Samenvatting thema 4
Hybride organisatie: is een publieke organisatie die op de markt actief is vaak met een sociale
doelstelling.
- Bepalen ons leven in belangrijke mate
- Zijn niet helemaal publiek maar ook niet private (bijv. scholen en ziekenhuizen)
Publieke organisatie: alle overheidsorganen die publieke taken uitvoeren of handhaven
Privaten organisatie: alle bedrijven die particulier zijn produceren goederen of diensten
Openbaar bestuur is een vorm van publiek en domino’s is een vorm van privaat
Een klassieke onderverdeling van organisaties en rechtsvorm:
- De staat: politiek en overheid
- Maatschappelijk middenveld: private organisaties (geen winstoogmerk en deels
gefinancierd door overheid) met publieke taken (zoals zorg of onderwijs)(hybride
organisaties) het doel van deze bedrijven is vaak sociaal zoals zorg leveren.
- De markt: private sector met winst oogmerk (bijna
alle gewone bedrijven zoals horeca en winkels
Het huis van Thorbecke:
Een andere manier om naar de staat te kijken is via de
grondwet. (door Thorbecke geschreven)
De Nederlandse staat is gedecentraliseerde eenheidsstaat,
het primaat (Wat op de eerste plaatst komt) ligt bij de
landelijke overheid maar er zijn taken en
verantwoordelijkheden decentraal belegd bij gemeentes en
provincies.
Het ontstaan van de verzorgingsstaat:
- Overheid begon beleid uit te voeren op gebied van
bijv. volksgezondheid en scholing en huisvesting
- Er werden nutsbedrijven opgericht
- Zo zijn er in de loop van de tijd verschillende
periodes geweest.
gekenmerkte filosofen
Thomas Hobbes:
- Relatief negatief mensbeeld (in een wereld zonder
wetten raakt men in oorlog om zelf te overleven)
- Geweld is een middel om te overleven en succes te
hebben voor de mensen
- Mensen leverde gedeeltelijk vrijheid en mogelijkheid
om geweld te gebruiken in. overgedragen aan de soeverein (koning). Soevereiniteit is het
recht van een bestuursorgaan om het hoogste gezag uit te oefenen zonder dat
verantwoording is verschuldigd aan een ander orgaan.
- autoritaire besturingsvorm: geen sprake van verdeling van de macht
, Jean-Jacques Rousseau:
- universeel mensbeeld is iets positiever (aangeboren normen en waarden)
- mensen werken samen dit is noodzakelijk voor gezamenlijke voorspoed (niet de koning die
soeverein is maar de samenleving)(vroege vorm van democratie)
Aristoteles:
- hoe worden samenlevingen bestuurd?
Democratie is slecht (iedereen kiest voor zijn eigenbelang (is voor de armen)
Oligarchie (voor de rijken) is een bestuursvorm waarbij de macht in handen is van een kleine
hoeveelheid mensen
Tirannie is het bestuur door leiderschap van de koning
5 criteria van Dahl:
1. Effectieve participatie: Burgers moeten over voldoende en gelijke kansen beschikken om hun
voorkeur te vormen en vragen op de publieke agenda te plaatsen en redenen voor het ene resultaat
boven het andere uit te drukken.
2. Stemming gelijkheid in de beslissende fase: Elke burger moet er zeker van zijn dat zijn of haar
oordelen als gelijkwaardig worden beschouwd ten opzichte van de oordelen van anderen.
3). Verlicht begrip: Burgers moeten ruime en gelijke kansen krijgen om te ontdekken en te bevestigen
welke keuze het beste hun belangen dient.
4. Controle over de agenda: Demos of mensen moeten de gelegenheid krijgen om te beslissen wat
politieke zaken zijn en wat ter discussie moet worden gesteld.
5. Inclusiviteit: Gelijkheid moet zich uitstrekken tot alle burgers in de staat. Iedereen heeft een
legitiem belang in het politieke proces.
Principes van rechtstaat:
• 1. Scheiding der machten
• 2. Vrije en geheime verkiezingen
• 3. Vrije en onafhankelijke media
• 4. Grondwet met daarin grondrechten
• 5. Meerderheidsbeginsel: je hebt dit nodig om tot besluiten te komen met inachtneming van
het voorgaande. Helaas wordt in het debat democratie nogal eens teruggebracht tot
slechts dit laatste beginsel. Dan heb je dus een dictatuur van de meerderheid.
laissez faire principe: vrijheid van productie en handels economie
Adam Smith:
Was de grond legger van wat wij kennen als de economie. Hij dacht dat de overheid niet veel moest
ingrijpen en er vrijhandel moest zijn voor de balans van de markt
De industrialisatie en economische vooruitgang kende een aantal nadelen:
− De welvaart was onevenredig verdeeld (veel arme arbeiders)
− Slechte arbeidsomstandigheden
− Geen sociaal vangnet
− Sociale onrust / verzet tegen uitbuiting
− De financiële crisis van 1929
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller milanleliveld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.