BELANGRIJK: De woorden in de oefentoets komen van de boek NEUE Kontake 7e editie- VWO 3. Als je de woorden niet weet, hoef je alleen de goeie vorm van de lidwoord/ bezittelijke voornaamwoord in te vullen of de opdracht over te slaan!!!!!!!!
Dit document is bedoeld om te testen of je weet welke n...
1. N/A Er hat (een ongeluk) gehabt.
2. N/A Sie benutzt (geen medicijnen).
3. N/A Herr Tegel ist heute (de dokter) in der Poli.
4. N/A In unserem Team ist (mijn vader de trainer).
5. N/A (De griep) war nicht so schlimm.
6. N/A Ich hatte (een griep).
7. N/A Er kann nicht (zonder zijn vriendin).
8. N/A Wir können nicht (zonder haar).
9. N/A (De kiespijn) waren schrecklich.
10. N/A Dieser Tee ist gut (voor het lichaam).
11. N/A Ich habe etwas (voor jou) mitgebracht.
12. N/A Zum Glück hat er (de rug) nicht gebrochen.
13. N/A Wann hast du (hem) gesehen?
14. N/A Tut dir (de buik) weh?
15. N/A Sehe ich (jullie) morgen?
16. N/A Sehe ich (jullie klas) morgen?
17. N/A (Haar arm) tut weh.
18. N/A Wo sind (uw medicijnen) ……………………., Herr Söder?
19. N/A (Ons ziekenhuis) …………….. ist das beste Krankenhaus in der Stadt.
20. N/A Hast du (jouw oren) ………………. bereits kontrollieren lassen?
21. N/A Hast du (hen) auch noch gesehen?
22. N/A (Door het ongeluk) konnte ich lange nicht laufen.
, @AloloSV
Übung 2 Nominativ – Dativ - Akkusativ
1. N/D/A Er beschreibt (de dokter) seine Krankheit.
2. N/D/A Der Arzt schreibt (mijn moeder) Tabletten vor.
3. N/D/A Kannst du (je vrienden) dein Zimmer zeigen? (zeigen=tonen)
4. N/D/A Ich bekomme Tabletten (voor mijn hooikoorts).
5. N/D/A Ich fahre mal schnell (naar de apotheek).
6. N/D/A Der Arzt gibt (mijn vriend) schnell ein Rezept.
7. N/D/A (Met de medicijnen) kann ich ein halbes Jahr funktionieren.
8. N/D/A Warum ist im Dunkeln lesen schlecht (voor de ogen)?
9. N/D/A Ich brauche morgen unbedingt (de laptop). (der Laptop)
10. N/D/A Er hat sich (de voet) verletzt.
11. N/D/A Der Lehrer erzählte (de kinderen) die Geschichte der Heiligen Nikolaus.
(das Kind – die Kinder)
12. N/D/A Warum gibst du (jouw vriendin) keine Antwort?
13. N/D/A Warum gibt er (zijn vriendin een arm).
14. N/D/A Können Sie (de pijn) beschreiben?
15. N/D/A Ich habe (geen hoofdpijn).
16. N/D/A (De herfst) gefällt mir.
Übung 3
1. Jürgen heeft keelpijn.
2. Wij zijn erg blij!
3. Dat is niet erg.
4. Zij fietsen vaak.
5. Wij zien hen regelmatig.
6. Wij zien de vrienden vaak.
7. Zij wenste mij beterschap.
8. Zij wenste haar vriendin beterschap.
9. Wij bezoeken hem vanmiddag.
10. Wij bezoeken onze opa vanmiddag
11. Bent u gewond?
12. Hij wordt al weer moe. (al = schon)
13. Zij voelt zich duizelig.
14. Gaan jullie naar de dokter?
15. Wij kunnen niet onder hem.
16. Ik ga met haar naar de film. (ins Kino)
17. Zij gaat met haar moeder naar de film.
18. Wij waren vanmiddag bij hem.
19. Hij was tamelijk nerveus.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AloloSV. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.