Samenvatting van het boek NEDERLANDS 3F Competent. Dit is een verplicht vak voor alle MBO4 opleidingen en biedt ondersteuning bij het Central deel van de toets. De samenvatting is gebaseerd op het huidige Nederlands 3F Competent tekst die veelal door het NTI wordt gebruikt.
Hoofdstuk 1 TEKSTINZICHT
Onderwerp = waar het over gaat. B.v. alcohol
Hoofdgedachte = wat er over het onderwerp wordt verteld. B.v. Alcoholgebruik in de laatste
twintig jaar
Alinea’s = zinnen van het zelfde deelonderwerp
Teksten hebben altijd een vaste indeling
1) Titel
2) Inleiding – waar gaat de tekst over
3) Middenstuk – verschillende deelonderwerpen vh onderwerp
4) Slot – samenvatting
Signaalwoorden = geven de verbanden in de tekst aan.
Voorbeelden van verbanden
Samenvattend opsommend
Tegenstellend oorzaak, gevolg
Reden/verklaring toelichting/voorbeeld
Tijd voorwaarde
Vergelijking doel/middel
Verwijswoorden = wijzen naar een woord, woordgroep of zin eerder/later in de tekst
Kernzin in een alinea = geeft aan waar de alinea over gaat. Daarna volgt de uitwerking
Vragen beantwoord:
1-1 creditcard: de wonderpas
1-2 creditcards
1-3 a. inleiding = 1
b. middenstuk = 2 t/m 7
c. slot = 8
1-4 a. alinea 5. De andere kant is ook …
b. ?
1-5 de andere kant is ook tevreden…
1-6 a. wie een creditcard heeft…
b. de veiligheid van de cc is voor de organisaties…
1-7 in de toekomst zullen de creditcards veranderen
1-8 5 kernzin = de andere kant is ook tevreden
6 kernzin = wie een creditcard heeft kan heerlijk vrij besteden
7 = veiligheid vd cc is voor de organisaties een uitersbelangrijk punt
De samenvatting klopt niet
1-9 verwijswoorden zij = zeer goede vrienden van Frank
Daarbij = wisselkoers v uitgegeven vreemd geld.
Ze = winkeliers, autoverhuurders enz
Dat = wisselgeld
1-10 Frank MacNamara kon zijn handtekening achterop het visitekaartje hebben gezet. De
hotellier kende de handtekening van MacNamara en kon op deze manier controleren of
Frank daadwerkelijk akkoord was met de rekening die daarna zou opgestuurd worden.
1-11 van wieg tot graf à je kunt de creditcard tot het einde v je leven gebruiken
1-12…zie vervolgens de vragen en de antwoorden in Antwoordmodel Competent 3F
, Hoofdstuk 2 LEESSTRATEGIEËN
Verschillende leesstrategieën:
- Globaal lezen - je bekijkt de hoofdzaken
- Oriënterend lezen – leest de titel en evt tussenkopjes/illustraties
- Intensief lezen – om alles goed te begrijpen
- Studerend lezen – als je de inhoud wilt onthouden
- Zoekend lezen – je zoekt bepaalde details
- Kritisch lezen – wanneer je het niet eens bent met het onderwerp OF je je
standpunt nog niet hebt bepaald over het onderwerp.
Onderscheiden volgende tekstdoelen:
- Informeren – over bepaald onderwerp
- Overtuigen – schrijver komt met argumenten om een lezer te overtuigen
- Activeren – schrijver wil je aanzetten om iets te ondernemen
- Amuseren – plezier geven bij het lezen, b.v. romans of verhalen.
Doelgroep – om dit te bepalen kan je letten op verschillende aanwijzingen in de tekst en de
publicatieplaats (bv Libelle = vrouwen) alsook het taalgebruik en de layout (denk aan Donald
Duck met veel kleur en illustraties).
Alle geschreven teksten kan je indelen in vier soorten:
1) De uiteenzetting – geeft informatie over een onderwerp
2) De beschouwing – schrijver wil lezer laten nadenken over een onderwerp
3) Het betoog – schrijver wil lezer overtuigen van zijn/haar mening
4) De instructie - handleidingen
Hoofdstuk 3 DE BESCHOUWING
Schrijver wil de lezer laten nadenken over een onderwerp. Inhoud kan daarom de voor- en
nadelen noemen zodat je je eigen standpunt kan vormen. Daarin zitten ook meningen en
feiten.
Mening à iets wat iemand vindt à een standpunt
Feit à een echt gegeven
Een standpunt wordt altijd onderbouwd met argumenten
Bij een beschouwing is het belangrijk om kritisch te lezen om een goede mening te
formuleren. Dat doe je door
a) kijk wie de beschouwing heeft geschreven (een hoogleraar van het onderwerp of een
willekeurige burger). Weest objectief door alleen op de feiten te letten.
b) Wat is de publicatieplaats (bv Volkskrant of de Privé)
c) Publicatiedatum (1970 of 2020)
d) Welke bronnen zijn er vermeld (Donald Duck of wetenschappelijk artikel)
e) Is de schrijver subjectief of geeft goed onderbouwde argumenten?
Hoofdstuk 4 HET BETOOG
De schrijver neemt een duidelijk standpunt in en onderbouwt met argumenten eventueel
ook tegenargumenten weerleggen. Belangrijk om zo objectief mogelijke en betoog te lezen
en neem niet elk argument klakkeloos aan – want klopt het wel wat de schrijver zegt?
Beoordeel de argumenten op aanvaardbaarheid à lees met een kritische blik.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mb89. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.