Dit zijn alle parate kennisvragen over het boek Omgangskunde en Communicatie van de Opleiding van de HBO aan de LOI. Daarbij heb ik alle andere belangrijke dingen er ook in verwerkt.
Hoofdstuk 1
Wat is omgangskunde?
de wetenschap die betrekking heeft op het omgaan met mensen
Waarom is het vak omgangskunde samengesteld uit psychologie, sociologie en
pedagogiek?
deze vakken lopen door elkaar heen en vormen samen een geheel.
Noem min. 5 aspecten die je van jezelf meeneemt in een omgangssituatie:
leuke en minder leuke ervaringen in je leven, je eigen lichaam en de beleving hiervan, je
mogelijkheden, je beperkingen, je opvattingen en houdingen tegenover iets of iemand, je
emoties, je behoeften en voorkeuren.
Gedragsdeterminanten: elk gedrag heeft een achtergrond, een reden. deze redenen
noemen we zo. Deze zijn te verdelen in innerlijke factoren ( lichamelijke, sociale en
geestelijke invloeden) en omgevingsfactoren ( fysische omgeving; de natuur en sociale
omgeving; je gezin).
Waarom is het begrijpen van jezelf en de ander belangrijk in hulpverleningssituaties?
Het begrijpen van gedrag kan leiden tot begrip, respect en acceptatie van de ander en gaat
verder dan het weten. Wanneer we mensen begrijpen, weten we ook waarom ze zich zo
gedragen.
Omgangsvormen zijn niet altijd en overal hetzelfde. Geef 5 voorbeelden waar
omgangsvormen afhankelijk van zijn:
De tijd waarin we leven, de woonomgeving/cultuur, onze leeftijd, de situatie waarin we
verkeren.
Om praktisch om te leren gaan met mensen, moet je in de hulp- en dienstverlening
beschikken over een aantal sociale vaardigheden. Noem er min. 4:
Een gesprek kunnen beginnen, goed naar de ander kunnen luisteren, je kunnen inleven in
de ander, weten hoe je conflicten kunt oplossen, kunnen rapporteren
Wat versta je onder hulpverlening?
Alles waar degene voor wie je iets wilt betekenen, behoefte aan heeft.
Wat bedoelen we in de hulp- en dienstverlening met het welzijn van anderen verhogen?
je probeert te helpen om die andere persoon zich zekerder, gelukkiger, beter te laten voelen.
Wat kan er aan de hand zijn als mensen kribbig op je hulp reageren?
mensen kunnen zich dan afhankelijk voelen van de hulpvrager of ze voelen zich hulpeloos
en minderwaardig.
Hulpverleners kunnen verschillend denken over hun verantwoordelijkheid. Geef de 2
uitersten weer:
sommige hebben het gevoel dat ze aan de medemens verplicht zijn om voor elkaar te
,zorgen en andere hebben de opvatting dat ieder mens zelf verantwoordelijk is voor zijn
eigen daden én oplossen van zijn problemen.
Doel van hulp: de persoon die hulp vraagt tot zelfstandigheid brengen
Noem de 5 behoefteniveaus uit het schema van Maslow:
Lichamelijke behoeften, veiligheid, houden van en behoren tot, zelfbevestiging,
zelfverwerkelijking
Beschrijf elk van deze 5 behoefteniveaus in je eigen woorden:
1 eten, drinken, kleding en onderdak. 2 je veilig voelen. 3 van liefde en het gevoel erbij te
willen horen. 4 het gevoel van eigenwaarde, dat anderen je graag mogen en je als
waardevol beschouwen. 5 een streven om je meer te ontwikkelen.
Wat bedoelen we met de term ‘jezelf als instrument’ in de hulpverlening?
dat je zelf je voornaamste hulpmiddel bent, met al je goede en slechte kwaliteiten. Dit houdt
in dat je goed op de hoogte moet zijn van welke sterke en zwakke punten je hebt.
Noem 4 aspecten van je beroepshouding als hulpverlener:
Inlevingsvermogen, warmte en zorg, openheid, belangstelling en achting
Hoofdstuk 2
Wat wordt bedoeld met de menselijke ontwikkeling?
het verloop van het leven, hoe de mens zich tijdens zijn leven ontwikkeld
Ontwikkeling in psychologische zin betekent: een doorlopende en onomkeerbare
verandering in het gedrag en de innerlijke ervaring van de mens, die elkaar beïnvloeden.
Wat is met name belangrijk in deze definitie?
de ontwikkeling loopt altijd door en de opgedane ervaringen zijn onuitwisbaar en de mens
bepaalt dit gedeeltelijk.
Wat verstaan we onder persoonlijkheid? Welke factoren spelen bij de ontwikkeling van de
persoonlijkheid een rol?
het gedragspatroon en de eigenschappen van een individu.
erfelijke factoren; het uiterlijk en het temperament
omgevingsfactoren; culturele invloeden
De volgende factoren spelen een rol in de ontwikkeling van alle mensen; beschrijf wat
bedoeld wordt met:
De factor aanleg: lichamelijke kenmerken; het geslacht, de kleur van het haar etc.
De factor omgeving: verschillende culturen
De factor rijping: dat een kind op een bepaald moment in staat is tot iets. je moet rijpen
voordat je iets kan leren
De factor leerprocessen: een aantal aspecten van gedrag leer je in de loop van je leven. dit
hangt af van de situatie waarin je leert; school, thuis, dorp, stad, vereniging.
De factor zelfbepaling: beslissingen nemen en keuzes maken.
, De ontwikkeling van de mens kent veel aspecten. Leg uit wat wordt bedoeld met:
De lichamelijke ontwikkeling: de groei van het organisme, biologische ontwikkeling
De seksuele ontwikkeling: de ontwikkeling van de geslachtskenmerken en het gedrag ten
aanzien van de seksualiteit.
De cognitieve ontwikkeling: alles wat met taal, leren, denken en met geheugen te maken
heeft. leren hoe de werkelijkheid in elkaar zit
De persoonlijkheidsontwikkeling: de eigenschappen die iemand maken tot wie hij is.
De sociale ontwikkeling: de ontwikkeling in de omgang van het kind met zijn omgeving; met
mensen, groeperingen en dingen.
Uit welke 3 perioden bestaat de prenatale fase:
ovumperiode; de eerste 14 dagen na de bevruchting
embryoperiode; de 2e week tot de 8e week
foetusperiode; 8e week tot de geboorte
vanaf 26 weken is de foetus in staat buiten de baarmoeder in leven te blijven (met medisch
hulp in de 1e instantie).
Hoe verloopt globaal de lichamelijke ontwikkeling gedurende het eerste jaar?
het geboortegewicht verdrievoudigd, de lichaamslengte neemt met 1 derde toe, het hoofd is
een kwart van zijn totale lengte, de eerste bewegingen van de baby zijn reflexen, deze zijn
niet doelbewust maar afhankelijk van bepaalde prikkels. in de loop van de 3e en 4e maand
verdwijnen de meeste reflexen. de motoriek ontwikkelt zich, in de 2e maand leren ze om
scherp te stellen op grotere afstand en kunnen ze oogcontact maken. vanaf de 3e maand
ziet de baby in kleur en na 3 a 4 maanden is het gezichtsvermogen volledig ontwikkeld.
Hoe verloopt de taalontwikkeling gedurende het eerste jaar?
0-6 weken huilen, 6 weken - 4 maanden vocaliseren; vooral klinkers, 4-8 maanden,
brabbelen, nu ook medeklinkers, ze herkennen stemmen en horen of het goedkeurend of
verbiedend is, vanaf 7 maanden zal de baby, woorden proberen te gaan imiteren. 8-12
maanden praten; eerste woordjes tussen 10 en 20 maanden.
Het model van Bartholomew: onderscheid hechtingsstijlen:
De zeker stijl; zeker van zichzelf en vertrouwen in de ander
De vermijdende stijl; zeker van zichzelf, vermijden persoonlijk contact met anderen.
De gepreoccupeerde stijl; twijfelt aan zichzelf, streeft naar persoonlijk contact met anderen.
De angstige stijl; twijfelt aan zichzelf maar evenzeer aan anderen.
Hoe ontstaat volgens Bowlby een veilige hechting?
als de verzorgers adequaat, voorspelbaar en consistent op de signalen van het kind
reageren.
Wat weet je over de ontwikkeling van het hechtingsgedrag?
pre-attachment; de 1e weken. individuele mensen kan het kind nog niet onderscheiden,
maar is wel gevoelig voor prikkels van de medemens.
attachment-in-wording; vanaf 5 weken- 5 maanden. kan enkele personen onderscheiden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LynnMolenaar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.62. You're not tied to anything after your purchase.