Dit is een samenvatting op basis van wat de LOI vraagt tijdens het behandelen van het onderdeel poëzie. het is een samenvatting van het boek dus ook voor andere scholen te gebruiken!
Samenvatting LOI Lerarenopleiding Nederlands, Literatuur en Fictie (Poëzie)
Hoofdstuk 1
Poëzie is onkruid; het heeft geen echte definitie. De institutionele context: de bron reguleert de
houding van de lezer.
Lyriek is een oude genreaanduiding voor verschillende taal- of communicatieve situaties.
Lyrische teksten worden gekenmerkt door een monologische taalsituatie. Bij een monologische
taalsituatie is er een woordvoerder: een ik die zich uit. De ik spreekt vaak een jij of gij toe, maar
er wordt niets teruggezegd. Er wordt geen geschiedenis gepresenteerd; de ik of het lyrisch
subject vertelt niet over een reeks gebeurtenissen in chronologische volgorde. De woordvoerder
geeft uiting aan een momentane ervaring. Het monoloog van een ik noemen we het lyrisch ik. Er
is geen tijdsverloop of geschiedenis; dit betekent dat het momentaan is.
Een gedicht waarin de lezer niet wordt aangesproken, maar een persoon in het gedicht, is een
apostrofe. Deze kan bijdragen aan het geheim of karakter van een tekst. Wat de instelling van de
lezer tegenover een gedicht is, wordt de pragmatische situatie genoemd.
Een uitroep is een exclamatio; dit is te herkennen aan tussenwerpsels als o, oh, ach. Het object
kan samenvallen met een apostrofe, maar vaak is een exclamatio niet op een persoon gericht.
Wanneer een tekst aan deze punten voldoet, kan het een lyrische tekst genoemd worden.
Binnen de lyriek kan er een onderscheid gemaakt worden tussen objectieve lyriek en subjectieve
lyriek. Al het bovengenoemde is subjectieve lyriek. Bij de objectieve lyriek is er in feite een
observerend ik die geen uitspraken doet, maar registreert en constateert.
Uitspraken die een algemene waarheid lijken te bevatten, zijn sententies.
Hoofdstuk 3
De directieve functie is het aanspreken van de ontvanger. Wanneer de zender zich alleen maar
wil uiten, is dit de expressieve functie. De fatische functie is voor het onderhouden van sociaal
contact. Het overbrengen van informatie is de referentiële functie.
De semantische feature is een betekeniskenmerk.
In poëtisch taalgebruik kan foregrounding optreden. De wijze waarop de taaluiting is
vormgegeven, komt op de voorgrond te staan; het valt op omdat het anders is dan wat men
gewend is. Het wordt gekoppeld aan normen, regels, die de lezer kent. Het normale taalsysteem
valt onder de primaire orde of het primaire systeem. Het secundaire systeem/de secundaire
orde is die van de poëtische orde. Hierin onderscheiden we twee principes die leiden tot
foregrounding:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lvdakker015. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.77. You're not tied to anything after your purchase.