samenvatting + college aantekeningen van accounting
1 view 0 purchase
Course
Accounting (FEB11018)
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Book
Intermediate Accounting
Dit is een samenvatting en college aantekeningen van het vak accounting. Met deze aantekeningen en samenvatting heb ik een 8.5 gehaald op mijn end term.
FINANCIAL ACCOUNTING
Lectures;
HOORCOLLEGE 1
Accrual accounting weergeeft de informatie uit een onderneming veel beter. Je stelt hierbij altijd de
vragen; Wat is het probleem? Hoe lossen we dit op? Waarom lossen we het zo op?
Hierbij speelt de balans een grote rol, dit is altijd een momentopname die vaker in het jaar kan
voorkomen. Hier is de winst/verlies rekening onderdeel van, het overzicht van het eigen vermogen en
het kasstromen overzicht.
Accrual accounting; alle gebeurtenissen worden vastgelegd in de boekhouding, de kasstromen zijn
daarbij minder van belang.
Activa (assets); is een bezitting of recht, onderneming heeft volledig recht hebben waardevol, resultaat
van een gebeurtenis in het verleden, bezitting, controle, gebeurtenis, voordeel.
Verplichting (liability); moet nu bestaan, een resultaat van een gebeurtenis uit het verleden, het moet
verlies of kosten opleveren voor de onderneming. bestaat nu, verleden, verlies
Eigen vermogen; verschil tussen bezittingen en verplichtingen
Accounting vergelijking; totale activa = totale verplichtingen + eigen vermogen
Balans; geeft een overzicht van de activa, verplichtingen en eigen vermogen van een onderneming op
een bepaald tijdstip.
,HOORCOLLEGE 2
Accounting standaarden zijn een verzameling van regels, die voorschrijven hoe gebeurtenissen
worden vastgelegd in de boekhouding en ze voorschrijven welke informatie gerapporteerd moet
worden. Hier spelen 2 principes een rol, de relevantie (relevance) en de getrouwe weergave (faithful
representation). Deze principes zijn altijd een beetje tegenstrijdig. Als het gaat over betrouwbaarheid
kijk je naar het verleden, maar dit is minder relevant en andersom. Waardering gebeurt ook op 2
manieren, de historische kostprijs (sluit aan bij de betrouwbaarheid) en de fair value (dit is de
marktwaarde en sluit aan bij de relevantie).
Er zijn hiernaast nog 4 belangrijke veronderstellingen;
1. Alles wordt gemeten in geld (monetary unit assumption)
2. Alleen gebeurtenissen waarbij de onderneming betrokken zijn relevant (economix entity
assumption)
3. De onderneming blijft haar operationele activiteiten in de nabije toekomst uitvoeren (kijk naar
machines die van belang zijn in de onderneming qua waardes, de waarde is dan meestal niet
heel hoog en je hebt geen tijd om lang te wachten, dan moet er dus een andere
waarderingsmethode gebruikt worden en deze is niet helemaal fair) (going concern
assumption)
4. De onderneming rapporteert haar financiële positie periodiek (dit geldt niet 1x in het jaar een
jaarverslag maar bijvoorbeeld ieder kwartaal of ieder half jaar, in Nederland wordt dit
gerapporteerd aan de KvK) (periodicity assumption)
Wereldwijd zijn er allemaal verschillende accounting standaarden, de IFRS (internationaal), US-
GAAP, Dutch-GAAP (Nederlandse standaarden).
Bij een jaarverslag zijn de accounting standaarden het belangrijkste, zo weet je hoe je alles wat er in
staat moet interpreteren.
Het activum wordt opgenomen op de balans als;
- Het is waarschijnlijk dat de economische voordelen voor de onderneming gerealiseerd worden
- De waarde van het activum kan op een betrouwbare wijze vastgesteld worden.
De verplichtingen worden opgenomen in een balans als;
- Het is waarschijnlijk dat de onderneming economische voordelen verlies
- De waarde van de verplichting kan op een betrouwbare wijze vastgesteld wordt.
Accounting standaarden bepalen wanneer voldaan is aan ‘het is waarschijnlijk’ en ‘betrouwbare
wijze’.
Hoe kan het eigen vermogen van een onderneming veranderen?
- Dit kan door operationele activiteiten, opbrengsten of kosten
- Dit kan ook door transacties met eigenaren, kapitaalstortingen of kapitaalonttrekkingen
Accounting vergelijking 2;
Δ Totale activa = Δ totale verplichtingen + opbrengsten – kosten + kapitaalstortingen –
kapitaalonttrekkingen
Δ eigen vermogen = + opbrengsten – kosten + kapitaalstortingen – kapitaalonttrekkingen
, De winst/verlies rekening (income statement) geeft een overzicht van de opbrengsten (revenues) en
kosten (expenses) en daauit resulterende netto winst/verlies rekening over een bepaalde periode.
Bij cash accounting veranderd je eigen vermogen toe of af als het kas geld toeneemt of afneemt.
Hierbij kijkt je dus alleen naar de cashflow en veranderd het eigen vermogen als de kas verandert.
Bij accrual accounting werkt dit net wat anders. Hierbij veranderd het eigen vermogen niet als je je
leveranciers gaat betalen, je krijgt dan een post crediteuren op de balans en als je deze gaat aflossen
daalt je kas positie en verdwijnt je verplichting crediteuren, hierdoor veranderd je eigen vermogen
niet. Als er uiteindelijk de debiteuren worden terug betaald gaat het eigen vermogen pas stijgen. Dit is
het verschil met cash accounting.
Feb – inkoop voorraad op rekening crediteuren ontstaat
Mrt – betaling leverancier crediteuren verdwijnt, kas daalt
Apr – verkoop contract gebeurt niks
Mei – leveringen producten debiteuren ontstaat, voorraad neemt af
Jun – klant betaalt rekening debiteuren verdwijnt, eigen vermogen stijgt.
Kostenverantwoording??
Je hebt 4 soorten accurals;
1. Toegerekende opbrengsten (accrrued revenu); opbrengst wordt geboekt in een periode voor de
periode waarin de kasontvangst plaats vindt. Dit valt onder nog te ontvangen bedragen
2. Toegerekende kosten (accrued expense); kosten worden geboekt in een periode voor de
periode waarin de kasbetaling plaats vindt. Dit valt onder nog te betalen bedragen.
3. Onverdiende opbrengsten (deferred revenu); opbrengst wordt geboekt in een periode na de
periode waarin de kasontvangst plaats vindt. Dit valt onder vooruit ontvangen bedragen
4. Uitgestelde kosten (deferred expense); kosten worden geboekt in een periode na de periode
waarin de kasbetaling plaats vindt. Dit valt onder vooruitbetaalde bedragen.
Grootboekrekening (T-account); houdt alle toenames en afnames bij voor een specifiek onderdeel van
de activa, verplichtingen of het eigen vermogen van een onderneming. Dit is gewoon een kleine balans
met een debet en credit zijde.
Het grootboek (general ledger); dit is een volledige verzameling van de grootboekrekeningen waar de
onderneming gebruik van maakt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marijne0706. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.