Samenvatting van psychologie mens en gedrag.
Deze samenvatting is gemaakt op basis van het vernieuwde tentamen met 80 vragen.
Hoofdstukken 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10 en 14. Over deze hoofdstukken gaat het tentamen.
Hoofdstuk 1: Geest, gedrag en psychologische wetenschap
(8 vragen)
Psychologie is de wetenschap van gedrag en mentale processen.
Dit boek legt de nadruk op zes kritische denkvaardigheden, gebaseerd op de
volgende vragen:
- Wat is de bron?
- Is de bewering redelijk of extreem?
- Wat is het bewijsmateriaal?
- Kan de conclusie zijn beïnvloed door bias?
- Worden veelvoorkomende denkfouten vermeden?
- Zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken nodig?
Anekdotisch bewijsmateriaal: Getuigenissen die de ervaringen van iemand of
enkele personen schetsen, maar ten onrechte voor wetenschappelijk bewijs
worden aangezien.
Bias = een vooroordeel, vervorming of vertekening van een situatie. Meestal
persoonlijke ervaringen en waarden.
Emotionele bias = de neiging om oordelen te vellen gebaseerd op attitudes en
gevoelens.
Confirmation bias (bevestigingsbias) = de neiging om informatie die niet bij je
opvattingen aansluit te negeren of bekritiseren en juist informatie zoeken waar je
het wel mee eens bent.
Biologisch perspectief: Rene Descartes, oorzaken van gedrag ligt in het
functioneren van genen en hersenen.
Neurowetenschap: het vakgebied dat zich richt op begrip van hoe de hersenen
gedachten, gevoelens, motieven, bewustzijn, herinneringen en andere mentale
processen creëren.
Daarna -> Evolutionaire psychologie: Charles Darwin, mensen passen zich aan
hun omgeving aan voor overleving en voortplanting.
Cognitief perspectief: Nadruk op mentale processen; leren, denken, geheugen
en perceptie.
Wilhelm Wundt -> introspectie: beschrijving van je eigen innerlijke, bewuste
ervaring.
Edward Bradford titchener -> structuralisme: historische stroming binnen de
psychologie die de basisstructuren van de geest en de gedachten trachtte te
ontrafelen. Zochten de ‘elementen’ van de bewuste ervaring.
Gestaltpsychologie: het geheel is meer dan de som van de delen -> lijnen zijn
niet verbonden maar je ziet wat het is.
William James -> functionalisme: historische stroming binnen de psychologie die
meende dat psychische processen het beste begrepen kunnen worden in het licht
,van hun adaptieve nut en functie. Richt zich op de functie van het bewustzijn en
niet alleen op de structuur.
Behavioristisch perspectief: John Watson, Wetenschap van observeerbaar
gedrag, niet van mentale processen.
Andere invloedrijke behaviorist -> B.F. Skinner
Whole- person perspectief: de persoonlijkheid en geestelijke stoornissen
ontstaan voornamelijk uit processen in de onbewuste geest en niet in het
bewustzijn
-Psychodynamisch: persoonlijkheid en psychische stoornissen komen voort uit
processen in het onbewuste. (Freud)
- Humanistisch: nadruk op menselijke groei en potentieel i.p.v. op psychische
stoornissen. (Rogers en Maslow)
- Karaktertrekken & temperament: gedrag en persoonlijkheid, hierdoor ontstaan
verschillen tussen de mens. (oude Grieken)
Ontwikkelingsperspectief: Mensen veranderen als gevolg van interactie
tussen erfelijke eigenschappen en omgeving. (Piaget)
Sociocultureel perspectief: aandacht op het feit dat elk individu wordt
beïnvloed door andere mensen en de cultuur waarvan ze allemaal deel uitmaken.
Hoofdstuk 2: Biopsychologie, neurowetenschappen en de
menselijke aard (8 vragen)
1. Zenuwstelsel: reageert snel, heeft een uitgebreid netwerk van zenuwcellen
dat berichten transporteert door je lichaam, door middel van pulsen van
elektrische en chemische energie.
2. Hormoonstelsel (endocriene stelsel): reageert trager, stuurt
vervolgsignalen waardoor de reactie, die in gang is gezet door het zenuwstelsel,
wordt ondersteund en in stand wordt gehouden. De signaalstoffen die worden
gebruikt zijn hormonen.
Deze 2 systemen vormen de biologische basis voor al onze gedachten, emoties
en gedragingen.
Neuron: een cel die is gespecialiseerd in het ontvangen en doorsturen van
informatie naar andere cellen in het lichaam- ook wel zenuwcel genoemd. Het
zenuwstelsel is opgebouwd uit een netwerk van neuronen. Een neuron vormt de
bouwsteen van het zenuwstelsel.
Een bundeling van een groot aantal neuronen wordt een zenuw genoemd. Er zijn
verschillende soorten neuronen, maar ze hebben allemaal dezelfde structuur en
geleiden de signalen op dezelfde manier.
, 1. Sensorische neuronen: geleiden signalen van de zintuigen naar de
hersenen; zicht, gehoor, smaak, aanraking, geur, pijn en evenwicht.
2. Schakelcellen: zenuwcellen die boodschappen van de ene zenuwcel
doorgeven aan de andere, met name in de hersenen en in het ruggenmerg.
3. Motorische neuronen: geleiden signalen van de hersenen en het
ruggenmerg naar de spieren, organen en klieren. Ze geleiden instructies voor al
onze handelingen.
- Dendrieten verzamelen informatie die is ontstaan na directe stimulatie van de
zintuigen
- De dendrieten geven deze informatie door aan het cellichaam (soma)
- Op basis van de ontvangende informatie/stimulatie wordt besloten te ‘vuren’ of
‘niet vuren’ (excitatoir/inhibitoir).
- De elektrische prikkel wordt langs het axon doorgegeven aan de eindknoppen
van het neuron.
- Middels de stimulatie van de eindknoppen vindt een chemische overdracht van
het signaal plaats naar een volgend neuron.
- De eindknoppen laten neurotransmitters (chemische stofjes) los in de
synaptische spleet.
- Het volgende neuron neemt deze neurotransmitters op met hun receptoren
(postsynaptisch membraan).
Dendrieten: Vertakte uitlopers van het cellichaam van een neuron die de
informatie binnenhalen.
Soma: Gedeelte van de cel waar de kern zich bevindt. De kern bevat
chromosomen (cellichaam): het evalueert de impulsen die het ontvangt van
honderden of duizenden andere neuronen.
Axon: De lange uitloper van een zenuwcel die de informatie vanuit het
cellichaam naar de eindknopjes voert. -> elektrische lading.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudbolk7667. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.08. You're not tied to anything after your purchase.