SL semester 3
Inhoud
Week 1 Productontwikkeling en duurzaamheid ............................................................................... 2
Week 2 Richtlijnen gezonde en duurzame voeding ........................................................................ 3
Week 3 Misleiding in productontwikkeling ........................................................................................ 9
Week 4 Consumentenmisleiding en onderzoek ............................................................................ 12
Week 5 Formatieve toets en marktanalyse .................................................................................... 15
Week 6 Marktanalyse......................................................................................................................... 16
Week 7 Additieven.............................................................................................................................. 17
Week 8 Voedselverrijking en technologische uitdagingen ........................................................... 20
Week 11 Introductie van sensorisch onderzoek............................................................................ 21
Week 12 Invloed van samenstelling en bereiding van een voedingsmiddel op de uiteindelijke
smaakbeleving .................................................................................................................................... 26
Week 14: sensorisch onderzoek ...................................................................................................... 36
Week 16: Product en Prijs (marketingmix) ..................................................................................... 42
....................................................................................................................................................... 42
Week 17 promotie en plaats (marketingmix) .................................................................................. 48
Week 18 duurzaamheid en eiwittransititie ...................................................................................... 52
\
• In week 5 wordt de leerstof van de SL leerlijn van week 1-4 formatief getoetst
met een oefententamen. Dit betekent dat je kunt oefenen met de leerstof,
maar het resultaat van dit tentamen niet meetelt voor studiepunten.
• In week 9 wordt de leerstof van week 1-8 getoetst met een tentamen (50 MC
vragen voor 1 punt per vraag en 15 punten aan open vragen).
• In week 15 wordt de leerstof van week 11-14 formatief getoetst. Dit betekent
dat je kunt oefenen met de leerstof, maar het resultaat van dit tentamen niet
meetelt voor studiepunten.
• Let op! In week 19 wordt de leerstof van week 1-18 getoetst met een tentamen
(55 MC en voor 15 punten open vragen). Dit tentamen gaat over het hele
, semester. In de toets matrijs staan de leerdoelen die terugkomen in het
tentamen per week weergegeven.
Week 1 Productontwikkeling en duurzaamheid
▪ Je kunt de verschillende stappen van productontwikkeling aan de hand van minimaal
twee modellen uitleggen
▪ Je kunt de termen B2B en B2C toepassen t.a.v. opdracht en productontwikkeling
▪ Je kunt van verschillende voedingsmiddelen de duurzaamheidsaspecten in kaart
brengen en beredeneren waarom een nieuw ontwikkeld product onder de term
duurzaamheid valt.
Strategische fase
• Het geheel van stappen,
bewustwording, vraagstelling,
dataverzameling, oordeelsvorming,
keuzes maken, waarlangs een
nieuwe strategie tot stand komt.
B2B (business-to-business) → gaat over het op de markt brengen van producten of diensten
in een zakelijke markt. B2B richt zich meer op bedrijven. Deze vorm richt zich op klanten die
na aankoop opnieuw waarde toevoegen aan het product. Op drie manieren kan er waarde
toegevoegd worden aan het product of dienst:
1. Grondstoffen worden gebruikt om een nieuw product te maken. Dit noemen we een
halffabricaat of eindproduct.
2. Inkoop voor operationele redenen. De organisatie heeft geen intentie om een product
in een bewerkte of onbewerkte vorm door te verkopen, maar doet aankoop om haar
organisatie draaiende te houden. Denk bijvoorbeeld aan de diensten van een
accountant.
3. Doorverkoop van goederen of diensten zonder dat de samenstelling van het product
of dienst verandert. Dit zijn wedeverkopers. Een voorbeeld is een speelgoedwinkel.
Die koopt zijn goederen bij een producent. De winkel verandert niets aan het product
zelf, maar voegt waarde toe middels de prijs, plaats en promotie.
Productsoorten op de zakelijke markt. Er zijn verschillende soorten producten in de zakelijke
markt:
- Kapitaalgoederen: denk hierbij aan productiemiddelen. De klant gebruikt dit om weer
iets anders mee te produceren. Hier gaat veel geld in om. Er is vaak sprake van
maatwerk, lange processen.
- Materialen: denk hierbij aan grondstoffen, halffabricaten en componenten.
- Verbruiksgoederen: denk hierbij aan schoonmaakmiddelen, toiletpapier, olie en zeep.
Deze producten gaan op in het gewone bedrijfsproces.
- Diensten: denk hierbij aan service en reisverzekeringen (KPMG, Interpolis). Deze
producten zijn niet-tastbaar maar dit heeft een organisatie wel nodig om te blijven
draaien.
B2C (business-to-customer) → marketing gericht op verkoop van organisatie naar
consument. B2C richt zich op het maken van markten die het eindproduct consumeren,
oftewel consumenten. B2C marketing wordt ook consumenten marketing genoemd.
Voorbeelden hiervan zijn Jumbo, Albert Heijn en Spotify.
Het belangrijkste verschil tussen B2B en B2C is dat B2B zich richt op het aandacht trekken
van inkopers of beslissingsnemers en B2C richt zich op de wensen en behoeften van
consumenten en particulieren.
Week 2 Richtlijnen gezonde en duurzame voeding
▪ Je kunt productkennis ontwikkelen van innovatieve voedingsmiddelen, duurzame
voeding, functional foods en de verschillende productgroepen.
▪ Je kunt voedingskundige richtlijnen en aanbevelingen t.a.v. gezonde(re) en
duurzame voeding toepassen bij de ontwikkeling van het product.
Voorbereidingsopdracht
, 1. Wat is het Nationaal Preventieakkoord?
In het Nationaal Preventieakkoord staan afspraken om Nederlanders gezonder te maken
door roken, problematisch alcoholgebruik en overgewicht terug te dringen.
2. Wat is het verschil tussen de AVP en NAPV?
De AVP (Akkoord Verbetering Productsamenstelling) heeft tot doel het verminderen van
de gehaltes zout, verzadigd vet en calorieën (suiker en vet) in producten.
De NAPV (Nationale Aanpak Productverbetering) is in 2022 gestart. Hiermee moedigt het
ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport fabrikanten extra aan om de
samenstelling van hun voedingsmiddelen te verbeteren.
3. Wat heeft het Nationaal Preventieakkoord te maken met de AVP en NAPV?
Steeds meer Nederlanders kampen met overgewicht. Het NPV wilt het overgewicht
terugdringen door afspraken te maken. De AVP en NAPV kunnen hierbij helpen, omdat
hier afspraken worden gemaakt over het bevorderen van de gezondheid bij
Nederlanders.
4. Wanneer wordt een update gegeven over de voortgang van de NAPV?
In 2025,2028 en 2031 worden er updates uitgebracht van het RIVM. Hierbij kijken we of
de samenstelling van voedingsmiddelen daadwerkelijk verbetert en producten
verschuiven naar andere treden
De VCP (voedselconsumptiepeiling) → een verzameling van periodieke gegevens over de
voedselconsumptie en de voedingstoestand van de Nederlandse bevolking.
Criteria schijf van vijf →
https://www.voedingscentrum.nl/Assets/Uploads/voedingscentrum/Documents/Professionals/
Reader/Bijlage%205_Richtlijnen%20Schijf%20van%20Vijf%202016.pdf
Eicode. Eicodes geven aan hoe een kip geleefd heeft. De eicode is wettelijk verplicht.
Een voorbeeld van een eicode is: 2-NL-45146 01.
• De 2 geeft aan hoe de kip heeft geleefd. Er kan ook een 0, 1 of 3 opstaan.
0= biologische ei
1= vrije-uitloopei of grasei
2= scharrelei of rondeel
3= koloniehuisvesting. Dit nummer zal je niet aantreffen op eieren in de supermarkt, maar
mogelijk wel ergens anders of in het buitenland. Dit was eerst het nummer voor kooi-ei, maar
dat is vanaf 2012 verboden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lolavantoor. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.37. You're not tied to anything after your purchase.