100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Ouderen en welzijn van nu $5.35   Add to cart

Summary

Samenvatting Ouderen en welzijn van nu

2 reviews
 84 views  5 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Zeer complete samenvatting van het boek Ouderen en welzijn van nu. Alle hoofdstukken zijn meegenomen incl. tabellen.

Preview 4 out of 120  pages

  • Yes
  • February 24, 2020
  • 120
  • 2018/2019
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: coeurenpoche • 4 year ago

review-writer-avatar

By: reneevanhensbergen • 4 year ago

avatar-seller
Ouderen
en welzijn
van nu
Samenvatting

M. Beun, T. Royers, H. de
Vocht

,Ouderen en welzijn van nu Samenvatting




Hoofdstuk 1

Volgens sommige wetenschappers bouwen mensen hun identiteit vooral op tijdens hun formatieve
periode, die loopt van het tiende tot het vijfentwintigste levensjaar. In deze fase zijn mensen het
gevoeligst voor sociale conventies, rechtsregels, politieke en levensbeschouwelijke opvattingen en
deze dragen bij tot de vorming en ontwikkeling van waarden en normen.
In dit hoofdstuk leggen we uit dat de periode waarin we geboren zijn, zeker invloed uitoefent op onze
identiteit, maar dat er veel meer ingrediënten zijn waarmee we onze identiteit opbouwen.

1.2 Ouderen in tal en tel
De meest gebruikte indeling gaat uit van het 65ste levensjaar. Vanaf deze leeftijd behoor je tot de
doelgroep ouderen. Het aandeel ouderen is in de loop van de twintigste eeuw sterk toegenomen. In
1900 telde Nederland ruim vijf miljoen inwoners, waarvan een kleine driehonderdduizend ouder dan
vijfenzestig jaar. Waar de totale bevolking in deze periode verdrievoudigd is naar ruim zestien miljoen
inwoners, is het aantal ouderen vertienvoudigd: van driehonderdduizend naar drie miljoen.

Bevolkingsontwikkeling 1900–2013 (aantallen x 1000)
1900 1925 1950 1975 2000 2010 2013

Totaal bevolking 5.104 7.308 10.027 13.599 15.864 16.575 16.780

0 tot 20 jaar 2.264 3.048 3.742 4.646 3.873 3.928 3.871

20 tot 45 jaar 1.732 2.616 3.597 4.801 5.976 5.490 5.391

45 tot 65 jaar 802 1.215 1.916 2.692 3.863 4.619 4.694

65 tot 80 jaar 272 372 671 1.201 1.652 1.890 2.122

80 jaar of ouder 35 58 100 258 500 648 703
Bron: CBS Bevolkingsstatistiek; CBS Bevolkingsprognose voor 2013–2060

1.2.1 ‘Vergrijzing’ van de bevolking
Vanaf 2013 zal het aantal ouderen versneld toenemen. Volgens de CBS Bevolkingsprognose zal het
aantal 65-plussers toenemen van 2,7 miljoen in 2012 naar een hoogtepunt van 4,7 miljoen in 2041. Tot
2060 blijft het aantal schommelen rond 4,7 miljoen.

1.2.2 Dubbele vergrijzing
De komende jaren zal vooral het aandeel 65–79-jarigen sterk stijgen, en vanaf 2025 neemt ook de
groep 80-plussers sterk toe (de dubbele vergrijzing). In 2040, het hoogtepunt van het aantal 65-
plussers, is naar schatting 26% van de bevolking 65-plusser, waarvan een derde ouder is dan 80 jaar.
De babyboomgeneratie van 1946–1970 begint sinds 2011 de leeftijd van 65 jaar te passeren. De
toename van de levensverwachting blijft, net als in het verleden, ook in de toekomst van belang voor
de toename van het aantal ouderen. Het aandeel 65-plussers onder de niet-westers allochtone
bevolking is nu nog laag, maar zal in de komende decennia sterk toenemen

Geluk, genen en omgeving
Of je oud wordt is afhankelijk van drie factoren: voor een derde komt het doordat je geluk hebt, voor
nog een derde door de genetische erfenis van het voorgeslacht en voor de rest door invloeden van
buiten, zoals tijdige medische behandeling, (niet) roken, gezonde voeding of veel bewegen. De kans
om oud te worden is vooral toegenomen door de derde factor.


1

,Ouderen en welzijn van nu Samenvatting




Drukte over groene en grijze druk
De omvang van de jongeren ten opzichte van de volwassenen noemen ze ‘groene druk’ en de omvang
van de ouderen (tegenover die van de volwassenen) noemen ze ‘grijze druk’. Onderwijs en
kinderbijslag zijn bijvoorbeeld maatschappelijke kostenposten, net zoals de AOW en
ouderenvoorzieningen zoals verpleeghuizen dat zijn. Vlak na de Tweede Wereldoorlog nam de groene
druk enorm toe en was de grijze druk klein. Naar verwachting zal tot 2040 de groene druk laag blijven
en de grijze druk stijgen; dat is een van de redenen waarom de pensioengerechtigde leeftijd is
verhoogd.

1.3 Fasen in de levensloop: van de wieg tot het graf
In het Rijksmuseum in Amsterdam hangt ‘Trap der leeftijden’ (1550), een houtsnede van Cornelis
Anthonisz. De trap begint links met een jonge baby en eindigt rechts met een oude man die met zijn
benen boven zijn graf bungelt. In totaal telt deze trap tien treden. Elke tree staat voor tien levensjaren.

1.3.1 Jeugd, volwassenheid en ouderdom
De grofste fasering van de levensloop is die van jeugd, volwassenheid en ouderdom. Achttiende
levensjaar  van jeugd naar volwassenheid, vijfenzestig jaar  de ouderdom. Deze fasering heeft een
juridische basis. Afhankelijk van politieke en maatschappelijke inzichten hebben verschuivingen
plaatsgevonden in deze leeftijden. Zo schoof in de vorige eeuw de leeftijd van volwassenheid van
drieëntwintig naar eenentwintig jaar en vervolgens naar achttien jaar. Vijfenzestig jaar was bepaald in
de Algemene Ouderdomswet (AOW), die in 1957 intrad, maar inmiddels is die grens verhoogd naar
zevenenzestig jaar.

Soms spreekt men eufemistisch van de eerste, tweede en derde leeftijd. Eerste leeftijd vooral om het
kind dat schoolgaat, tweede leeftijd = volwassene die werkt en een eigen gezin of eigen huishouden
heeft gesticht. Bij de derde leeftijd = periode na gedane arbeid.
De generatiesocioloog Becker onderscheidt vier levenstijdperken.
 Het eerste leven: adolescentie
 Tweede leven: werkleven of ‘midleven’, omdat niet iedereen in dit tijdperk werkt (25 t/m 55)
 Het derde leven: activiteitenleven. (55 t/m 75
 Het vierde leven noemt hij het rustleven.

1.3.2 Verfijning van de levensfasen
Een verfijndere indeling van de levensloop vormen de kortere fasen die biologische, mentale en
sociale elementen met elkaar verenigen. Het gaat dan vooral om aspecten die met persoonlijke
ontwikkeling te maken hebben en de mate van afhankelijkheid of autonomie van het individu.
Tabel 1.2
De levensloop in fasen
Grove fasen Verfijndere fasen Leeftijd

Baby 0 – 1 jaar

Peuter 1 – 4 jaar

Kleuter 4 – 6 jaar
Jeugd
Schoolkind 6 – 12 jaar

Puber (lichamelijk)
12 – 18 jaar
Adolescent (mentaal)



2

, Ouderen en welzijn van nu Samenvatting




Grove fasen Verfijndere fasen Leeftijd

Vroeg-volwassene 18 – 30 jaar

Volwassenheid Volwassen 30 – 50 jaar

Middelbaar 50 – 65 jaar

Oudere 65 – 80 jaar
Ouderdom
Hoogbejaard 80-plus


1.3.3 Beperktheid van de indeling in levensfasen
De hierboven genoemde faseringen kennen hun beperkingen. De grootste beperking is dat ze geen
ruimte laten voor individuele ontwikkelingen en mogelijke afwijkingen daarop.
 Fasering werkt als norm
 Persoonlijke, biologische en maatschappelijke ontwikkeling en de fasen geen gelijke tred meer
met elkaar
 Fasen suggereren dat er een plotselinge overgang plaatsvindt op de dag van de verjaardag.
We hebben een kalenderleeftijd, een biologische leeftijd en een sociale leeftijd. Het jaar waarin we
geboren zijn, bepaalt onze kalenderleeftijd. Op bepaalde leeftijden krijgen we maatschappelijke
rechten zoals het recht om politieke keuzes te maken, om een auto te besturen, om alcohol te drinken
of een AOW-uitkering te ontvangen; in zulke gevallen spreken we van de sociale leeftijd. Het gaat bij
de sociale leeftijd niet alleen om verkregen rechten, maar ook om ontzegging van rechten zoals
leeftijdsdiscriminatie bij solliciteren en de positie van ouderen in de samenleving. Daarnaast bestaat er
een biologische leeftijd; dat begrip slaat op de veroudering van ons lichaam.

1.3.4 Standaardisering van de levensloop
De indeling van levensfasen is gebaseerd op instrumenteel gemeten tijd. Steeds minder mensen
hebben echter een standaardbiografie, een standaardlevensloop.

1.4 Generaties en cohorten
De verzameling van mensen die tussen twee data zijn geboren heet een cohort, bijvoorbeeld iedereen
die tussen 1990 en 1995 ter wereld is gekomen. Geboortecohorten zijn statistische eenheden om
vergelijkingen te kunnen maken in onderzoek naar bijvoorbeeld opvattingen die onder de bevolking
leven, seksueel gedrag, woonomstandigheden, inkomen. Cohorten zijn kleiner dan generaties. Een
generatie is een verzameling cohorten. Becker omschrijft een generatie als ‘een clustering van
cohorten, die gekenmerkt worden door een specifieke historische ligging en door gemeenschappelijke
kenmerken op individueel niveau (levenslopen, waardenoriëntaties en gedragspatronen) en op
systeemniveau (omvang en samenstelling, generationele cultuur en generationele
organisaties)’. Kerncohort dat midden in het hart van de generatie ligt en twee grenscohorten die de
generatie afbakenen.

Tabel 1.3
Overzicht van opeenvolgende generaties vanaf 1910
Generatie Geboorteperiode

Vooroorlogse generatie 1910–1930

Stille generatie 1931–1940


3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller khadijark. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35  5x  sold
  • (2)
  Add to cart