100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Regulatie en Integratie Casus 1-7 $6.26   Add to cart

Case

Regulatie en Integratie Casus 1-7

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een samenvatting van alle casussen in dit blok gebundeld!

Preview 4 out of 37  pages

  • November 11, 2024
  • 37
  • 2022/2023
  • Case
  • B. jansen
  • 8-9
avatar-seller
Casus 1 Stress

Wat is homeostase en hoe werkt het?
 Definitie: het vermogen om relatief stabiele interne omstandigheden te behouden,
ook als externe omstandigheden veranderen. Bij homeostase wordt een evenwicht
behouden waarin waardes schommelen, maar altijd binnen relatief kleine grenzen
blijven
 Referentiewaarden van factoren die in stand worden gehouden door middel van
homeostase:

Factor Referentiewaarde
Temperatuur 36,5 – 37,5 graden Celcius
Vochtpercentage 50% (vrouwen), 60% (mannen)
Glucose in bloed 4 – 7 mmol/L
Bloeddruk 80/120 mmHg
HCO3- 22-29 mmol/L
pCO2 35-48 mmHg
pO2 75-100 mmHg
pH 7,36 – 7,44
Na+
K+
Cl-
Osmose
 Communicatie is heel belangrijk om homeostase in stand te houden. Communicatie
gebeurt via het zenuwstelsel (neurotransmitters) en het endocriene stelsel
(hormonen)
 Homeostatische controlemechanismen bestaan uit drie componenten:
o De receptor: dit is een sensor die reageert op veranderingen in het interne
milieu (stimuli). De receptor stuurt dan impulsen naar het tweede component.
De impuls gaat van de receptor naar het controlemechanisme in de hersenen,
via de afferente pathway
o Het controlecentrum: deze bepaalt binnen welke waarden een variabele
moet blijven (set point). Het analyseert ook de input die het krijgt van de
receptor, en bepaalt een passende respons hierop. Output gaat via de
efferente pathway naar het derde component
o De effector: zorgt voor de middelen die nodig zijn voor de respons vanuit het
controlecentrum op de stimulus. Het resultaat van de respons geeft positieve
of negatieve feedback op de invloed van de stimulus
 Positieve feedbackmechanismen: hierbij versterkt de respons de originele stimulus.
Positieve feedbackmechanismen zorgen niet voor het behoud van een bepaald
evenwicht, maar zorgen vaak voor een cascade aan reacties die zichzelf voortzetten.
Voorbeelden hiervan zijn bloedstolling en contracties van de baarmoeder
 Negatieve feedbackmechanismen: hierbij zorgt de respons op een bepaalde
stimulus ervoor dat de concentratie van die stimulus daalt. Hierdoor kan evenwicht
behouden worden. Voorbeelden hiervan zijn de regulatie van de
lichaamstemperatuur en bloedsuikerspiegel

,Wat is de anatomie en fysiologie van de HPA-as?
 Hypothalamus: ligt onder de thalamus en speelt een zeer belangrijke rol in het
behouden van homeostase
o De hypothalamus reguleert de lichaamstemperatuur, honger, dorst,
bloedvolume, bloeddruk, dag/nacht ritme, stress- en angstreacties, en speelt
ook een belangrijke rol bij de voortplanting
o Om bovenstaande factoren te reguleren, stuurt de hypothalamus de hypofyse
aan, die vervolgens hormonen produceert
o Magnocellulaire kern: maakt ADH en oxytocine
o Parvocellulaire kern: maakt releasing hormonen, dus RH en CRH
 Hypofyse: klier, ligt onder de hypothalamus
o Omgeven door een bindweefselkapsel
o Verbonden met de hypothalamus met de hypofysesteel (infundibulum),
welke omgeven is door een vlies (diaphragma sellae)
 In de hypofysesteel lopen axonen vanuit de hypothalamus, die
eindigen in de achterkwab van de hypofyse. Hier laat het axon de
neurotransmitters los, die terechtkomen in een netwerk van
capillairen in de achterkwab. Zo komen de neurotransmitters in het
bloed terecht
o De hypofyse bestaat uit twee delen:
 Neurohypofyse (anterieur): bestaande uit de hypofysesteel en de
achterkwab (pars posterior)
 Adenohypofyse (posterieur): bestaat uit de tussenkwab (pars
media), pars tuberalis en pars anterior/distalis (voorkwab, het
grootste gedeelte van de adenohypofyse)
 De voorkwab bestaat uit verschillende soorten endocriene
cellen en een complex capillair netwerk eromheen
 Portaal vaatsysteem: bevindt zich tussen de hypothalamus en
de voorkwab van de hypofyse, dit is een veneuze verbinding
tussen het capillaire netwerk van de hypothalamus en het
capillaire netwerk van de voorkwab van de hypofyse
o Via deze weg geeft de hypothalamus stoffen mee met
het bloed (releasing factors en inhibiting factors).
Deze stoffen stimuleren of remmen de afgifte van
bepaalde stoffen in de hypofyse
o Releasing factors zijn eigenlijk neurotransmitters,
omdat ze door neuronen in de hypothalamus worden
geproduceerd, maar zijn tegelijk ook hormonen omdat
ze in de bloedbaan terechtkomen
o Vascularisatie van de hypofyse:
 A. hypophysialis inferior sinistra/dextra: zorgen voor de
bloedvoorziening van een gedeelte van de hypofysesteel en de pars
posterior
 A. hypophysialis superior sinistra/dextra: vertakken in een capillair
netwerk in de hypothalamus. De venen hiervan (portaal vaatsysteem)
komen ook bij elkaar en vormen direct weer een capilliar netwerk in de
hypofyse

,Hypothalamus Adenohypofyse Doelorgaan
GnRH LH Ovaria, testes
LSH Ovaria, testes
TRH TSH Schildklier
CRH ACTH Bijnieren
Dopamine Prolactine Borsten
GHRH Groeihormoon Lever/botten
Neurohypofyse
Vasopressine/ADH Nieren
Oxytocine Borsten


 Bijnieren: liggen als kapje over de bovenkant van de nieren heen
o Bestaan uit drie delen: de schors (cortex), het merg (medulla) en de
capsule, een vetachtige beschermlaag over de bijnieren waarin zich zenuwen
en bloedvaten bevinden
 Medulla: vooral betrokken bij het sympathische zenuwstelsel, scheidt
adrenaline en noradrenaline uit (catecholamines)
 Cortex: scheidt corticosteroïden uit
o De bijnier bestaat uit vier lagen. Van binnen naar buiten:
 Zona glomerulosa: dit is de enige laag die het enzym aldosteron
synthase bevat, en scheidt dus als enige aldosteron uit
 Zona fasciculata: scheidt veel glucocorticoïden uit, zoals cortisol en
corticosteron. Ook scheidt het een kleine hoeveelheid adrenale
androgenen (DHEA’s) en oestrogeen uit. Hier bevinden zich ook
ACTH-receptoren
 Zona reticularis: scheidt een kleine hoeveelheid glucocorticoïden uit,
en een grote hoeveelheid adrenale androgenen en oestrogeen
 Medulla: scheidt adrenaline en noradrenaline uit door dopamine om
te zetten
o Bloedvoorziening van de bijnieren:
 De bijnieren worden van bloed voorzien door de a. suprarenalis
superior, medius en inferior
 Vlak voordat de arteriën de capsule ingaan, worden ze gesplitst
en ontstaat er een groot netwerk van kleine arteriën. Dit
netwerk is onder te verdelen in drie groepen:
o Capsule capillairen: voorzien de capsule van bloed
o Fenestrated cortical sinusoidal capillaries: voorzien
de cortex van bloed
o Medullary arterioles: brengen bloed naar de
medullary capillary sinusoids, die de medulla van
bloed voorzien
 De v. suprarenalis voert het bloed af direct naar de v. cava inferior
 HPA-as: bestaat uit de hypothalamus, hypofyse en bijnieren
o De hypofyse wordt aangestuurd door de hypothalamus. Dit kan op twee
verschillende manieren:
 De neurohypofyse wordt door axonen afkomstig uit de hypothalamus
gestimuleerd
 De adenohypofyse wordt door hormonen afkomstig uit de
hypothalamus gestimuleerd

, o De paraventriculaire nucleus in de hypothalamus scheidt antidiuretisch
hormoon / vasopressine (ADH) en corticotropine-releasing hormoon
(CRH) uit
 CRH en ADH stimuleren de afgifte van adrenocorticotroop hormoon
(ACTH) door de anterieure lob van de hypofyse
 ACTH zorgt ervoor dat de cortex van de bijnier glucocorticoïde
hormonen gaat uitscheiden (vooral cortisol). Deze glucocorticoïde
hormonen hebben weer invloed op de hypothalamus en de hypofyse
door de productie van CRH en ACTH te onderdrukken. Hiermee wordt
een negatieve feedbackmechanisme gecreëerd
o Cortisol: dit is een belangrijk stresshormoon en in de hersenen invloed op
twee typen receptoren: mineralocorticoïde receptoren en glucocorticoïde
receptoren
o ADH: dit hormoon wordt door het lichaam afgegeven bij hydratatie en zorgt
ervoor dat er minder water geresorbeerd wordt door de nieren. Ook zorgt het
voor vasoconstrictie
o GnRH: wordt geproduceerd door de hypothalamus, stimuleren de afgifte van
FSH en LH. FSH en LH zorgen voor een hogere productie van
oestrogeen/progesteron door de ovaria/testes. Oestrogeen zorgt weer voor
een remming van GnRH (negatieve feedback)
 De twee belangrijkste functies van de HPA-as:
o Cortisol gemaakt in de cortex van de bijnier geeft negatieve feedback om de
hypothalamus en de hypofyse te remmen. Dit zorgt voor een afname van
CRH en ADH (en ACTH)
o Adrenaline en noradrenaline worden geproduceerd door de medulla van de
bijnieren onder invloed van sympathische effecten en cortisol. Adrenaline en
noradrenaline geven positieve feedback op de hypofyse

Wat is stress en wat is het verschil tussen chronische en acute stress?
 Bij stress ontstaat er een ‘fight or flight’ reactie. De stressreactie kan worden
doorgeven op twee verschillende manieren, maar begint in beide gevallen bij de
activatie van de paraventriculaire nucleus in de hypothalamus
o Snelle/acute stressreactie: hierbij wordt de fight-or-flight status van het
lichaam geactiveerd. Dit gebeurt door het sympathische zenuwstelsel, die
zorgt voor de volgende veranderingen:
 Stijging van de hartslag
 Stijging van de ademhalingsfrequentie
 Vasoconstrictie in de ledematen
 Minder belangrijke processen, zoals vertering, worden geremd
 Adrenaline en noradrenaline, afkomstig van de medulla van
de bijnieren, zorgen ook voor een stijging van de hartslag,
ademfrequentie en voor vasoconstrictie, en versterken hierdoor
de werking van het sympathische zenuwstelsel
 Cortisol, afkomstig van de cortex van de bijnieren, zorgt voor
een remming van de minder belangrijke processen in het
lichaam (vertering en immuunrespons)
o Langzame/chronische stressreactie: acute stress zorgt voor een
verandering in het normale ritme van de cortisolconcentraties
 Hogere centra van het centrale zenuwstelsel zorgen voor een
verhoogde afgifte van CRH, wat leidt tot een toename in ACTH

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkevanheel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.26
  • (0)
  Add to cart