100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Orthopedagogiek - deel pedagogiek $4.86   Add to cart

Summary

Samenvatting Orthopedagogiek - deel pedagogiek

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak Orthopedagogiek, van het eerste deel pedagogiek. Dit vak is gegeven door Eva Cornelis in het eerste jaar van de bachelor Orthopedagogie. Samenvatting van de cursus, powerpoints en de notities van in de les.

Preview 4 out of 35  pages

  • November 8, 2024
  • 35
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Orthopedagogiek: deel pedagogiek


1. OPVOEDEN

Wat is ‘opvoeden’? Hoe omschrijf jij ‘opvoeden? Voorbeelden die we hebben gezien in de
les:
- Emotionele zorg.
- Aanleren van normen en waarden.
- Grenzen stellen.
- Ervaringen meegeven.
- Luisteren.
- Helpen ontdekken wie hij/zij is.
- Ondersteunen.
- De impact die je hebt op het kind.
- Het kind tot zelfstandigheid brengen. Zelfstandigheid wordt gezien als doel van
opvoeding.
- Voldoen aan de basisbehoeften (eten, drinken, slapen, gezondheid, onderdak, liefde en
aFectie).
- Jezelf niet meer op de eerste plaats stellen.
- Meer dan fulltime.
- Rust brengen aan kind.


2. DE VERHOUDING TUSSEN PEDAGOGIEK EN OPVOEDINGSPRAKTIJK

2.1 Het onderscheid tussen pedagogiek en pedagogie
Gunning maakte een onderscheid tussen pedagogiek en pedagogie. Pedagogiek is de theorie, de
wetenschap, de leer, een ‘systematische geordende uiteenzetting over alles wat met opvoeding
te maken heeft. Hiertegenover staat pedagogie (letterlijk: leiden van kinderen), de praktijk van
het opvoeden.


2.2 Pedagogiek
Pas in de periode van de Verlich1ng en de Roman1ek – toen meer en meer naar wetenschappelijke
verantwoording van het pedagogisch handelen werd gezocht – werd voor het eerst in de geschiedenis
een leerstoel in de pedagogiek aan een universiteit ingericht.

Maar inmiddels is opvoedingswetenschap uitgegroeid tot een reeks afzonderlijk deelgebieden:
orthopedagogiek, onderwijs, sociale (ped)agogiek, compara1eve pedagogiek, fundamentele
pedagogiek.




1

,2.3 De verhouding tussen de theorie en de prakEjk
Gunning:
- Theorie zonder praktijk is voor de genieën
- Praktijk zonder theorie is voor gekken of schurken
- Zomaar experimenteren met kinderen, zonder te weten waarmee je bezig bent à
dan heb je geen respect voor de kinderen, ze zijn kwetsbaar en ze vertrouwen op
volwassenen.
- Zorg ervoor dat als kinderen en jongeren aan jou zijn toevertrouwd je goed
nadenkt hoe je met hen omgaat.
- Belangrijk dat je de theoretische basis mee hebt en reflecteert over waarmee je
bezig bent.

Immelman:
- Iedereen van ons heeft ervaringen over de opvoeding, omdat we er allemaal
‘doorgerold’ zijn. Velen hebben ervaring als opvoeder.
- Bij velen is er een behoefte naar kant en klare voorschriften. Veel opvoeders
verwachten bij pedagogiek hetzelfde, vrij strakke richtlijnen voor de praktijk.
- Kan niet, pedagogiek is geen wetenschap.

Het onderzoeksterrein is namelijk de opvoedingspraktijk, dat deel van de werkelijkheid waarin de
om advies vragende opvoeder zelf een rol speelt. Het materiaal waar die opvoeder mee werkt is
het kind. De wijze waarop dat kind op de opvoeding zal reageren, is zo goed als niet te
voorspellen. Datgene wat de opvoeder aanbiedt is datgene wat door dit kind te leren valt.
Middelen waarmee de opvoeder werkt, zijn in hun bruikbaarheid afhankelijk van het kind, aard
van datgene wat geleerd wordt en van de opvoeder zelf.

Van hieruit zijn er uiteenlopende houdingen ten opzichte van de theorie verklaarbaar:
- Pedagogiek is een receptenboek
- Opvoeden is een techniek die de voorschriften van de theorie gewoon moet
opvolgen.
- Je haalt het receptenboek maar boven als je iets nieuw wil proberen of als je
vastloopt.
- Theorie behoort tot de opleidingsperiode. Eenmaal die afgelopen is, heeft men theorie
niet (meer) nodig, men kreeg er voldoende voor de praktijk.
- Theorie tot betrekking met opvoeding is onzin.

MAAR theorie en prak:jk kunnen niet zonder elkaar...
In de praktijk van de opvoeding komt men voor moeilijkheden te staan die dwingen tot bezinning,
tot nadenken en tot gesprek. Opvoeders handelen vaak (onbewust) consequent in gelijkaardige
situaties (verborgen theorie).
- Theorie geeft inzicht, geen kunnen. Het verruimt en verdiept.
- Pedagogiek geeft hen inzicht waarmee ze beter tot oordelen in staat zijn.




2

,3. OPVOEDEN STAAT NIET LOS VAN DE PRAKTIJK

3.1 Is opvoeding mogelijk en noodzakelijk?
In de dagdagelijkse praktijk en omgang tussen mensen worden er met betrekking tot de
opvoeding regelmatig volgende twee uiteenlopende uitspraken geformuleerd:
- ‘ach ja, kleine kinderen zijn nog lief, maar hoe je ook je best doet als opvoeder, het
worden toch onhandelbare jongeren.’
- ‘je oogst wat je zaait.’

Het gevolg hiervan is dat er m.b.t de noodzaak en de kansen van de opvoeding soms zeer
pessimistische, dan weer zeer overmoedige uitspraken worden gedaan. Optimisme versus
pessimisme komen terug in de pedagogische theorieën.

Ook ontstaat het nature – nurture debat: de discussie rond de respectievelijke invloed van
erfelijkheid en milieu.

Nature:
- Staat voor aanleg en erfelijkheid.
- Invloed van het milieu betekent alleen maar beschikbaar stellen van min of meer
gunstige condities (vergelijkbaar met kweken van planten onder gunstige
omstandigheden van belichting, etc.).
- Centraal staan de aangeboren genetische karakteristieken van een individu.

Nurture:
- Centraal stellen van de invloed van het milieu op de ontwikkeling van het kind.
- De ervaringen die een individu opdoet, de kwaliteit van de fysische en de sociale
omgeving zijn hier essentieel.




3

, 3.2 Welke kansen geven we aan de opvoeding?
Het na:visme
- Alles is aangeboren (nature).
- De opvoeding is machteloos.
- Erfelijkheid staat centraal.

Britse antropoloog Francis Galton gebruikt in 1883 voor het eerst de term eugenetica.
Eugenetica of rasverbetering is het streven naar, onderzoeken en uitvoeren van maatregelen tot
verbeterring van de genetische samenstelling van een populatie of groep. Lombroso is van
mening dat ‘de misdadiger’ als zodanig is geboren en zelf bepaalde kenmerken vertoont
waardoor hij als crimineel herkenbaar is. Bij nationaalsocialisme zien we een beklemtoning van
de erfelijkheidsfactoren, leidend tot opvattingen als ‘de superioriteit van het Arische ras’,
‘uitschakelen van niet-aangepasten (zoals joden, ouderen, ...) en ‘verbetering van het ras’. Meer
sprake van eugenetica dan van opvoeding.

Het naturalis:sch en pedagogisch op:misme
De meeste opvoeders zijn ervan overtuigd dat opvoeden zinvol is, ze hebben vertrouwen in het
kind en in het eigen kunnen, hoewel dit geen onbegrends vertrouwen is. Ze hebben vertrouwen in
het zichzelf ontwikkelen, kinderen kunnen vooral op eigen kracht zich ontwikkelen.

Pedagogisch optimisme: de opvoeder heeft een (te) groot geloof in de eigen mogelijkheden.
Naturalistisch optimisme: heeft een (te) groot geloof in de kinderlijke mogelijkheden.

3.3 Hoe verhouden omgeving, opvoeder en kind zich tot elkaar?
Naturalisme
De mens komt ter wereld met een natuurschat die spontaan ontplooit:
- Een schatkistje waarin alles al aanwezig is, alles die daar al in aanwezig is zal zich
spontaan ontplooien.
- Als opvoeder moet je ook geduld hebben, het kind zal zich spontaan ontplooien.
- Voorbeeld: een boompje heeft het eerste jaar een stokje nodig ter ondersteuning,
daarna is het de bedoeling dat de boom zelf stevige worteld groeit. Kan je
vergelijken met de ondersteuning die een opvoeder biedt.

Jean-Jacques Rousseau:
- Rousseau is ervan overtuigd is dat je je moet afstammen op de eigenheid van het kind, je
moet je opvoeding aanpassen aan dat concrete kind.
- Op het moment dat het kind geboren wordt, is het nog niet in aanraking gekomen met
cultuur en met volwassenen. Kinderen zijn van nature gericht op het goede, als kinderen
verkeerde dingen doen, ligt dat aan de negatieve invloeden uit de omgeving. Als een kind
tot diefstal komt, is dat niet omdat dat in nature zit van kind, maar omdat hij dit in theater
heeft gezien, of op straat. Als een kind roept en scheldt, is dit ook niet door nature, maar
omdat hij volwassenen dit heeft zien doen. Zo’n invloeden moet je zo ver mogelijk van
het kind houden.
- Het tere plantje heeft kracht in zich om te ontwikkelen tot een stevige boom, dit is niet zo
evident want er is storm, regen en te veel zonlicht. Daarom het tere plantje afschermen
zodat het een stevige boom kan worden. à kinderen worden blootgesteld aan alle
negatieve invloeden en het is jouw rol dat kindje hiervan te beschermen.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller schoelinckaube. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.86. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.86
  • (0)
  Add to cart