Samenvatting Recht toetsdoelen/leerdoelen met uitwerkingen, viaa, leerjaar 2 + aantekeningen college
9 views 0 purchase
Course
Recht (A20039)
Institution
Hogeschool Viaa (Viaa)
Recht word op hogeschool Viaa gegeven in periode 2
het gaat om toetsdoelen met uitwerkingen
als cadeautje krijg je ook de aantekeningen van het college
- Deugdenethiek (handelen persoon)
- Plichtsethiek (mens nooit laten doen wat hij/zij niet wil en niks opleggen)
- Gevolgenethiek (gevolgen voor iedereen)
Consequentialisme: kijken naar de consequenties. Welke keuzes/handeling doet zoveel mogelijk goed
Ethisch dilemma: botsen van verschillende waarden en normen. Niet kiezen is geen keuze
Beroepscode: draagt bij aan het bewaken van de kwaliteit van hulp en ondersteuning aan cliënten en
burgers. Wat is gewenst gedrag van de sociaal werker? Vaak niet geschreven.
Betekenis van de beroepscode: ondersteunt professionals in hun dagelijkse werk. de code bevordert
ethische bekwaamheid en het vermogen om doordachte besluiten te nemen en het maken van van
afwegingen. Ook helpen bij het verantwoorden
Beroepscode geeft cliënten, burgers en werkgevers duidelijkheid over wat zij mogen verwachtn van
(het gedrag van) sociaal werkers
Beroepsethiek in internationale context plaatsen. De basis van de beroepsethische normen
‘sociaal werk is een praktijkgerichte professie en een academische discipline diemaatschappelijke
verandering, sociale cohesie en de emancipatie en zelfstandigheid van mensen bevordert. Principes
van sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid en respect voor
diversiteit staan centraal in het sociaal werk. versterkt door theorieën van sociaal werk, sociale
wetenschappen, gesteswetenschappen en relevante lokale kennis, stimuleert het sociaal werk
mensen en instituties om uitdagingen in het leven aan te gaan en het welzijn van individu en
samenleving te verbeteren
Recht: verzamelnaam voor alle regels die er bestaan
Rechtvaardig: alle mensen zijn van gelijke aarde en moeten daarom gelijk behandeld worden
Rechtvaardigheid: een eerlijke verdeling van rijkdom en voorzieningen, bescherming tegen uitbuiting
en onderdrukking maar ook herstel van onrecht en berechting van degene die zich aan misdrijven
schuldig hebben gemaakt
Gerechtigheid: herstel van onrecht en berechting van degene die zich aan misdrijven schuldig hebben
gemaakt.
Ethiek: wetenschap die het menselijk gedrag bestudeert onder het perspectief van goed en kwaad
Beroepsethiek: onderdeel van de ethiek, waarin op systematische wijze de morele problemen van
een beroep worden bestudeert
John Rawls; een maatschappij is volgens hem een samenwerkingsverband tussen rationele en
redelijke individuen. Als je word geboren met een achterstand (handicap ect.) dan zou de
maatschappij moeite doen om dit achterstand weg te werken. De 3 eisen
1. Iedereen gelijke rechten heeft en daarvan ook gebruik kan maken
2. Iedereen een zo groot mogelijke kans heeft om het best mogelijke voor zichzelf te krijgen
3. Elke maatregel die ene overheid neemt erop gericht moet zijn om degenen die het minst
bedeeld zijn naar verhouding het meest te bevoordelen
Voorbeeld: overheid subsidieert een school
1. Onderwijs voor iedereen open stellen
2. Onderwijs inrichten dat de talenten leerlingen zo goed mogelijk aan bod komen
3. Zorgen voor goede kansen voor leerlingen die het niet zo goed met hun talenten of
leefomstandigheden getroffen hebben
,4 rechtsbronnen
1. Wet en regelgeving: wetten bevatten rechtsregels die zijn vastgesteld door de overheid. Tot
de overheid behoort de centrale volksvertegenwoordiging bestaan uit de eerste en tweede
kamer (Staten-Generaal), maar ook minister, provinciale staten en gemeenteraad kunnen
rechtsregels vaststellen. Regering: koning en minister
- Wet komt tot stand als regering en statengeneraal met een wetvoorstel instemmen
- Wetbundel: verzameling officiële wetboeken die door een uitgever zijn geselecteerd en
samen in een boek zijn opgenomen
- Koninklijk besluit (KB) regelgeving afkomstig van de regering, Kb die wel regels bevatten word
een algemene maatregel van bestuur (AMvB) genoemd
- Ministeriële regeling: regeling afkomstig van een minister
- Verordening: regeling van de provinciale staten of van de gemeenteraad
2. Jurisprudentie: ontstaat doordat algemene regels in de diverse weten en in de overige
regelgeving moeten worden toegepast in individuele situaties, die vaak heel verschillend zijn.
het is de taak van de rechter om uit te maken hoe de regels zijn bedoeld
- Arrest: uitspraak van de hoge raad der Nederlanden (hoogste rechter van NL)
3. De gewoonte: ongeschreven recht.
4. Verdragen: zijn afspraken tussen twee of meer staten die op schrift zijn vastgesteld en die
gelden in de staten die partij zijn bij het verdrag. Ze moeten hier beide akkoord mee zijn
gegaan.
Wet: rechtsregels die vastgelegd zijn door de overheid. Een wet komt tot stand als de regeling en de
statengeneraal met een wetvoorstel instemmen ( 2 de kamer -> 1ste kamer -> wet)
Grondwet veranderen? 2/3de moet instemmen ermee
Recht: verzamelnaam voor alle regels die er bestaan. Soms staat er ook in hoe je iets moet doen
Objectief recht: alle geldende regels, dus alle rechten en plichten die in de rechtsbronnen zijn
vastgelegd.
Subjectief recht: recht dat aan iemand persoonlijk is toegekend. Subjectieve rechten en plichten
kunnen worden afgedwongen in een procedure voor de rechter
Rangrode van regelingen
1. Verdragen
2. Gemeenschapsverordeningen en richtlijnen
3. Grondwet
4. Overige wetten
5. Algemene maatregelen van bestuur
6. Ministeriële regelingen en richtlijnen
7. Provinciale verordeningen
8. Gemeentelijke verordeningen
Grondrechten: de meest elementaire en onvervreemdbare rechten van een individu, die zowel door
de overheid als door andere gerespecteerd moeten worden
Klassieke grondrechten: 1 7 en 10
Publiekrecht: bevat regels voor het uitoefenen van gezag door de overheid in haar relatie met burgers
en tussen overheidsorganen onderling, overheid boven en burger onder
Privaatrecht: heeft betrekking op de rechtsverhouding tussen (rechts)personen. Rechtspersonen zijn
organisaties die volgende de wet net als personen rechten en plichten hebben en daarmee
zelfstandig kunnen deelnemen aan het rechtsverkeer. horizontale verhouding
Het publiekrecht word onderverdeeld in staatrecht
- Staatrecht: hoe de wetgeving tot stand komt en beschrijdt de diverse organen van de
overheid en hun bevoegdheden
, - Bestuursrecht: bevat regels voor organen van de overheid en andere organen die met
openbaar gezag zijn bekleed voor het gebruik van bevoegdheden
- Strafrecht: de gedragingen die de wetgever strafbaar heeft gesteld, evenals de straffen die de
rechter kan opleggen en de regels voor de manier waarop de daders berecht moeten worden
- Tuchtrecht: bepaald gedrag af te dwingen binnen een bepaalde beroepsgroep, zoals artsen
en verpleegkundigen, door het opleggen van (straf)maatregelen. Het medisch tuchtrecht is
vastgesteld in de wet van op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG)
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur: dwingen een bestuursorgaan om zich ten opzichte van
de burger behoorlijk te gedragen. De ,meeste zijn vastgelegd in de algemene wet bestuursrecht(AWB)
1. Zorgvuldigheidsbeginsel
- Bestuursorgaan moet ervoor zorgen dat het besluit zorgvuldig voorbereiden en dat het de
belangen die daarbij betrokken zijn zorgvuldig afweegt
2. Rechtszekerheidsbeginsel
- Vereist dat rechten en plichten niet zomaar veranderen, zodat ze weten waar ze aan toe zijn
3. Gelijkheidsbeginsel
- Dwingt bestuursorgaan om gelijke gevallen zo veel mogelijk gelijk te behandelen. De
moeilijkheid bij dit beginsel is overigens dat het niet gemakkelijk is om te bepalen of twee
gevallen werkelijk helemaal gelijk aan elkaar is
4. Verbod van misbruik van bevoegdheid
- Verbiedt een bestuursorgaan om zijn bevoegdheid voor een ander doel te gebruiken dan
waarvoor de bevoegdheid gegeven is
5. Motiveringsbeginsel
- Bestuursorgaan moet zijn besluiten goed motiveren
Rechtspersonen: organisaties die volgens de wet net als personen rechten en plichten hebben en
daarmee zelfstandig kunnen deelnemen aan het rechtsverkeer
Materieel recht: het recht dat de inhoud van rechten en plichten weergeeft
Formeel recht: dat aangeeft hoe het materiële recht kan worden gehandhaafd. Het formele recht
bevat vooral procedureregels en wordt daarom ook procesrecht genoemd.
Geschillenbeslechting in twee instanties: geschil op verzoek altijd twee keer inhoudelijk kan worden
beoordeeld door een andere rechter
Eerste aanleg: normale rechtbank tot 25.000 euro en over huur en arbeidsgeschillen
Tweede aanleg: het gerechtshof is in hoger beroep absoluut competent in civiele zaken en strafzaken.
Cassatie: bepaald de absolute competentie van de Hoge Raad
Advocaat verplicht bij privaatrechtelijke geschillen waarbij bedragen worden bevorderd die boven de
25.000 liggen (behalve als t gaat om huur- of arbeidsgeschillen). Ook op het gebied van personen- en
familierecht en bij civiele zaken in hoger beroep en cassatie
Vonnis: datgene wat gevonden is
Mediator: procesbegeleider die partijen stimuleert om er samen uit te komen. begeleid partijen
zodat zij samen een oplossing kunnen zoeken die voor beide partijen gunstig is (is goedkoper en
zinvoller en verstandhouding tussen beide partijen blijft positiever dan uitvechten voor de rechter)
Bezwaartermijn is 6 weken
Na hoorzitting moet het college binnen 6 weken beslissen op het bezwaarschrift
Voorziening: tussentijdse uitspraak van de bestuursrechter
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller estherdenooijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.91. You're not tied to anything after your purchase.