100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitwerkingen onderwijsgroepen $7.22
Add to cart

Case

Uitwerkingen onderwijsgroepen

 7 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

De uitwerkingen met toevoeging van de opmerkingen tijdens de bijeenkomst voor dit vak.

Preview 4 out of 69  pages

  • November 11, 2024
  • 69
  • 2024/2025
  • Case
  • Duurling
  • 7-8
avatar-seller
Bijeenkomst 2
Literatuur:
Minderjarige kind kan zelf belastingschuldige zijn. Dit is bijvoorbeeld
het geval als het minderjarig kind loon uit dienstbetrekking geniet.
Op grond van art. 2.15 lid 2 Wet IB 2001 wordt echter bepaald
belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden, de belastbare
inkomsten uit eigen woning, het belastbare inkomen uit aanmerkelijk
belang, de rendementsgrondslag voor het inkomen uit sparen en
beleggen en de op grond van art. 9.2 ter zake als voorheffing in
aanmerking te nemen geheven dividendbelasting van een
minderjarig kind toegerekend aan de ouder die het gezag over het
kind uitoefent.
Art. 1:233 BW geeft aan wie minderjarig zijn: zij die de leeftijd van
achttien jaar niet hebben bereikt en evenmin met toepassing van
art. 1:253ha meerderjarig zijn verklaard.

Art. 1:241 lid 3 BW:
Onder pleegkind wordt (…) verstaan: een minderjarige die bij
anderen dan zijn ouders, voogd of bloed- en aanverwanten tot en
met de derde graad wordt verzorgd en opgevoed, met dien
verstande, dat daaronder niet is begrepen:
a. een minderjarige, op wiens verzorging en opvoeding krachtens de
bepalingen van een andere wet toezicht wordt uitgeoefend door
anderen dan zijn ouders of voogd;
b. een minderjarige, die verzorgd en opgevoed wordt in een
inrichting, welke, wat betreft de verzorging en opvoeding van de
daarin verblijvende minderjarigen, aan toezicht krachtens de
bepalingen van een andere wet is onderworpen.

In art. 1.4 Wet IB 2001 wordt bepaald dat voor de toepassing van de
Wet IB 2001 en de daarop berustende bepalingen onder
een kind mede wordt verstaan een pleegkind, ook wat betreft bloed-
en aanverwantschap.
Het stiefkind is ingevolge art. 1:3 lid 2 BW aanverwant in de eerste
graad in de neergaande lijn van de echtgenoot dan wel geregistreerd
partner. Een stiefkind valt derhalve onder het kind-begrip ex art. 2 lid
3 onderdeel i AWR. Opmerking hierbij verdient dat
door het eindigen van het huwelijk of geregistreerd partnerschap de
aanverwantschap niet wordt opgeheven (art. 1:3 lid 3 BW).
De hierbij passende conclusie is: het ‘kind’-begrip in de Wet IB 2001
omvat mede het pleeg- en stiefkind.

,Taak 2, De partnerregeling
1. Sebastiaan en Hanna.
Sebastiaan en Hanna zijn partner in de zin van de Wet IB 2001 o.g.v.
art. 5a lid 1 onderdeel a AWR. Zij worden vanaf 19 april 2024 als
partner aangemerkt, maar omdat zij in 2018 op hetzelfde woonadres
in de BRP zijn ingeschreven, worden zij voor het hele jaar 2024 als
elkaars partners aangemerkt (art. 5a lid 2 AWR).

2. Max en Nina.
Max en Nina zijn volgens artikel 5a AWR geen partners, dit omdat ze
niet zijn getrouwd of er een notarieel samenlevingscontract is. Wel
zijn Max en Nina
partner voor de Wet IB 2001 vanaf 1 oktober 2023 o.g.v. art. 1.2 lid 1
onderdeel d Wet IB 2001. Ingevolge art. 1.2 lid 2 Wet IB 2001
worden ze echter in heel het jaar 2023 als partner aangemerkt,
omdat ze voor 1 oktober 2023 al op hetzelfde woonadres in de BRP
stonden ingeschreven.

3. Valtteri en Emilia, en de broer Kimi.
Valterri en zijn vrouw Emilia zijn partner voor de Wet IB 2001
ingevolge art. 5a lid 1 onderdeel a AWR. Dit kan ook niet want een
broer is een aanverwant in de tweede graad. Kimi en Valterri kunnen
dus geen partners zijn.
Volgens artikel 5a AWR zijn Valterri en zijn broer Kimi geen partners,
ze zijn niet gehuwd en er is geen samenlevingscontract. Wel is het
mogelijk dat ze volgens artikel 1.2 lid 4 onder a IB partners zijn.
Lid 3 -> artikel 5a AWR gaat voor.

4. Lewis en Sophia.
Lewis en Sophia zijn in beginsel geen partner meer voor de Wet IB
2001, daar zij ongehuwd zijn. O.g.v. art. 5a lid 2/4 AWR zijn worden
zij echter ook van 15 mei 2023 t/m 31 december 2023 als fiscaal
partner aangemerkt.
Omdat zij tot 1 maart 2024 op hetzelfde adres in de BRP staan
ingeschreven, worden Lewis en Sophia tot 1 maart 2024 als elkaars
partners voor de Wet IB 2001 aangemerkt ex art. 1.2 lid 1 onderdeel
f Wet IB 2001.
Art. 2.17 lid 7 Wet IB 2001 is hier van toepassing

Taak 2, Toerekening inkomsten van minderjarigen
1. Loon uit dienstbetrekking Donald (40.000 euro)  Donald dient
hier belasting over te betalen (art. 3.1 lid 1 jo. lid 2 onderdeel b
jo. 3.80 Wet IB 2001). Zie ook art. 3:81 Wet IB 2001 jo. art. 10 lid
1 Wet LB 1964.

,2. Loon uit dienstbetrekking Melany (50.000 euro)  Melany dient
hier belasting over te betalen (art. 3.1 lid 1 jo. lid 2 onderdeel b
jo. 3.80 Wet IB 2001).

3. Bruto dividend (5.000 euro) ontvangen door Melany naar
aanleiding van de in haar bezit zijnde aandelen in
beleggingsfondsen bij de ING Bank ter waarde van 50.000 euro 
Ervan uitgaande dat Melany een aanmerkelijk belang heeft ex art.
4.6 Wet IB 2001 behoort de 5.000 euro dividend (regulier
voordeel) ingevolge art. 4.12 onderdeel a Wet IB 2001 tot haar
inkomen uit aanmerkelijk belang. Donald en Melany zijn ingevolge
art. 1.2 lid 1 aanhef onderdeel e Wet IB 2001 partners. Het
inkomen uit aanmerkelijk belang is ingevolge art. 2.17 lid 5
onderdeel b Wet IB 2001 een gezamenlijk inkomensbestanddeel.
O.g.v. art. 2.17 lid 2 Wet IB 2001 mag dit inkomensbestanddeel
vrij worden toegerekend tussen Melany en Donald.
Artikel 5.3 lid 2 onderdeel e omdat er geen sprake is van een AB.

4. Hypotheekrente door Melany betaald (7.000 euro)  De
hypotheekrente is onderdeel van de eigenwoningschuld (art.
3.119a lid 1 onderdeel a jo. lid 2 onderdeel a Wet IB 2001) en
derhalve aftrekbaar (art. 3:110 jo. 3:120 lid 1 onderdeel a Wet IB
2001). Deze hypotheekrente behoort dus tot de belastbare
inkomsten uit eigen woning (art. 3.1 Wet IB 2001). De belastbare
inkomsten uit eigen woning zijn vrij toerekenbaar tussen Melany
en Donald (art. 2.17 lid 2 jo. lid 5 onderdeel a Wet IB 2001), daar
Melany en Donald partners voor de inkomstenbelasting zijn (zie
bovenstaand).

5. Jimmy heeft rente-inkomsten ad € 500 over € 25.000 spaartegoed
 Dit spaartegoed wordt forfaitair belast in box 3. Het
spaartegoed (vordering op de bank) behoort tot haar
rendementsgrondslag sparen en beleggen (art. 5.3 lid 1 jo. lid 2
onderdeel e Wet IB 2001). Jimmy is minderjarig (art. 1:233 BW).
Jimmy is tevens een kind van Donald, art. 2 lid 3 onderdeel i AWR
jo. 1:3 lid 1 en 2 BW). De rendementsgrondslag sparen en
beleggen wordt derhalve op grond van art. 2.15 lid 2 Wet IB 2001
toegerekend aan Donald.

6. Ivana heeft € 1.000 rente-inkomsten over € 40.000 spaartegoed
 Dit spaartegoed wordt forfaitair belast in box 3. Het
spaartegoed (vordering op de bank) behoort tot haar
rendementsgrondslag sparen en beleggen (art. 5.3 lid 1 jo. lid 2
onderdeel e Wet IB 2001). Ivana is het kind van Donald (art. 2 lid
3 onderdeel i AWR jo. 1:3 lid 2 en 3 BW). Zij is echter niet
minderjarig (art. 1:233 BW). Ivana zal over dit
inkomensbestanddeel zelf inkomstenbelasting moeten betalen.

, 7. Daarnaast verdient zij € 5.000 als krantenbezorger van Dagblad
De Limburger  Ivana dient hier belasting over te betalen (art.
3.1 lid 1 jo. lid 2 onderdeel b jo. 3.80 Wet IB 2001).

8. Jasper verdient € 3.500 per jaar als vulploegmedewerker bij een
supermarkt  Jasper is minderjarig (art. 1:233 BW). Jasper is een
kind van zowel Melany als Donald op grond van artikel 1.4 Wet IB
waarin een pleegkind gelijk wordt gesteld met een kind. Loon uit
dienstbetrekking wordt echter niet aan de gezaghebbende ouder
toegerekend. Jasper zal hier zelf belasting over moeten betalen
(art. 3.1 lid 1 jo. lid 2 onderdeel b jo. 3.80 Wet IB 2001).




Taak 3, Het genietingstijdstip
1. Ingevolge art. 3.146 Wet IB 2001 lid 1 onderdeel a Wet IB 2001
wordt loon geacht te zijn genoten op het moment dat het is
ontvangen. In casu in 2021. Het salaris zal dus in het jaar 2021 in de
heffing worden betrokken (art. 2.3 Wet IB 2001).

2. Raoul heeft vanaf 1 januari 2023 recht op de salarisverhoging. In
casu heeft Raoul pas in juni 2024 de beschikkingsmacht over de
tantième-uitkering gekregen, namelijk na vervulling van de
opschortende voorwaarde. De tantième-uitkering wordt derhalve
geacht te zijn genoten in januari 2024. De tantième-uitkering zal
derhalve in het jaar 2024 in de heffing worden betrokken (art. 2.3
Wet IB 2001).

3. Inkomsten kunnen worden toegekend onder een opschortende of
ontbindende voorwaarde. Bij toekenning onder een opschortende
voorwaarde (er zal een extra-tantième worden uitgekeerd als een
belangrijke order doorgang vindt) wordt gewacht tot de voorwaarde
is vervuld (o.a. BNB 1991/245 en BNB 2009/8). Deze inkomsten
onder opschortende voorwaarde zullen in het algemeen niet vóór
het tijdstip dat de voorwaarde is vervuld, worden uitbetaald en de
latere belastingheffing sluit aan bij de bedoeling van art. 3.146 Wet
IB 2001: niet eerder te heffen dan op het tijdstip dat de
belastingplichtige beschikkingsmacht over de inkomsten verkrijgt.
Hierbij sluit aan dat indien inkomsten worden verkregen onder een
ontbindende voorwaarde (er wordt € 2000 extra-tantième uitgekeerd
onder voorwaarde dat bij niet-doorgaan van een belangrijke order
terugbetaling moet plaatsvinden), de inkomsten normaal worden
belast en bij in vervulling gaan van de voorwaarde de terugbetaalde
inkomsten als negatieve inkomsten in mindering worden gebracht op
de inkomsten. Door de kwalificering als negatieve opbrengst van de

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samvandersteen1225. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.22  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added