Paragraaf 1: De bloeiende burgerij.
Na de val van het Romeinse Rijk, kwam rond de 11 e eeuw de burgerij ofwel de
hogere middelklasse terug die in de volgende eeuwen een grote rol zou hebben
in de machtsverdeling. Bijna de hele bevolking van West-Europa leefde in een
autarkische (zelfvoorzienende) samenleving door middel van het
hofstelsel(wordt uitgelegd in de samenvatting van T3). De handel leefde hier
voor het eerst na de val van het Rijk weer op, door surplus aan
landbouwproducten, wat tot gevolg had dat de bevolking relatief snel groeide,
wat weer leidde tot specialisatie in ambacht waardoor de agrarisch-urbane
samenleving herleefde. Een vaak onopgemerkt gebied dat in deze tijd veel
groeide is Vlaanderen. Dit komt vooral door de connectie met de zee, Engeland
en de rest van Europa. Er waren Poorters, mensen met burgerrechten en gildes;
verenigingen met mensen die een bepaald beroep deelden. Om een ‘stad’ te zijn
waren stadsrechten nodig die een stadsbestuur kon kopen van de grondbezitter.
De rechten zorgden o.a. voor jaarmarkten, nieuwe munten en een stadsmuur en
-leger. De grondbezitter werd ook betaald in belasting van de stad, waarmee hij
militaire macht kon vergkrijgen. Een belangrijke groep vormde zich uit de
gildes; de patriciërs; de rijke burgers, welke door middel van handel en
leningen posities in het stadsbestuur verkregen. Tegenover de patriciërs stond
het gemeen; de arbeiders en vaak armere groep mensen. De patriciërs en het
gemeen hadden verschillende belangen. Uiteindelijke hoopte de kritiek zich zo
op dat er een opstand ontstond, waar de Franse legers (van de Patriciërs) en het
gemeen het uitvochten; de Guldensporenslag (1302). Verassend genoeg, won
het gemeen. Deze slag ging in als het moment waarop duidelijk werd dat de
patriciërs en rijke elite niet alleenheersers waren, en dat het gemeen minstens
zo belangrijke en sterk was.
Paragraaf 2: Burger tegenover vorst.
Door de vele grote steden en handelsroutes werd de economie steeds
chaotischer; er waren veel verschillende munten en tevens was het reizen met
veel geld risicovol. Er kwamen hierdoor rond de 14e eeuw wisselbrieven,
documenten waarin een schuldbekentenis vastgelegd stond. Uiteindelijk kwam
er ook in wisselbrieven handel, en ook in koopcontracten; handel werd
georganiseerder. Steden als Amsterdam en Antwerpen kwamen op, waarvan de
laatste een van de welvarendste van Europa werd. In Antwerpen kwamen voor
het eerst stapelmarkten voor, waar goederen werden opgeslagen voor later
verkoop. Amsterdam werd op zijn beurt belangrijk doordat het als een van de
weinigen handel dreef op het Oostzeegebied voor graan; de Moedernegotie.
Met welvaart komt ook geloof, en in verschillende Nederlandse gewesten kwam
de Moderne Devotie op die Christenen stimuleerden om zelf de bijbel te lezen
en zelf te interpreteren, men kreeg als gelovige meer verantwoordelijkheid wat
aansluit bij de zelfstandigheid van de handel. Bij kerken, die zich als een
middelpunt in de stad vormden, kwamen meer woningen en zorgplekken voor
oudere en armere mensen; begijnhovens. En omdat de kerk steeds rijker werd
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gcf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.