Vraag 1: wat zit er niet in het netto nationaal inkomen tegen marktprijzen?
a. Indirecte belastingen
b. Directe belastingen
c. Sparen
d. Afschrijvingen
Vraag 2: som van alle uitgaven voor finale goederen en diensten in een economie is equivalent met:
a. Totale loonsom in de economie
b. Geldhoeveelheid in omloop
c. Beschikbaar inkomen
d. Totale toegevoegde waarde
Vraag 3: welke van de volgende items is niet opgenomen in het bnp:
a. Export van Belgische treinstellen naar Thailand
b. Wedde van de eerste minister
c. Waarde van de eieren die ik ’s morgens in mijn kippenhok verzamel
d. Waarde van een nieuw droogdok in de haven van Antwerpen
Vraag 4: bnp in een economie is gelijk aan het nnp vermeerderd met:
a. Totale belastingen
b. Overheidsbestedingen
c. Transferuitgaven van de overheid
d. Verschil tussen bruto- en netto-investeringen
Vraag 5: nominaal bbp neemt met 50% toe terwijl de prijzen stijgen met 100%. Dit betekent dat:
a. Bbp in constante prijzen constant blijft
b. Bbp in lopende prijzen daalt
c. Bbp in constante prijzen daalt
d. Reële bbp stijgt
Vraag 6: wat is er in de opeenvolgende jaren gebeurd met de
prijzen:
a. Prijzen bleven constant
b. Prijzen zijn gestegen
c. Prijzen zijn gedaald
d. Te weinig info
Vraag 7: nominaal bbp = 4800 miljard euro en reële bbp = 1920 miljard euro. Hoeveel bedraagt de bbp
deflator:
a. 4
b. 1,4
c. 2,5 nom/reël
d. 1,25
, HT 3
Vraag 1: beschouw goederenmarkt van een gesloten economie met overheid en volgende gegevens: S=-
30+0,2YD; I= 50; T=0,2Y en G=28. Hoeveel bedraagt evenwichtsinkomen
C=30+0,8YD, dus Ye=300
Vraag 2: curve van de totale vraag naar finale goederen en diensten (ZZ-curve) in een gesloten economie
wordt minder steil indien:
a. Marginale spaarquote daalt
b. Overheidsuitgaven stijgen
c. Marginale consumptiequote daalt
d. Autonome sparen stijgt
Vraag 3: welke uitspraak is juist
a. Vergeleken met een forfaitaire belasting verhoogt een lineaire inkomstenbelasting de numerieke
waarde van de multiplicators
b. In een gesloten economie met overheid wijst de BBM op een evenwicht in de overheidsbegroting
c. Overheidsbudget is steeds in evenwicht wanneer S+T=Iea+G
d. Lineaire stijgende belastingfunctie ipv forfaitaire belastingen vergroot de stabilisatorwerking
Vraag 4: C=50+2/3YD; G=90; I=20. Overheidsbegroting in evenwicht en belasting forfaitair. Wanneer
investeringen stijging met 10, zal evenwichtsinkomen:
ΔY=1/(1-2/3) * 10 ΔY =30
Vraag 5: Y=5000, overheidsbegroting in evenwicht, c1=0,8, belastingen forfaitair, T verhoogd met 100. Met
hoeveel G veranderen opdat evenwichtsinkomen gelijk zou blijven
Eerst verandering van Y berekenen nadat T is verhoogd: -0,8/(1-0,8) * 100 = -400
Daarna verandering neutraliseren: 400=1/(1-0,8) * ΔG ΔG=80
Vraag 6: gesloten ec met forfaitaire netto-belastingen verhoogt transferuitgaven, maar vermindert de G met
zelfde bedrag. Wat met Y en overheidsdeficit?
a. Y daalt en overheidsdeficit blijft constant
b. Y daalt en overheidsdeficit stijgt
c. Y stijgt en overheidsdeficit daalt
d. Y constant en overheidsdeficit blijft constant
Vraag 7: gesloten economie met constante P en C=c0+c1YD; T=T*; G=G*; I=I*. Stel gezinnen gaan meer
sparen (autonome sparen stijgt en autonome consumptie daalt). Wat is het effect op evenwichtsinkomen
en het sparen?
a. Y en S dalen
b. Y en S stijgen
c. Y daalt en S stijgt
d. Y daalt en S constant
Vraag 8: C=c0+c1YD; T=T*; G=G*; I=b0+b1Y. bereken de multiplicator van de forfaitaire (=autonome)
belastingen
Eerst in evenwicht brengen, dan uitrekenen naar Y c1/(1-c1-b1)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller goossenskaat002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.93. You're not tied to anything after your purchase.