Hierin zit alle grammatica van duits VWO1/2: schrijfregels, vraagwoorden, getallen tot en met 100 +1000 (je krijgt na 20 per tiental de getallen en dan krijg je de regels van hoe ze gevormd worden), lidwoorden, persoonlijke voornaamwoorden, ww zijn, ww hebben en worden, bezittelijke voornaamwoorden...
1. In het Duits schrijven we het zelfstandig naamwoord met een hoofdletter:
das Buch – die Übung – die Noten: het boek – de oefening – de cijfers
(Vraag: Wat is een zelfstandig naamwoord? Antwoord: Daar kun je de of het
voorzetten.)
2. In het Duits kan op de klinkers a, o, u een Umlaut staan: ä, ö en ü. De klank van de
klinker verandert dan.
Übung (zeg: uuboeng)
möchte (zeg: meuchte)
erklären (zeg: erkleren)
3. Het Duits kent ook de bijzondere letter: ß (das Eszett-Zeichen)
ß spreek je uit als -ss
De ß staat achter een lange klinker, -ss staat achter een korte klinker:
ich weiß ei = lange klinker
vergessen e = korte klinker
Notiz 2 Fragewörter Seite 14
wie = hoe Wie heißt du? Hoe heet jij?
wer = wie Wer bist du? Wie ben jij?
wo = waar Wo wohnst du? Waar woon jij?
woher = waarvandaan Woher kommst du? Waar kom je vandaan?
was = wat Was machst du hier? Wat doe jij hier?
Notiz 3 die Zahlen (=de getallen) Seite 14
0 = null
1 = eins
2 = zwei
3 = drei
4 = vier
5 = fünf
Het bepaalde lidwoord is in het Nederlands de of het.
In het Duits zijn er drie mogelijkheden: der, die en das.
maskulin (mannelijk): der der Junge – der Fußball
feminin (vrouwelijk): die die Lehrerin – die Woche – die Nummer
neutral (onzijdig): das das Kind – das Jahr
Plural (meervoud) : die die Leute – die Noten
Notiz 5 das Personalpronomen und das Verb sein Seite 18
das Personalpronomen = het persoonlijk voornaamwoord:
ik = ich
jij = du
hij = er (Max)
zij = sie (Ilse)
het = es (das Kind)
wij = wir
jullie = ihr
zij = sie (die Leute)
u = Sie
das Verb sein
ich bin = ik ben
, du bist = jij bent
er ist = hij is
sie ist = zij is
es ist = het is
wir sind = wij zijn
ihr seid = jullie zijn
sie sind = zij zijn
Sie sind = u bent
Neue Kontakte Kapitel 2
Notiz 6
Die Zahlen
20 = zwanzig
21 = einundzwanzig
30 = dreißig !!!
40 = vierzig
50 = fünfzig
60 = sechzig
70 = siebzig
80 = achtzig
90 = neunzig
100 = hundert
1000 = tausend
een miljoen = eine Million (die Million)
Regel 1: de -s van eins valt weg zodra achter eins een ander woord staat waarmee het
verbonden is:
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AloloSV. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.