Hoofdstuk 1 – Vraag en aanbod
De vraag naar een product wordt bepaald door vijf factoren:
De prijs van het product
De prijs van andere producten
Het inkomen van de consument
De behoeften van de consument
Het aantal consumenten
Als de prijs van een product verandert, verandert de vraaglijn (Qv) zelf niet. Je komt alleen
terecht op een ander punt op dezelfde vraaglijn. De vraaglijn verschuift in zijn geheel als een
andere factor dan de prijs van het product verandert.
Het aanbod van een product wordt bepaald door vier factoren:
De prijs van het product
De prijzen van de productiefactoren
Een stijging van de kosten
De kwaliteit van de productiefactoren arbeid en kapitaal
Als de prijs van een product verandert, verandert de aanbodlijn (Qa) zelf niet. Je komt alleen
terecht op een ander punt op dezelfde aanbodlijn. De aanbodlijn verschuift in zijn geheel als een
andere factor dan de prijs van het product verandert.
In een markt willen aanbieders graag een zo hoog mogelijk prijs voor hun producten ontvangen
en willen vragers juist een zo laag mogelijke prijs betalen. Het spel van vraag en aanbod zorgt
doorlopend voor marktevenwicht.
Marktevenwicht (Qa = Qv) = situatie waar bij een bepaalde prijs de gevraagde
hoeveelheid gelijk is aan de aangeboden hoeveelheid (evenwichtsprijs en
evenwichtshoeveelheid).
Consumentensurplus is het verschil tussen de betalingsbereidheid en de te betalen prijs.
Betalingsbereidheid = de prijs die de consument maximaal bereid is te betalen.
Producentensurplus is het verschil tussen de te ontvangen prijs en de leveringsbereidheid.
Leveringsbereidheid = de prijs die de producent minimaal wil ontvangen.
Hoofdstuk 2 – Volkomen concurrentie
Economen maken onderscheid tussen verschillende marktvormen; de omstandigheden
waaronder producenten met elkaar concurreren. De marktvorm met de meeste concurrentie is
volkomen concurrentie (P = GO = MO):
Veel vragers en Homogene goederen Transparante markt Vrije toe- en uittreding
aanbieders
Vrager of aanbieder Goederen zijn voor de Alle vragers en Iedereen kan de
heeft geen invloed op vragers identiek. aanbieders weten markt betreden.
de prijs. alles over wat er op
de markt gebeurd.
, “De markt dicteert de Er is geen voorkeur Geen
prijs”. voor het ene of het toetredingsbarrières.
andere goed.
Het belangrijkste verschil met andere marktvormen is de invloed die de ondernemer heeft op de
prijs:
Volkomen concurrentie
De prijs op de markt wordt bepaald door vraag en aanbod. De producent is
hoeveelheidsaanpasser (heeft dus alleen invloed op de hoeveelheid die hij produceert).
De prijs-afzetlijn loopt horizontaal: voor elke hoeveelheid ontvangt de ondernemer
dezelfde prijs.
Overige marktvormen
De producent kan zich onderscheiden van de concurrentie en kan zelf (deels) de prijs
voor zijn product bepalen (prijszetter).
De prijs-afzetlijn van de producent heeft een dalend verloop.
- Hoge prijs = lage afzet
- Lage prijs = hoge afzet
Er zijn drie belangrijke (financiële) doelstellingen voor een individuele ondernemer:
Break-even: quitte spelen, kostendekkend, geen winst/verlies
Maximale totale winst: zoveel mogelijk winst maken
Maximale totale omzet: korte-termijn doelstelling, zoveel mogelijk verkopen om
marktaandeel te verkrijgen en/of een concurrent uit de markt te drukken.
Wanneer de winst gelijk is aan nul en de opbrengsten gelijk aan de kosten, noem je dat het
break-even punt. De bijbehorende afzet noem je de break-even afzet.
TO = P x q
P = GO
TVK = GVK x q
GVK = TVK / q
GCK = TCK / q
TK = TVK + TCK (TK = GVK x q + TCK)
Break-even formules:
TO = TK
GO = GTK
GTK = TK / q
Maximale totale winst:
MO = MK
Maximale totale omzet:
MO = 0
Marginale opbrengst (MO):
Opbrengst van één extra verkocht product.
- Bij volkomen concurrentie: P = GO = MO
Marginale kosten (MK):
Kosten van één extra verkocht product.
- MK = GVK
Hierboven gaan we uit van proportioneel variabele kosten.
Er zijn drie soorten variabele kosten:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bovanruitenburg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.