Samenvatting voor het vak 6670 voeding, voorlichting en gedrag (9.8 ontvangen met deze samenvatting!)
8 views 1 purchase
Course
Voeding, voorlichting en gedrag
Institution
Hogeschool NTI (NTI)
Samenvatting van het vak 6670 voeding, voorlichting en gedrag van het 1e jaar NTI studie Voeding en Diëtetiek. 9,8 ontvangen voor het vak met behulp van deze samenvatting.
Voeding, voorlichting en gedrag
De volgende leerdoelen/ toetsitems staan centraal in deze module:
Beschrijven van de verschillende benaderingen van (het begrip) gezondheid;
Uitleggen welke bevolkingsgroepen specifieke preventieprogramma’s behoeven op basis van
een determinanten- en gezondheidsindicatorenanalyse;
Uitleggen hoe een planmatige bevordering van gezond gedrag kan worden uitgevoerd
middels Intervention Mapping;
Uitleggen van groepsgerichte preventietechnieken met behulp van gedragsmodellen
Uitleggen met welke belemmerende factoren er rekening gehouden dient te worden bij het
ontwikkelen en implementeren van een interventieprogramma voor specifieke doelgroepen
in een casus
Begrijpen van epidemiologische onderzoeken en de Voedselconsumptiepeiling
Uitleggen wat de gevolgen voor gezondheid zijn met betrekking tot voeding en leefstijl
Toepassen van verschillende gedragsmodellen bij het ontwikkelen en implementeren van een
interventie op basis van een contextanalyse
Les 1.
Benaderingen op gezondheid:
Monocausaal: enkel afwezigheid van ziekte
Multifactorieel: ook wordt gekeken naar omgevingsfactoren
6 visies op gezondheid
Klassieke medische: monocausaal, afwezigheid van ziekte of lichaamsgebrek. Slecht 1
oorzaak: als de oorzaak aanwijsbaar is, is de persoon ziek. Is deze niet aanwijsbaar, is er
sprake van gezondheid.
Biologische: aanpassing van het menselijk lichaam aan externe omstandigheden.
Homeostase: constant houden van fysiologische processen en biochemische reacties. Iemand
is gezond als hij in staat is onder wisselende externe omstandigheden zijn interne milieu
constant te houden.
Psychologische: persoon is gezond als deze zijn zelfgestelde doelen in het leven kan behalven
en in zijn geestelijke behoeften kan voorzien. Het gaat hier dus om geestelijk gezond zijn. Dus
mensen met lichaamsgebreken of ziekte, kunnen gezond zijn.
Sociale: persoon is gezond als hij zijn sociale rollen in de maatschappij kan vervullen binnen
geldende waarden en normen. Bv zorgen voor kinderen, drukke baan combineren of
thuissituatie.
Humane: volgens WHO ‘a state of complete physical, social and mental well-being and not
merely the absence of disease or infirmity’. Multicausaal, multifactorieel. Koppeling tussen
biologische, psychologische en sociale visie op gezondheid.
Dynamische: de mens als holistische eenheid is gezond wanneer hij in balans is met zichzelf
en zijn externe milieu, en door zijn aanpassingsvermogen, door regie te houden of
gezondheid en dit zelf te managen.
Hfst 1. Sassen,B. Gezondheidsbevordering en zelfmanagement door paramedici
ICF en ICD
ICF (International classification of functioning, disability and health):classificatie gezondheid
en gezondheidsgerelateerde domeinen. Geeft weer hoe mensen omgaan met gezondheid. IS
, een biopsychosociaal model, mens is een holistische eenheid. Draait om het
aanpassingsvermogen en zelfmanagement. Is het WHO-kader voor meten
gezondheid(sproblemen), via een checklist met gezondheidsstatus, sociale gegevens,
activiteiten en participatie.
ICD (international classification of diseases): informatie over gezondheid, ziekte en sterfte. In
klinische zorg gebruikt. Helpt om ziekte- en sterftecijfers te monitoren en voor
millenniumdoelen WHO.
Gezondheidsindicatoren en volksgezondheid
Gezondheidsindicatoren: objectiveerbare en meetbare grootheden van gezondheid en ziekte. Deze
geven aan welke gezondheidsproblemen er voorkomen, en welke leiden tot sterfte.
Epidemiologie
Epidemiologie: richt zich op het voorkomen van gezondheidsproblemen en op de samenhang tussen
gezondheidsproblemen en het voorkomen van de aan de gezondheidsprobleem gerelateerde
verschijnselen binnen de bevolking.
Kijkt zowel naar het gezondheidsprobleem zelf (bv HIV), maar ook naar de verschijnselen die
samenhangen met het voorkomen ervan (leeftijd, sekse etc)
Etiologische factoren: bepalend voor het ontstaan van gezondheidsprobleem, gaat een ziekte
vooraf (erfelijke aanleg, verhoogd cholesterol of glucose)
Prognostische factoren: maken dat een al aanwezig gezondheidsprobleem verergert of stopt;
deze hebben invloed op het verloop van de aandoening (abdominale obesitas voor Diabetes
T2, roken voor COPD patiënten, milieu voor verergeren longproblemen)
Diagnostische factoren: maken duidelijk of er sprake is van een bepaald
gezondheidsprobleem (verandering moedervlekken > huidkanker, afwijkende cellen
baarmoederhals).
Epidemiologisch onderzoek: verbanden tussen gedrag/gewoontes en een ziekte. Wordt uitgegaan
van een cohort: omschreven deel van de bevolking, gekeken wordt in de tijd of individuele personen
in de groep wel/niet een ziekte krijgen, en er wordt gekeken naar gerelateerde verschijnselen zoals
gedrag en gewoonten.
Significant verband: gevonden relatie tussen (risico)factoren en gezondheidsprobleem berust
niet op toeval.
Meetniveau op individueel niveau; gevolgtrekkingen op groeps- en/of populatieniveau.
Gezondheidsstatistieken
Gezondheidsstatistieken: bieden zicht op de gezondheidstoestand van bevolkingsgroepen (ziekte,
sterfte, ziekenhuisopnames, verloren levensjaren; geregistreerd door gezondheidsinstellingen)
Demografische/bevolkingsstatistieken: bieden zicht op de samenstelling van de bevolking (leeftijd,
man/vrouw, aantal 80+)
Veelvoorkomende gezondheidsindicatoren
Gezondheidsindicatoren: geven cijfermatig inzicht in het niveau van gezondheid en ziekte in de
bevolking. Belangrijke zijn: sterfte, levensverwachting, ervaren gezondheid, multimorbiditeit of
gezondheidsverschillen.
Mortaliteit en (gezonde) levensverwachting
Mortaliteit: percentage personen dat sterft aan een bepaalde aandoening gedurende een bepaalde
tijdseenheid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller magda-roon. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.22. You're not tied to anything after your purchase.