SAMENVATTING
GOEDEREN- &
INSOLVENTIERECHT
Erasmus School of Law
Erasmus Universiteit Rotterdam
,Table of Contents
Week 1 - Hoorcollege 1..............................................................4
Probleem 1............................................................................... 9
Welk beperkte genotsrechten zijn er?.......................................12
Hoe kan men beperkte genotsrechten in het leven
roepen/vestigen?....................................................................24
Wat is de werking van beperkte genotsrechten ten aanzien van
derden?.................................................................................. 25
Hoe zit het wanneer men op de grond van een ander bouwt?.....26
Welke verbintenisrechtelijke alternatieven bestaan er voor
beperkte rechten, in het bijzonder voor erfdienstbaarheid?.......28
Jurisprudentie......................................................................... 31
Week 2 - Probleem 2...............................................................32
Welke zekerheidsrechten zijn er? Wat zijn hun voornaamste
kenmerken?............................................................................32
Hoe ontstaan zekerheidsrechten?............................................42
Wat is een eigendomsvoorbehoud en wat zijn de voornaamste
kenmerken ervan?...................................................................43
Jurisprudentie......................................................................... 45
Hoorcollege 2.........................................................................48
Probleem 3.............................................................................51
Wat is het precieze gevolg van een beding waarbij de overdracht
van een goed wordt uitgesloten of verboden? Of: wanneer is een
goed onoverdraagbaar?...........................................................51
Heeft het feit dat iemand een goed heeft verkregen van een
beschikkingsonbevoegde zonder meer tot gevolg dat de
overdracht of vestiging ongeldig is?.........................................53
Wat is het belang van het feit dat iemand aan de verkrijger van
een goed iets heeft verklaard dat achteraf fout blijkt te zijn?....60
Jurisprudentie......................................................................... 63
Probleem 4.............................................................................68
Wat is het verschil tussen pandrecht OP een vordering en
pandrecht VOOR een vordering?..............................................68
1
,Wat zijn toekomstige goederen? A: toekomstige zaken? B:
toekomstige vorderingen?.......................................................69
Kan een pandrecht worden gevestigd voor toekomstige
vorderingen en, zo ja, hoe moet dat?.......................................70
Kan een pandrecht worden gevestigd op toekomstige goederen
(zaken + vorderingen) en, zo ja, hoe moet dat?........................70
Wat is een verzamelpandakte(constructie)?..............................72
Hoe algemeen mogen de verpande goederen worden aangeduid
in de vestigingsakte?..............................................................74
Wat is een voorbehouden pandrecht en hoe komt het tot stand?
(hierbij hoort een kennisclip)...................................................76
Hoe wordt het conflict tussen pandrechten op eenzelfde goed
opgelost, in het bijzonder het conflict tussen (1) een bij voorbaat
gevestigd pandrecht en een voorbehouden pandrecht en (2)
meerdere bij voorbaat gevestigde pandrechten?......................78
Jurisprudentie......................................................................... 80
Hoorcollege 3.........................................................................82
Probleem 5.............................................................................86
Wat is een faillisement?...........................................................86
Wat moeten schuldeisers in geval van een faillissement doen om
betaald te worden?.................................................................90
Wat is executoriaal beslag? Wat zijn de gevolgen daarvan?.......92
Wat als een executoriaal beslag in conflict komt met (a) andere
executoriale beslagen op hetzelfde goed, (b) zekerheidsrechten
(pand/hypotheek) op hetzelfde goed of (c) het faillissement van
de beslagene?......................................................................... 95
Jurisprudentie......................................................................... 98
Probleem 6...........................................................................102
Wat is het lot van handelingen die de gefailleerde na zijn
faillietverklaring verricht?.....................................................102
Probleem 6...........................................................................109
Kan de curator optreden tegen handelingen die de gefailleerde
vóór zijn faillissement heeft verricht? ....................................109
Wanneer is verrekening mogelijk?..........................................115
Wat gebeurt er met schulden die de curator aangaat? ............118
2
, Jurisprudentie.......................................................................120
Hoorcollege 4........................................................................125
Probleem 7...........................................................................129
Hoe wordt de onderlinge rangorde tussen boedelschulden
bepaald?............................................................................... 131
Wat zijn voorrechten?............................................................134
a. Welke voorrechten bestaan er?..........................................134
b. Wat is de verhouding tussen voorrechten en andere redenen
van voorrang?.......................................................................138
Wat is het retentierecht?.......................................................143
Wat is het gevolg van een faillissement voor het retentierecht?
............................................................................................ 146
Wat is de verhouding tussen het retentierecht en andere redenen
van voorrang?.......................................................................146
Jurisprudentie.......................................................................148
Probleem 8...........................................................................155
Hoorcollege 5........................................................................155
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SjoerdvDijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.