100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychology van de schrijvers Peter Gray & David F. Bjorklund. H1 t/m H8 $7.51
Add to cart

Summary

Samenvatting Psychology van de schrijvers Peter Gray & David F. Bjorklund. H1 t/m H8

1 review
 101 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Zeer uitgebreide samenvatting van Psychologie van de schrijvers Peter Gray & David F. Bjorklund. H1 t/m H8. Deel 2 van de samenvatting is ook te koop op stuvia en betreft H9 tm H17

Preview 4 out of 149  pages

  • No
  • H1-h8
  • February 21, 2020
  • 149
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: anneliefaingnaert • 4 year ago

avatar-seller
1. Foundations for the study of Psychology
Psychologie: de wetenschap van het gedrag en de geest.
Behavior/gedrag: waarneembare acties van een persoon of een dier.
Mind/geest: alle menselijke subjectieve ervaringen zoals individuele sensaties, percepties,
herinneringen, gedachten, dromen, motieven, emoties en andere subjectieve ervaringen.
Science/wetenschap: alle pogingen om vragen te beantwoorden door het systematisch verzamelen
en logisch analyseren van objectief waarneembare gegevens. De meeste data wordt gebaseerd op
observatie van gedrag want dat is makkelijk waarneembaar en vervolgens worden er conclusies
getrokken over de geest.

1879 (dit is het enige jaartal dat je moet weten): ontstaan psychologie als wetenschap  Wilhelm
Wundt.

3 fundamentele ideeën: een historisch overzicht
- Gedrag en mentale ervaringen hebben fysieke oorzaken dat wetenschappelijk onderzocht
kan worden.
De Grieken legde in de Middeleeuwen de basis en waren de eerste die zich bezighielden met de
psychologie. Tot de 18e eeuw was psychologie beperkt door het geloof. Volgens de kerk bestaat de
mens uit twee stukken: materiële lichaam en immateriële geest  dualisme. Volgens de kerk kon
het lichaam wetenschappelijk onderzocht worden maar de geest niet (die had een eigen wil).
Descartes kwam met het volgende: elke activiteit uitgevoerd door mensen die kwalitatief niet
verschilt van het gedrag van een niet-menselijk dier kan, in theorie, plaatsvinden zonder de ziel. Hij
verschroof dus de nadruk van de geest naar het lichaam door bestudering van de reflexen en door
het ontleden van het lichaam  zelfs complexe gedragingen zijn het resultaat van lichamelijke
mechanismen, zonder dat de geest daar invloed op heeft. Volgens Descartes was het grote verschil
tussen mensen en dieren dat mensen wél kunnen denken. Descartes suggereerde dat de ziel, hoewel
niet fysiek, inwerkt op het lichaam op een bepaalde fysieke locatie. Zijn plaats van actie is een klein
orgaan begraven tussen de twee hersenhelften. Zenuwen en neuronen brengen zintuigelijke
informatie naar het brein, waar de geest informatie ontvangt en hierover na gaat denken. Het erkent
de rollen van zintuigen, zenuwen en spieren in gedrag zonder de religieuze overtuigingen of
intuïtieve gevoelens van mensen te schenden die een bewuste gedachte op een niet-fysiek vlak doet
ontstaan. Echter hij slaagde er niet in te verklaren hoe de geest invloed kan uitoefenen over het
lichaam en de theorie bakent strikt af wat wel en niet kan worden bestudeerd door de wetenschap.

Hobbes daarentegen kwam met materialisme: geest of ziel is een zinloos concept en bestaat uit niets
anders dan materie en energie. Er bestaat dus geen geest. Al het gedrag kan begrepen worden door
te kijken naar de fysieke processen zoals de hersenen. Materialisme is dus dat het denkproces
voortkomt uit de hersenen.

Vervolgens kwam er een groei in het begrijpen van reflexen. Reflexiologie: al het menselijke gedrag
vindt plaats via reflexen en zogenaamd vrijwillige handelingen zijn eigenlijk reflexen. Veel mensen
dachten zelfs dat al het gedrag veroorzaakt werd door reflexen die gestimuleerd worden door de
omgeving. Wat ook belangrijk was, was de localisatie van functies in de hersenen: specifieke delen in
de hersenen hebben specifieke functies. Muller stelde voor dat de verschillende kwaliteiten van
sensorische ervaringen in het geding zijn, omdat de zenuwen van verschillende zintuigen
verschillende delen van de hersenen prikkelen. Zo ervaren we zicht wanneer een deel van de
hersenen actief is, horen wanneer een ander deel actief is, enzovoort.

- De manier waarop mensen zich gedragen, denken en voelen past zich aan door de tijd heen
door de ervaringen in hun omgeving.

,Empiricism/empirisme: het idee dat de menselijke kennis en gedachten ontstaan door zintuigelijke
ervaring (zicht, horen, aanraken etc). De zintuigen die we hebben zorgt ervoor dat we kennis
verkrijgen uit de wereld om ons heen. Deze kennis helpt ons bij het nadenken over de wereld en hoe
we ons moeten gedragen in deze wereld. Locke ziet een kinds mind als een schone lei en die wordt
met krijt gekleurd door de ervaringen van mensen.  “Er is geen menselijke natuur anders dan een Er is geen menselijke natuur anders dan een
vermogen om iemands gedrag aan te passen aan de eisen van de omgeving.”
British empiricism: Gedachten reflecteren ervaringen en komen dus niet voort uit vrije wil.
Law of association by contiguity: als je kort na elkaar 2 sensaties ervaart, worden deze in je hersenen
met elkaar geassocieerd. In de toekomst zal dan de ene gedachte van die twee sensaties leiden tot
de andere sensatie.
Het tegenovergestelde van empirisme is nativisme: bepaalde kennis en vaardigheden moeten
aangeboren zijn en ervaring heeft daar niks mee te maken. Alleen met deze basis is het mogelijk om
te leren. Dit was niet in Engeland ontstaan maar in Duitsland. Kant maakte hierbij onderscheid tussen
twee soorten kennis:
 a priori: aangeboren kennis en hoef niet aangeleerd te worden.
 a posteriori: kennis verkregen door ervaring.
A posteriori kennis kan niet worden verkregen voordat er a priori kennis is.

- De machine/ het lichaam, die gedrag en mentale ervaringen produceert, is het resultaat van
evolutie door natuurlijke selectie.
Darwin  Natuurlijke selectie (uitleg a priori kennis): individuen die eigenschappen hebben
waardoor ze zich goed kunnen aanpassen aan de omgeving, hebben een grotere kans om te
overleven en zich voort te planten. Zo worden de succesvolle eigenschappen van generatie op
generatie overgedragen en steeds verder verspreid door de populatie. Door natuurlijke selectie
verschillende soorten dieren en planten veranderen door de tijd heen omdat de soorten zich aan
gaan passen aan de omgeving. Vanwege de evolutie kunnen de aangeboren kenmerken van een
bepaalde soort plant of dier worden onderzocht op de functies die ze dienen om de individuen te
helpen overleven en zich voort te planten. In the origin of species komt naar voren dat dit werkt voor
planten en dieren, maar natuurlijke selectie vindt ook plaats bij de mens. Darwin gaf ook aan dat de
basisvormen van menselijke emoties zoals lachen en huilen zijn geërfd doordat het een mogelijkheid
was van communiceren wat de overlevingskans had verhoogd.

KORTOM de drie fundamentele principes zijn (korte samenvatting uit opdracht):
Het eerste idee is materialisme. Dat is de opvatting dat gedrag en mentale ervaringen altijd een
fysieke oorzaak hebben. Dit idee is al terug te vinden in de antieke Griekse filosofie, maar het duurde
tot in de zeventiende eeuw voordat dit idee gestalte kreeg in het huidige westerse denken. René
Descartes stelde bijvoorbeeld dat de ziel in direct contact moest staan met het lichaam om de
waarnemingen van het lichaam te kunnen ervaren, en om de beweging van het lichaam aan te
sturen. Thomas Hobbes stelde de zaken zelfs nog radicaler voor. Volgens hem was het concept van
de ziel helemaal overbodig. Het lichaam is een machine en alle gedrag dat het vertoont is te
begrijpen als een gevolg van natuurlijke processen. Het mag dan lijken alsof onze ziel zelf keuzes
maakt en dus verantwoordelijk is voor ons gedrag, maar dergelijke bewuste gedachten zijn, volgens
Hobbes, gewoon het gevolg van de machinerie van ons brein.
Het tweede idee is empirisme. Dat is de opvatting dat gedrag, gedachten en gevoelens over de tijd
heen gevormd worden door de ervaringen die we opdoen in onze omgeving. Dit idee kwam voor het
eerst expliciet tot uitdrukking in de filosofie van John Locke, en was een logisch gevolg van de
materialistische filosofie van Hobbes. Als het hele lichaam inclusief de mentale ervaring een
materiele machine was, dan moest de omgeving, via de zintuigen, verantwoordelijk zijn voor de
kennis over die omgeving die in dat lichaam aanwezig was.

,Het derde idee is nativisme. Dat is de opvatting dat de mens, onafhankelijk van de ervaringen die hij
opdoet tijdens het leven, enige vorm van aangeboren, a priori kennis bezit die hem helpt de wereld
te begrijpen. Dit idee vinden we in conceptuele vorm al bij filosofen als Leibniz en Kant, maar kreeg
een expliciete, wetenschappelijke vorm in het werk van Darwin. Zijn stelling dat de lichamelijke
machinerie die ons gedrag en onze mentale ervaringen produceert, een product is van het proces
van evolutie door natuurlijke selectie - en dus gericht is op voortbestaan en voortplanting van de
mens - bood een onderbouwing voor het gegeven dat de mens specifiek is aangepast aan zijn
omgeving, en daarin sommige dingen wel, en andere dingen niet kan leren.
Hoe geven deze drie fundamentele principes vorm aan de hedendaagse psychologie?
Met het idee van fysieke causatie van gedrag van Descartes, en definitief met het materialisme van
Hobbes, werd de weg vrijgemaakt voor de hedendaagse psychologie, omdat zij hiermee een
natuurwetenschappelijke benadering van gedrag, gedachten en gevoelens mogelijk maakte. De ziel
was door hun werk niet meer een ongrijpbaar, immaterieel fenomeen, maar stond in direct contact
met de fysieke wereld, en werd daar - in het werk van Hobbes - letterlijk onderdeel van.
Locke en zijn tijdgenoten ontwikkelde met het empirisme vervolgens een van de belangrijkste
verklaringen voor menselijk gedrag, namelijk de omgeving die, als bron van alle kennis, de geest vult,
het lichaam in beweging zet, en dus bepaalt welk gedrag dat lichaam vertoont. Het grootste deel van
de moderne psychologie is nog altijd gebaseerd op dit idee, dat de menselijke machinerie door de
omgeving via de zintuigen geprikkeld wordt, en zodoende aangezet wordt tot gedrag.
Met hun nativisme boden Kant, maar met name ook Darwin de psychologie het gereedschap om te
begrijpen dat de mens niet alleen beschouwd kan worden als een machine (materialisme) die wordt
aangestuurd door de omgeving (empirisme), maar vooral ook dat die machine bij geboorte al op een
heel specifieke manier in elkaar zit (nativisme) waardoor sommige gedragingen en ervaringen wel
mogelijk zijn, of voor de hand liggen, en andere niet.


De oorzaken van mentale ervaringen en gedrag kunnen geanalyseerd worden op verschillende levels.
Elk gedrag of mentale ervaring kan bekeken worden uit de 9 verschillende opzichten/levels. De levels
zijn hieronder uitgelegd.
1. Biologische categorie:
 Neurale niveau: oorzaak wordt gezocht in de hersenen. Mensen in dit veld zijn
neurowetenschappers  bestuderen werking van hormonen en medicatie en hun invloed op
gedrag.
 Biopsychologie niveau: bestuderen de manier waarop hormonen en drugs hun invloed
uitoefenen op de hersenen om gedrag en ervaringen te veranderen.
 Genetisch niveau: oorzaak wordt gelegd in de genen. Gedragsgenetici bestuderen mensen en
dieren en onderzoeken bijvoorbeeld DNA codes.
 Evolutionair niveau: oorzaak ligt in het proces van natuurlijke selectie  evolutionaire
psychologen onderzoeken hoe een bepaald kenmerk een rol heeft gespeeld in het proces van
natuurlijke selectie.
2. Ervaringscategorie:
 Niveau van leren: oorzaak uit eerdere ervaring van persoon. Ervaring in omgeving 
verandering in gedrag.
 Cognitieve niveau: oorzaak ligt in de kennis en overtuigingen van een persoon. Cognitie:
informatie die op de een of andere manier in de hersenen wordt opgeslagen en die weer
geactiveerd kan worden door de werking van de hersenen. Ervaring  verandering
kennis/overtuigingen  verandering in gedrag. Deze psychologen zijn geïnteresseerd in de
informatie die het bepaalde gedrag die je observeert veroorzaakt.
 Sociale niveau: oorzaak wordt gezocht in de invloeden van anderen. Sociaal psychologen
onderzoeken hoe anderen ons beïnvloeden  social pressure (gedrag aanpassen aan de

, sociale normen of verwachtingen van anderen). Sociaal psychologische explanations zijn vaak
ook cognitieve explanations.
 Culturele niveau: oorzaak ligt in de cultuur waar iemand in opgroeit. Elke cultuur heeft zijn
eigen kenmerken en beïnvloed zo de mensen in die cultuur. Culturen verschillen in
taal/dialect, waarden en houdingen of bepaalde emoties en gedragingen die worden
aangemoedigd of juist niet. Culturele psychologen kijken vooral naar de unieke geschiedenis,
economie en religie van de cultuur of bepaalde tradities die de normen, waarden en
gewoontes van mensen kunnen verklaren.
 Ontwikkelingsniveau: oorzaak wordt gelegd in leeftijdgerelateerde veranderingen. Gedrag
kan deels voorspeld worden door iemands leeftijd en ontwikkelingsfase.
Ontwikkelingspsychologen beschrijven gedrag en gedragsveranderingen over de levensloop.

Volgens de vraag uit YouLearn:
1. Bij neurale verklaringen wordt de structuur en activiteit van het zenuwstelsel aangewezen als
oorzaak.
2. Bij fysiologische verklaringen worden hormonen en andere chemische stoffen aangewezen
als oorzaak.
3. Bij genetische verklaringen wordt de invloed van onze genen aangewezen als oorzaak.
4. Bij evolutionaire verklaringen wordt de natuurlijk selectie aangewezen als oorzaak.
5. Bij leertheoretische verklaringen wordt de voorafgaande ervaring van het individu
aangewezen als oorzaak.
6. Bij cognitieve verklaringen worden kennis en overtuigingen van het individu aangewezen als
oorzaak.
7. Bij sociale verklaringen wordt de invloed van andere mensen aangewezen als oorzaak.
8. Bij culturele verklaringen wordt de culturele context waarin het individu opgroeit
aangewezen als oorzaak.
9. Bij ontwikkelingstheoretische verklaringen worden veranderingen over de loop van het leven
aangewezen als oorzaak.

Naast dat je bepaalde subjecten van de psychologie kan onderverdelen in levels kan je ze ook
onderverdelen in topics. Bijvoorbeeld:
- Sensory psychology: de basis vaardigheden om iets te zien, horen, aan te raken, proeven en
te ruiken.
- Perceptual psychology: studie over hoe mensen en dieren signalen, die de zintuigen
veroorzaken, interpreteren of begrijpen.
2 grote specialiteiten die dicht met elkaar gerelateerd zijn, zijn personality psychology en abnormal
psychology. Personality psychology verwijst naar persoonlijkheidspsychologie die zich bezighoudt
met verschillen in de manieren waarop mensen denken, voelen en zich gedragen, aangeduid als
persoonlijkheidskenmerken. Abnormal psychology houdt zich bezig met variaties in psychologische
eigenschappen die voldoende extreem en verstorend zijn voor het leven van mensen, om te worden
geclassificeerd als mentale stoornissen. Deze twee specialiteiten maken gebruik van de verschillende
levels van analyse. Dicht gerelateerd aan abnormale psychologie is clinical psychology: het helpen
van mensen die mentale verstoringen hebben of minder erge en serieuze psychologische problemen.


2. Methods of psychology
Wetenschap is de poging om vragen te beantwoorden door middel van het systematisch verzamelen
en analyseren van objectieve, openbaar waarneembare gegevens. Het gaat niet alleen om
beschrijven maar ook om het verklaren. Wetenschap heeft dus altijd een (oorzakelijk) verband.
Er wordt een inleidend verhaal beschreven over Hans het paard. Die kon volgens zijn baasje alle
vragen beantwoorden. Oskar Pfungst onthulde na een paar jaar de waarheid. De paard was niet

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukvanderende. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.51  2x  sold
  • (1)
Add to cart
Added