100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcolleges deel 2 Europees Belastingrecht $9.16   Add to cart

Class notes

Hoorcolleges deel 2 Europees Belastingrecht

 46 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Letterlijk hoorcolleges uitgetypt

Preview 4 out of 73  pages

  • February 20, 2020
  • 73
  • 2018/2019
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
Hoorcollege Europees Belastingrecht 2018/2019:
Week 6 – Staatssteun

▪ HC 1: overzicht, procedures, rechtsbescherming (Pieter van der Vegt)
Het hoorcollege van vandaag: overzicht van de betekenis van het staatssteunrecht in de EU, hoe het
verdragsrechtelijk is geregeld en hoe het procedureel is geregeld. Hoe zit het met rechtsbescherming in
Europa tegen beslissingen van de Europese Commissie over staatssteun?
▪ HC 2: het materiële staatssteunbegrip en samenloop met verkeersvrijheden (Pieter van der Vegt)
Het tweede hoorcollege gaat alleen maar over het staatssteunbegrip en de samenloop met de
verkeersvrijheden.
▪ HC 3: specifieke thema’s (Jan Vleggeert), waarschijnlijk aan de hand van recente beslissingen van
HvJ.

Agenda HC 11 april 2019
 Plaats in het Verdrag
 Verdragsregeling op hoofdlijnen ▪ Toezicht op staatssteun
Toezichtsregeling is uitgewerkt in een procedureverordening. Je moet weten hoe die regeling op
hoofdlijnen in elkaar zit.
 Procedureverordening
 Bestaande steun, nieuwe steun, onrechtmatige steun
 Terugvordering fiscale steun nationaalrechtelijk ▪ Rechtsbescherming

Plaats in het Verdrag
 Interne markt (art. 26 VWEU) met eerlijke mededinging (preambule / art. 3, lid 1, letter b /
Titel VII VWEU)
Waarom hebben we een staatssteunverbod? Er mag in Europa niet gediscrimineerd worden en er
mogen geen belemmeringen zijn voor het recht op vrij verkeer. Dat noemen wij de interne markt.
Je hebt aan de interne markt niets als binnen de interne markt de mededinging kan worden
verstoord. We hebben binnen Europa niet alleen een interne markt, maar echt een interne markt
met eerlijke mededinging.
 Interne markt:
- Negatief: vrij verkeer
Verbod op discriminerende maatregelen, belemmeringen van vrij verkeer.
- Positief: harmonisatie (art. 115 VWEU)
Er worden belemmeringen weggenomen die niet onder de vrijverkeersverbods bepalingen
vallen.
 Eerlijke mededinging (Titel VII, Hoofdstuk 1, VWEU):
Je hebt aan de kant van de eerlijke mededinging twee soorten verboden:
- Negatief: verbod op ‘concurrentievervalsend gedrag’ ondernemingen (art. 101 e.v. VWEU)
Hier gaan we niet echt over hebben want heeft niets te maken met fiscaliteit.
- Negatief: verbod op staatssteun (art. 107-109 VWEU)
Hier gaan we het wel over hebben.
- Positief: harmonisatie (art. 116-117 VWEU)
Ook hier heeft het verdrag een grondslag voor harmonisatie. Niet alle
problemen/belemmeringen kunnen worden weggenomen door middel van die
verbodsbepalingen. Ook hier heb je dus een grondslag nodig voor harmonisatie en die volgt uit
het verdrag.




1

,v.l.n.r.:
Belemmeringen van een lidstaat: die vallen onder de verbodsbepalingen van het recht op vrij verkeer.
Voorbeeld: belemmering van vestigingsvrijheid: als wij in NL zouden zeggen: wij verhogen het vpb-tarief
naar 40% maar dat heffen we alleen van v.i.’s van buiten NL gevestigde ondernemingen. Dat is in ieder
geval een belemmering van het recht op vrije vestiging. Dat is een belemmering van een lidstaat die onder
het recht op vrij verkeer valt.

Dispariteiten en dubbele belasting: dat wordt niet weggenomen door het recht op vrij verkeer. Lidstaten
moeten daarvoor zelf aan de slag door middel van harmonisatie of belastingverdragen.
Voorbeeld: Stel: NL verhoogt gewoon generiek het Vpb-tarief naar 40%, dan creëert NL een dispariteit.
Dat is slecht voor het vestigingsklimaat en heeft zeker invloed op besluiten van ondernemingen, maar is
niet iets wat door de vestigingsvrijheid wordt gerekt.

Steunmaatregelen van een lidstaat: die vallen onder verbodsbepalingen.
Voorbeeld: NL kan ook zeggen: ik ga de v.i.’s van buitenlandse ondernemingen niet tegen 40% belasten,
ik wil ze naar NL halen. Dan ga ik daarvoor 10% invoeren en voor de rest van de ondernemingen geldt
gewoon het normale tarief. Dan kan je te maken hebben met een steunmaatregel.

Er kan ook mededingingsverstoring ontstaan door dispariteiten en door dubbele belastingen. Denk dan
aan dubbele vrijstelling van belasting Dat kan bepaalde ondernemingen die grensoverschrijdend actief zijn
heel erg bevoordelen. Dat is niet altijd d.m.v. staatssteunverbod op te lossen.
Voorbeeld: Je kan ook generiek een tariefsverlaging hebben. In 2006/2007 is daarover nagedacht werd
de renteaftrek generiek vrijwel afschaffen. Het werd zo laag dat de rente tegen een heel beperkt effectief
tarief aftrekbaar is. De budgettaire winst zou worden ingezet om het tarief naar 15% te brengen. Dat is
goed voor het vestigingsklimaat. Dat is heel erg mededingingsverstorend. Dat is in principe een dispariteit
die je d.m.v. harmonisatie zult moeten wegnemen.

Art. 107-109 VWEU
Hier vind je de staatssteunregeling.
Materieel
 Art. 107, lid 1: definitie staatssteun
 Art. 107, lid 2: verenigbare staatssteun
Dit bevat categorieën van verenigbare steun. Waarom? Staatssteun is niet per definitie verboden.
Het uitgangspunt is dat staatssteun verboden is, maar soms vinden we het verstrekken van
staatssteun in Europa toch wenselijk. Dat noemen we verenigbare staatssteun. Het is wel




2

, staatssteun, maar er wordt een ander doel mee nagestreefd waarin we in Europa vinden dat het
zo belangrijk is dat het mag.
 Art. 107, lid 3: mogelijk verenigbare staatssteun

Artikel 107, lid 1, VWEU
 Maatregel van de staat, met staatsmiddelen bekostigd
Als je de verdragstekst leest, lijkt het een keuze. Het moet of een maatregel zijn of een maatregel
met staatsmiddelen bekostigd, maar het is cumulatief uitgelegd door het HvJ! Een maatregel moet
dus toerekenbaar zijn aan een lidstaat en het moet direct of indirect overheidsgelden kosten. Dat
mag ook in de vorm van inkomensderving voor de staat, maar er moet wel op een of andere
manier het risico bestaan dat de begroting van een lidstaat wordt belast.

Het kan rechtstreeks van de staat afkomstig zijn, maar ook van private ondernemingen afkomstig
zijn. Als het maar uiteindelijk toerekenbaar is aan de overheid. Het is dus een vrij verreikend
begrip.
 Die de mededinging (dreigt te) vervalsen
Het gaat om oneerlijke mededinging. Hoe dan?
 Door begunstiging van bepaalde ondernemingen of producties
Hier gaan we volgende week op in. Dat betekent namelijk dat de ondernemingen die bevoordeeld
worden objectief vergelijkbaar moeten zijn met andere ondernemingen. Een lidstaat moet een
selectief onderscheid maken waarbij de begunstigde van de onderneming. Het voorbeeld dat we
net hadden met het verlaagd vpb-tarief van bijvoorbeeld buitenlandse ondernemingen. Als die
verder vergelijkbaar zijn met binnenlandse ondernemingen is dat in principe een selectief
onderscheid. Als het tarief verlaagd wordt voor alle ondernemingen, dan is niet aan deze
voorwaarde voldaan. Dan worden ondernemingen wel begunstigd, maar wordt geen onderscheid
gemaakt tussen gelijke gevallen.
 Voor zover de steun het handelsverkeer ongunstig kan beïnvloeden
Ook daar geldt dat een potentiele beïnvloeding van het handelsverkeer al voldoende is. Daar is,
zeker als het gaat om belastingmaatregelen, vrij snel aan voldaan.

Artikel 107, lid 2, VWEU
Dit zijn de categorieën steun die zonder meer verenigbaar zijn. Hier hoeft niemand over na te denken.
Verenigbaar met de interne markt:
 Steunmaatregelen van sociale aard
 Steunmaatregelen tot herstel van schade door natuurrampen etc.
 Steunmaatregelen t.b.v. de economie van bepaalde streken van Duitsland

Artikel 107, lid 3, VWEU
Dit is ook verenigbare staatssteun. Dit is staatssteun die niet van rechtswege verenigbaar is, maar
verenigbaar kan zijn met de interne markt. Dat betekent dat de Europese Commissie een vrij grote
beoordelingsvrijheid heeft of die categorieën steun verenigbaar is met de interne markt.

Er zijn boeken vol met richtlijnen voor maatregelen die verenigbaar zijn met de interne markt.
Verenigbaar met de interne markt kan zijn:
 Bevordering economische ontwikkeling achtergebleven regio’s
Dit is in de meer oostelijk gelegen lidstaten dat daar veel gebruik van wordt gemaakt.
 Verwezenlijking belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang of opheffen
ernstige verstoring economie lidstaat
 Bevordering bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of regionale economieën
 Cultuur/cultureel erfgoed
 Andere soorten, aangewezen door de Raad, op voorstel van de Commissie
Als we bijvoorbeeld in de financiële crisis terechtkomen en de banken moeten gered worden, dan
gebeurt het onder 107 lid 3 VWEU. Ze moeten dan aan allerlei voorwaarden voldoen omdat ze
staatssteun hebben gekregen.
Art. 108 is eigenlijk minstens zo belangrijk. Daar is het toezicht op staatssteun geregeld.


3

, Art. 107-109 VWEU
 Art. 108, lid 1: voortdurend toezicht
Hier staat eigenlijk dat de Commissie voortdurend toezicht houdt op het verlenen van staatssteun
door een lidstaat.
 Art. 108, lid 2: formele onderzoeksprocedure
Komen we zo op terug bij de uitwerking van de procedureverordening.
 Art. 108, lid 3: meldingsplicht & opschorting nieuwe steun
De bepaling die je na 107 lid 1 VWEU het beste moet onthouden, is art. 108 lid 3. Daar is eigenlijk
bepaald dat lidstaten, als zij staatssteun willen gaan verlenen dat ze het moeten melden bij de
Europese Commissie. Ze moeten wachten met die staatssteun verlenen tot de Commissie daar
iets van heeft gevonden (opschorting). Dat is een bepaling die in de praktijk regelmatig wordt
geschonden. Dat leidt tot allerlei verschrikkelijke gevolgen voor ondernemingen en lidstaat zelf. Als
je van ondernemingen staatssteun moet terugvorderen is dat heel slecht voor je economie, maar
gebeurt heel veel. Dat is allemaal het gevolg van deze bepaling.
 Art. 108, lid 4: van meldingsplicht vrijgestelde steun (Commissieverordeningen)
 Art. 109: Verordeningen Raad inzake o.a. procedureregels (hier komt de
procedureverordening vandaan), meldingsplicht/standstill en vrijstelling daarvan (vrijstelling
van 108 lid 3 om te melden en op te schorten). Zodra je een mededingingsjurist spreekt, begint hij
daar meteen over. De algemene groepsvrijstellingsverordening is er. Onder die verordening
kunnen lidstaten zonder aan te melden staatssteun verlenen. Dan moeten ze wel aan de precieze
voorwaarden van die verordening voldoen. Daar besteden we verder geen aandacht aan want
over het algemeen zijn belastingmaatregelen budgettair onbegrensd. Er zit geen grens aan de
vrijstelling of een andersoortige belastingmaatregel, dan kan je ook niet onder de algemene
vrijstellingsverordening staatssteun vallen. Voor belastingwetgeving van lidstaten is die
verordening niet zo heel erg relevant.
Wél relevant als bijvoorbeeld gemeente zegt: ik wil het MKB in mijn gemeente steunen, dan kan
dat met een beroep op algemene verordening staatssteun maar wel voldoen aan de voorwaarden.

We gaan wat nader in op die toezichtsregeling. Daarvan is de verdragsgrondslag 108, maar is uitgewerkt
in de procedureverordening.

Toezicht op staatssteun
Bestaande versus nieuwe steun
 Onderscheid tussen bestaande steun en nieuwe steun
Het is belangrijk dat je weet dat dit verschil er is. De commissie doet onderzoek naar beiden.
Bestaande steun is eigenlijk niet zo spannend, want bestaande steun mag worden verleend totdat
de Commissie zegt: nu wil ik dat de lidstaat er een eind aan maakt. Daar is wel een hele procedure
voor nodig om dat daadwerkelijk te realiseren.
 Bestaande steun mag worden verleend zolang de Commissie die niet onverenigbaar heeft
verklaard
 Elk voornemen tot invoering van nieuwe steunmaatregelen of tot wijziging van bestaande
steunmaatregelen moet worden aangemeld bij de Commissie en mag niet worden
uitgevoerd voordat de procedure tot een eindbeslissing heeft geleid
Nieuwe steun: daar geldt voor dat de steun moet worden aangemeld en moet worden opgeschort,
totdat de Commissie daar iets van heeft gevonden. Dat betekent dus dat de Commissie moet
zeggen: het is geen staatssteun of het is verenigbare steun. Zolang de Commissie niets zegt mag
de staatssteun niet worden verleend.
Arrest C-590/14, DEI

Toezicht op staatssteun
Instituties
 Toezicht op staatssteun is taak van Commissie en nationale rechterlijke autoriteiten




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nhussain. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.16. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.16  3x  sold
  • (0)
  Add to cart