Samenvatting CSRM (Recht)
Week 1:
Rechtsregels:
Zijn regels die afdwingbaar zijn dus je kan er een straf voor op leggen op basis
van rechten
Publiekrecht: overheid <> burger en overheden onderling (aanvragen paspoort
bijvoorbeeld)
- LET OP! Als de overheid handelt als ‘’gewone’’ burger dan of organisatie is
het privaat recht
Privaat recht: is tussen personen en/of private bedrijven (Hier valt inkoop over
en dus ook vermogensrecht)
Dwingend:
Hiervan mag je niet afwijken, je wordt niet geacht in wapens te handelen.
Aanvullend:
Het loop gaten dicht die partijen laten vallen, bijv. als je als partij geen afspraken
hebt gemaakt over de betaaltermijnen dan worden deze aangevuld door de
wetgeving.
Objectief recht: is een uitgangspunt, als je werkt heb je recht op salaris (feit),
Subjectief recht: de salaris voorwaarden bijv., die zijn in ieder zijn situatie
anders (de vertaling van je objectieve recht)
Rechtsbronnen:
- Een hogere wet gaat voor een lagere wet
- Een aanpassing in de wet van gisteren gaat voor een aanpassing in de wet
van langer geleden (jong voor oud)
- Bijzonder (uitzondering voor algemeen)
Jurisprudentie: Rechters kijken naar eerdere uitspraken in soort gelijke
casussen.
Gewoonte recht: bijv. bij een paardenmarkt waar via handjeklap officieel de
prijs wordt bepaald. Binnen de sector telt dat als een afspraak maken.
Ongeschreven recht: kijkend naar de omstandigheden wordt iets wat niet goed
is toch geaccepteerd
Internationaal recht:
Denk aan EU-regelgeving
Vermogen = bezittingen en schulden
Goederen zijn vermogens rechtelijk bijv. een vordering (zijn bijv. schulden bij een
schuld eiser)
Zaken zijn stoffelijke voorwerpen (pen en vloer zijn zaken maar een mens is geen
zaak)
Onroerend: huis, perceel enzo.
Roerend: kan je achterop je fiets meenemen bij wijze van spreken
,Registergoed: wat geregistreerd staan onder een naam zoals een auto, schip of
een huis
Niet-register goed: wat niet onder naam geregistreerd staat
Bestandsdelen en hoofdzaak (motor in een auto of Cv-ketel in een huis) =
natrekking
Als je een deel van het geheel van iemand anders gebruikt in het geheel dat je al
bezat dan wordt je eigenaar van het deel. Dit heet natrekking. Deel is onderdeel
geworden van het geheel.
, Week 2:
Verkrijging onder algemene titel:
Je volgt iemand anders op in een geheel vermogen of een evenredig deel van het
vermogen. Dit wilt zeggen dat je de rechten en plichten van de persoon
overneemt. Alle bezittingen en schulden worden bijv. overgenomen zo dus ook de
hypotheek van een huis die nog afgelost moet worden
Verkrijging onder bijzondere titel (inkoop is altijd algemeen):
Je volgt iemand anders op in de rechten op een bepaald vermogen. Bijvoorbeeld
als je een koelcel koopt dan neemt je de rechten over van de verkopende partij
van de koelcel.
3 eisen voor overdracht van een goed:
1. Een (rechts)geldige titel (rechtsgronden): Bijv de koopovereenkomst
tussen een verkoper van een boek en de koper (meerzijdig
rechtshandeling)(aanvaarding aanbod verkoper)
2. Beschikkingsbevoegdheid van de rechtsvoorganger: de verkoper
van een boek heeft het boek in bezit en mag het dus verkopen
3. Levering: het boek overhandigen bij de kassa of laten bezorgen bijv.
Rechtsgronden die tot levering verplicht zijn (geldige titel):
1. Meerzijdige rechtshandeling: koop, ruil of schenkingsovereenkomst
2. Eenzijdige rechtshandeling: Legaat (testamentaire) een erfstuk bijv.
3. Andere handeling: rechtmatig daad zoals zaakwaarneming of
onverschuldigde betaling
4. Ongedaan makingsverbintenissen: ontbinden van overeenkomst na
het in vervulling gaan van een bepaalde ontbindingsvoorwaarden
Beschikkingsbevoegdheid:
De bevoegdheid hebben om bepaalde producten te verkopen/overgedragen mag
worden.
De overdacht is alleen geldig als de persoon die deze uitvoert
beschikkingsbevoegd is in eerste instantie is dit de rechthebbende (eigenaar)
Levering:
Voor leveringen van geregisterde goederen (auto bijv.) is er bijv. een notariële
transport akte nodig en de inschrijvingsakte in openbare registers.
Negatief stelsel wilt zeggen dat de werkelijke rechtstoestand van een goed kan
afwijken van hoe het is geregistreerd in het openbaar register. Bij een positief
stelsel is dit andersom en mag je er vanuit gaan dat het geen wat geregistreerd
staat ook klopt.
Levering zonder bezitsverschaffing
levering met korte hand:
Houder wordt rechthebbende.
Over een periode van 5 jaar heb je houderschap over een lease auto en de lease
maatschappij heeft het eigenaarschap nog, maar na 5 jaar wil je de auto kopen
en wordt je de eigenaar.
levering met lange hand:
De eigenaar van de lease auto wisselt maar de houder blijft het zelfde. Lease
maatschappij verkoopt al haar auto aan andere lease maatschappij
Constitutum possessorium:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller milanleliveld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.