Dit is een samenvatting van het boek de communicatieprofessional. Dit is voor het vak inleiding communicatie in de eerste periode van jaar 1. Hoofdstuk: H1.2, H2, H3, H12, H13, H18.1, H23 en kader 26.2 wordt behandeld en Het PR-plan: H1, H7, H8, H9 is samengevat. Hoe gaat een communicatieprofession...
De communicatie professional samenvatting
- H1.2, H2, H3, H12, H13, H18.1, H23 en kader 26.2
- Het PR-plan: H1, H7, H8, H9
- De opdrachten die we tijdens de lessen doen
H1.2: communicatiemanagement: het werk van de communicatieprofessional
Begrippen
- Communicatie: het proces waarbij informatie wordt overgedragen
- Communicatieprofessional: iemand die werk maakt van aantoonbare kennis
en ervaring in communicatiemanagement en bedreven is in het sturen van hoe,
waar en wanneer organisaties communiceren.
- Communicatiemanagement: de specialistische functie binnen of ten behoeve
van een organisatie, die zich bezighoudt met het initiëren, sturen en
ondersteunen van communicatie en informatie.
Van Ruler onderscheidt verschillende manieren van benaderingen:
- De informatieve benadering (via informatiemodel): gericht op informeren door
overdracht van kennis en informatie naar een luisterend publiek via een heldere
boodschap.
- De persuasieve benadering (via het overredingsmodel): gericht op het
overtuigen van gewillige doelgroepen via een verkoopbare boodschap.
- De relationele benadering (via het interactie model): gericht op onderling
begrip, met ruimte voor meningsvorming.
- De interpretieve benadering (via het relatie model); gericht op gedeelde
meningen en belangen.
- De kritische benadering (via het reflectief en overkoepelend model): gericht op
maatschappelijke legitimatie door benutting van bovenstaande vier
benaderingen.
Bovenstaande benaderingen bieden ieder een strategie waarmee de organisatie een
doel kan bereiken. In welke situatie welke benadering het beste past hangt af van de
context. De communicatieprofessional kan zich daartoe afvragen:
- Wat is de verhouding?
- Wat zijn de culturele verschillen?
- Wat is de tijdsdruk?
- Wat is het belang van het onderwerp?
,Kennis, houding en gedrag
• Cognitie: kennis
Weten en eventueel begrijpen dat een bepaald product of dienst of idee of persoon
bestaat en wat de bijbehorende boodschap is. Naamsbekendheid is de eerste stap. De
volgende stap is als de boodschap ook echt blijft hangen. Dus zorgen dat mensen niet
alleen bijvoorbeeld de auto ook kennen maar ook weten wat hij doet.
• Affectie: houding
(Ook wel attitude genoemd): bijvoorbeeld ongunstig denken over iets of iemand. Het
beinvloeden van de houding is vergelijkbaar met het proberen dat mensen een gunstig
beeld (imago, reputatie) van een bepaald onderwerp hebben. Steeds belangrijker wordt
betrokkenheid(engagemant): dat is een houding waarbij het iemand echt kan schelen
wat er met een organisatie gebeurt. Het is mogelijk om een houding te hebben tegen
iets of iemand terwijl kennis ontbreekt.
• Conatie: gedrag
Zodat mensen bijvoorbeeld een bepaalde aankoop doen of juist ongewenst gedrag
nalaten. Soms vertonen we gedrag ten opzichte van iets of iemand zonder kennis of een
bepaalde houding hadden aangenomen.
De hiërarchie bepaalde dat kennis voorafgaat aan affectie en dat dan pas gedrag
verandert. Oftewel eerst moet je nadenken of je iets leuk of niet leuk vindt en dan
gedraag je je ernaar.
Hoofdstuk 2: praktische dillema's
2.1 verzoenen in plaats van kiezen
Transparantie speelt een grote rol. Transparantie is juridisch verzekerd als recht op het
geven of verkrijgen van informatie of een mening. De groeiende vanzelfsprekendheid
van transparantie maakt dat machthebbers vaker de dialoog aangaan. Een dialoog vergt
een zekere maten van gelijkwaardigheid en kwetsbaarheid, het is noodzakelijk om
vertrouwen van belanghebbende te winnen en te behouden.
Een deel van samenleving ziet het positief en ander deel ziet het negatief.
Soorten dillema's (kiezen door-door benadering)
, - Open versus gesloten: is het kansrijk of bedreigend dat mensen zo snel en veel
informatie kunnen ontvangen en verzenden. Zo is een optimistische,
pessimistische en realistische kijk op transparantie te onderscheiden. De vraag
is: hoe open moet je zijn.
- Monoloog versus dialoog: in welke situatie pas een monoloog (alleen zenden of
ontvangen) dan wel een dialoog (een constructief gesprek)?
- Feit versus boodschap: welke data geeft zicht op de kern van de zaak en wie
bepaalt dat? Wat is het verschil in communicatie van feit en boodschap (in de
betekenis van wat de zender wil dat de ontvanger doet of laat met de
informatie)?
2.2: Open versus gesloten.
Transparantie gaat over de essentie van een zaak, niet over alle beschikbare informatie.
De transparantie zijn in 3 groepen op te delen:
- Pessimisten: Zijn negatief over wat transparantie kost en oplevert. Uitspraken
zijn: transparantie is een fata morgana, transparantie verschroeid vertrouwen en
geborgenheid en transparantie zet alles vast in regels.
- Realisten: ze waarderen dat transparantie een steeds betekenisvoller fenomeen
is in alle geldingen van de samenleving. Ze erkennen het krachtige effect, maar
beseffen ook dat die zowel positief als negatief kan uitpakken. Ze zijn bewust van
de nadelen en kansen van gevaar.
- Optimisten: volgens de optimisten is er veel te weinig transparantie in de wereld
en moeten we bestaande transparantie met hand en tand verdedigen.
Zie tabel 2.1
2.3 monoloog versus dialoog.
Pr is meer gericht op het onderhouden van een goede relatie. Pr-professionals hebben
altijd de dialoog vooropgesteld.
Vier stadia van dialoog met publieksgroepen.
- Publiciteit: neigende vorm van zelfpromotie via de media, waarbij de waarheid
minder belangrijk is dan het resultaat.
- Voorlichting: ook deze vorm is eenzijdig maar meer gericht op eerlijke
informatie. Objectief gericht.
- Lobbying (tweezijdig asymmetrisch): deze vorm is interactiever dan publiciteit
en voorlichting. De dialoog is belangrijk maar het gespreksdoel van de
organisatie blijft vooral gericht op het overtuigen van de ander.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zozijderveld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.80. You're not tied to anything after your purchase.