- bbp (bruto binnenlands product): hoeveel wordt er in een land in een jaar aan toegevoegde
waarde gecreëerd. Bedrijven + overheid.
- Bruto binnenlands product= primair inkomen + afschrijvingen
- het verschil tussen bbp (bruto binnenlands product) en nbp (netto binnenlands product) zijn de
afschrijvingen: waardedalingen van productiemiddelen.
- Netto binnenlands product= bruto binnenlands product - afschrijvingen
- Hiermee blijft de afschrijving in het bedrijf en wordt deze gebruikt om productiemiddelen die
helemaal zijn afgeschreven te vervangen.
- Wij leveren als land de productiefactoren: kapitaal, arbeid, natuur, ondernemerschap en
daarvoor ontvangen wij de beloningen te kennen: rente, loon, huur/pacht, winst.
- het geld wat wij ontvangen via de beloningen voor het inzetten van de productiefactoren is ons
primair inkomen/ inkomensvorming.
- Het geld wat wij op onze rekening krijgen na premies en belasting is het secundair inkomen/
besteedbaar inkomen.
- Secundair inkomen= primair inkomen - belasting en premies + sociale uitkeringen en
inkomensafhankelijke subsidies
- toegevoegde waarde= omzet - kosten ingekochte goederen en diensten
- de optelling van de salarissen van ambtenaren is de toegevoegde waarde van de overheid,
want de marktprijs van collectieve overheidsproducten is niet altijd te berekenen, waardoor je
ook de omzet en toegevoegde waarde niet kunt berekenen.
- je kunt de bbp berekenen op 3 manieren:
- Objectieve methode (toegevoegde waarde bedrijven) + (toegevoegde waarde van de overheid)
- Subjectieve methode (loon + pacht + huur + rente + winst)
- Bestedingsmethode (particuliere consumptie + particuliere investeringen +
overheidsbestedingen + export - import)
- Een belangrijk onderdeel van de overheidsuitgaven zijn de uitkeringen die de overheid verstrekt.
Deze uitkeringen noem je
overdrachtsinkomens.
1.2 de economische kringloop
- De cyclus van productie,
inkomen en bestedingen.
- Productie leidt tot inkomen.
Het verdiende inkomen leidt
weer tot bestedingen en
deze bestedingen kunnen
alleen gedaan worden als er
voldoende producten zijn
geproduceerd.
- We verdienen geld door inzet
, van de productiefactoren en dit levert beloningen op, dit drukken we uit in Y. (Bbp)
- Je kunt de kringloop in een economie ook weergeven door de goederen- en/of de geldstromen
te laten zien tussen de economische sectoren. Je spreekt dan van een economische kringloop.
De kringloop is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. De reële kringloop laat de
goederenstromen zien tussen de vijf sectoren, te noemen:
-Gezinnen
-Bedrijven
-Overheid
-Buitenland
-Financiële instellingen
- Import (M) zijn de bestedingen die in het
buitenland gedaan worden (grondsto en,
hal abricaten, eindproducten maar ook
productiefactoren die geïmporteerd
worden).
- Export (E) zijn de bestedingen die het
buitenland doet in ons land. Denk hierbij
aan producten en diensten die bedrijven
aan het buitenland verkopen en de
productiefactoren die in het buitenland ingezet worden.
- De kringloop is op macro-economisch niveau en geldt voor een heel land.
- Een macro-economische identiteit is een economische vergelijking die logischerwijs altijd waar
is. Uit de kringloop gaan we drie identiteiten bepalen.
- De volgende zaken zijn belangrijk:
•Gezinnen ontvangen inkomen (Y) bbp van bedrijven.
•Gezinnen betalen belasting (B), consumeren (C) en sparen (S).
De eerste identiteit luidt:
Y=B+C+S
Bedrijven betalen de gezinnen (Y) en betalen aan import (M). Dit geld komt binnen via consumptie
(C), Investeringen (I), overheidsbestedingen (O) en export (E)
De tweede identiteit luidt:
Y+M=C+I+O+E- Y=C+I+O+E–M
Om de laatste identiteit te bepalen combineren we de eerste en de tweede identiteit.
De derde identiteit luidt:
C + B + S = C + I + O + E – M en dit kan herschreven worden naar
(S-I) + (B-O) = (E-M)
Hierbij is:
B-O = het overheidssaldo, het begrotingssaldo
S-I = het spaarsaldo particuliere sector (bedrijven en gezinnen)
(S - I) + (B - O) = het nationale spaarsaldo (saldo binnenlandse sectoren)
E-M = het uitvoersaldo, saldo lopende rekening (saldo met het buitenland)
Als er in een land gezinnen en bedrijven veel sparen en weinig besteden, zal dit tot uitdrukking
komen in de export en import van het land. Volgens de 2e identiteit is het saldo van de sector
buitenland, altijd gelijk aan het nationaal spaarsaldo.
ff
ff
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimromein. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.40. You're not tied to anything after your purchase.