkaar sociale processen voort die
geen van hen van tevoren bedoeld of gepland heeft. Bv. Oorlog. Sociale processen zijn relatief
autonoom doordat ze niet losstaan van individuen die met bepaalde bedoelingen handelen. Ze
kunnen niet volledig door individuele bedoelingen worden herleid.
Mode is hier ook een voobeeld van. Het is niet planbaar, je hebt geen grip op wat in de mode gaat
komen. Het is een onbedoeld gevolg. Er is niet 1 iemand die zegt ‘morgen zijn blauwe truien in de
mode’.

Het woord Sociaal heeft in de sociologie een zeer ruime betekenis. Het staat voor alles wat zich
tussen mensen afspeelt en alles wat mensen met elkaar verbind. ‘Sociaal betekent ook niet alleen
hulpvaardig, ondersteunend, vriendschappelijk en coöperatief maar het verwijst ook naar conflicten,
vijandschap en dwang.’.

Mensen, of zij dit nu willen of niet, zijn altijd met elkaar maatschappij. Anders gezegd: mensen zijn
door-en-door sociaal. Ze zijn steeds met elkaar verbonden (interactie), door elkaar gevormd (cultuur)
en afhankelijk van elkaar (Interdependentie).
Sui generis: een eigensoortige werkelijkheid, die niet kan worden herleid tot de eigenschappen van
individuen.


1.3 Interactie
Mensen zijn gericht op elkaar. Ze letten op elkaar, oriënteren zich op elkaar en stemmen hun gedrag
op elkaar af. Het sociologische begrip hiervoor is interactie: het reageren van mensen op elkaar zodat
het handelen van de één de directe aanleiding is voor het handelen van de ander.

Interactie kan verbaal, non-verbaal zijn beide tegelijk zijn. Het kan tussen twee mensen of tussen vele
duizenden plaatsvinden. Ook kan het sterk eenzijdig zijn of een min of meer gelijke inbreng van de
deelnemers behelzen. Het kan face-to-face (direct) door d.m.v. materiële hulpmiddelen (indirect).
Kortom er zijn veel variaties tussen interactie. Interactie is soms gericht op specifieke doelen die
buiten de interactie zelf liggen. Denk bijvoorbeeld aan de relatie tussen een klant en een verkoper in
een winkel. Maar vaak zoeken en vinden de mensen in de interactie zelf emotionele bevrediging.
Omgang met anderen vult namelijk een groot deel van het leven van de meeste mensen.

, Sociaal handelen weber: handelen dat georiënteerd is op het gedrag van andere mensen. Volgens
deze definitie is vrijwel al het menselijk handelen sociaal te noemen, bij je kledingkeuze/
tafelmanieren hou je bijvoorbeeld al rekening met anderen. De gewoonten en normen verschillen per
samenleving, maar overal houden mensen ook in dit soort gedragingen rekening met anderen.

Het is gericht op de ander!!!
Het gedrag van een individu is vaak alleen te begrijpen in relatie tot het gedrag van andere
individuen. De onderlinge verwevenheid houdt in dat het interactieproces als geheel door geen van
de individuen volledig beheerst kan worden en voor elk van hen tot op zekere hoogte een
onvoorspelbaar karakter heeft. Anders gezegd: de een weet niet precies hoe de ander zal reageren en
kan daarom ook zijn eigen gedrag, dat weer afhangt van die reactie, niet exact voorspellen.

Ook al bevatten interacties ook voorspelbare elementen. Wanneer mensen geregeld contact met
elkaar hebben, gaan hun interacties herkenbare patronen vertonen waarin bepaalde elementen
steeds terugkeren; ze vormen met elkaar gewoonten en leren wat ze van elkaar kunnen verwachten.
Interacties worden ook meer voorspelbaar wanneer er regels bij te pas komen.

Interactie is dus een combinatie tussen voor- en onvoorspelbaarheid.
Institutionalisering: het proces waardoor bepaalde normen als sociaal geldig worden erkend en
daadwerkelijk worden nagevolgd.


1.4 Cultuur
1.4.1 Cultuur en socialisatie (de overdracht van de cultuur)

Mensen die veel met elkaar omgaan, ontwikkelen een gemeenschappelijk repertoire van
gedragingen, kennis, symbolen, gewoonten, opvattingen, vaardigheden normen, kortom cultuur. Aan
de hand van de cultuur worden bepaalde groepen gekenmerkt. Delen van deze cultuur wordt
overgedragen aan de nieuwkomers. Cultuuroverdracht (het leren, bedoeld en onbedoeld door
mensen aan en van andere mensen) noemen we binnen de sociologie: socialisatie. Zo leert een kind
vaardigheden die in hun samenleving gangbaar zijn en worden ze in staat gesteld zich als ‘normale’
volwassenen te functioneren.
Socialisatie: ‘het proces waarbij iemand – bewust en onbewust – de waarden, normen en andere
cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd.’
Veel onbedoelde socialisatie vind plaats door:
- Imitatie: het nadoen van gedrag van mensen in je omgeving.
-identificatie: het kind wil zijn zoals degene die het imiteert.

-dwang: het kind leert sociaal aanvaarde normen doordat gedrag dat met die normen in
overeenstemming is beloond wordt terwijl gedrag dat met de normen in strijd is negatief wordt
bejegend.
Internalisering: wanneer het kind de regels uit zichzelf navolgt. De regels zijn dan verinnerlijkt/
onderdeel geworden van de persoonlijkheid. De socialisatie wordt dan door de opvoeders vaak als
geslaagd geacht. Maar ook al blijken de regels geïnternaliseerd te zijn blijft het van belang dat dat de
externe controle (controle door anderen) niet ontbreekt anders wordt de innerlijke controle
(zelfdwang in het navolgen van de regels) ondermijnd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmavanmoll1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.27
  • (0)
Add to cart
Added