samenvatting hoofdstuk uit de reader inleiding privaatrecht ou
Written for
Open Universiteit (OU)
Bachelor Rechtsgeleerdheid
RB0204 - Inleiding privaatrecht (RB0204)
All documents for this subject (16)
Seller
Follow
stukajay
Reviews received
Content preview
20. Gevolgen van een overeenkomst voor derden
20.1 Algemene regel: alleen partijen gerechtigd en gebonden uit overeenkomst
Ook zonder uitdrukkelijke bepaling is het wel duidelijk
dat het beginsel ‘een overeenkomst is alleen tussen de handelende partijen van
kracht’ ten grondslag ligt aan de regeling van de overeenkomst in het BW.
Alfred en Brechje sluiten een arbeidsovereenkomst. Alleen Alfred en Brechje zijn op grond van de gesloten
arbeidsovereenkomst gerechtigd tot de uit deze overeenkomst voortvloeiende prestaties en verplicht tot de uit deze
overeenkomst voortvloeiende prestaties. Anderen dan Alfred en Brechje kunnen aan de arbeidsovereenkomst geen
rechten ontlenen, maar kunnen op grond van die arbeidsovereenkomst ook nergens toe verplicht worden.
De regel dat een overeenkomst alleen van kracht is tussen de handelende partijen, is een algemene
regel en zoals we al zo vaak hebben gezien in deze cursus, zijn op een algemene regel
uitzonderingen te vermelden.
In afdeling 4 van titel 5 van Boek 6 (Rechtsgevolgen van overeenkomsten) zijn enkele
gevallen opgenomen waarin een overeenkomst ook werking heeft jegens derden.
We behandelen hier in het kort drie gevallen, te weten:
- het derdenbeding,
- de kwalitatieve rechten en
- de kwalitatieve verplichtingen.
20.2 Derdenbeding
Het derdenbeding is geregeld in de artikelen 6:253-256.
Artikel 6:253 bepaalt: ‘Een overeenkomst schept voor een derde het recht een prestatie van
een der partijen te vorderen of op andere wijze jegens een van hen een
beroep op de overeenkomst te doen, indien de overeenkomst een beding van
die strekking inhoudt en de derde dit beding aanvaardt.’
Op grond van dit artikel kan A met B een overeenkomst sluiten, inhou-dende
dat B zich jegens A verbindt tot het leveren van een bepaalde prestatie aan C
(of inhoudende dat B zich jegens A verbindt dat C op een andere wijze jegens
hem een beroep kan doen op de overeenkomst A-B), en waarbij het tevens de
bedoeling van A en B is dat C een zelfstan-dig recht verkrijgt jegens B. Alleen
in het geval dat de strekking van de overeenkomst A-B is dat C zelfstandig de
prestatie van B kan vorderen, is sprake van een derdenbeding. Aanvaardt C
het jegens hem gemaakte beding, dan heeft hij een zelfstandig recht
verkregen op B.
Werkgever Werner en werknemer Hans komen overeen dat Werner gehouden is bij het eventuele overlijden
van Hans weduwenpensioen uit te keren aan de echtgenote van Hans. Het is de bedoeling van Werner en
Hans dat de echtgenote van Hans na zijn overlijden een eigen recht verkrijgt op Werner tot uitkering van
weduwenpen-sioen. Aanvaardt de echtgenote van Hans dit ten gunste van haar gemaakte beding, dan
verkrijgt zij daadwerkelijk een eigen recht op Werner tot uitkering van weduwenpensioen.
Anton sluit met Bart, eigenaar van een groot kantoorartikelenconcern, een overeen-komst, inhoudende dat
Bart zich jegens Anton verbindt om aan de zuster van Anton, die een groot kantorencomplex gaat bouwen
en vervolgens inrichten, de kantoor-meubelen voor het betreffende complex tegen kostprijs te verkopen en
leveren. Het is de bedoeling van Anton en Bart dat de zuster van Anton een zelfstandig recht verkrijgt op
Bart tot levering van de kantoormeubelen tegen kostprijs. Aanvaarding door de zuster van Anton van het ten
behoeve van haar gemaakte beding, heeft tot gevolg dat zij daadwerkelijk een zelfstandig recht heeft
verkregen op Bart tot levering van de kantoormeubelen tegen kostprijs.
Vergelijken we deze twee voorbeelden met elkaar dan zien we dat in het eerste voorbeeld de echtgenote
van Hans een recht verkrijgt op Werner zonder dat daar een plicht harerzijds tegenover staat (zij geniet enkel
een voordeel). In het tweede voorbeeld heeft de zuster van Anton een eigen recht verkregen op Bart tot
levering van de kantoormeubelen tegen kostprijs. Hier is echter naast een recht van de zuster van Anton,
ook sprake van een plicht harerzijds. Zij moet immers als tegenprestatie voor de levering van de
kantoormeubelen door Bart, aan Bart de kostprijs van deze meubelen betalen.
Walter is eigenaar van een vervoerbedrijf dat gespecialiseerd is in het vervoer van vee. Walter vervoert voor
Cees regelmatig varkens die bestemd zijn voor de export. In zijn vervoerscontracten met Cees heeft Walter
opgenomen dat hij niet aanspra-kelijk is voor aan de vervoerde dieren tijdens het vervoer toegebrachte
schade. In de gevallen dat Walter niet genoeg vrachtwagens ter beschikking heeft voor het vervoer van vee
voor Cees wordt collega Willem door Walter ingeschakeld, die eveneens een vervoerbedrijf heeft.
, Walter komt nu met Cees overeen dat Cees zich verbindt om Willem, in de gevallen dat Willem voor hem
vee vervoert en bij dat vervoer schade wordt toegebracht aan de vervoerde dieren, niet aan te spreken voor
de aangerichte schade. Met andere woorden: Walter en Cees komen overeen dat Willem zich op de tussen
Walter en Cees overeengekomen clausule tot uitsluiting van de aansprakelijk-heid kan beroepen. Het is de
bedoeling van Walter en Cees dat Willem zich rechtstreeks jegens Cees kan beroepen op uitsluiting van
aansprakelijkheid. Indien Willem het beding van deze strekking aanvaardt, kan hij zich daadwerkelijk jegens
Cees op deze uitsluiting beroepen in het geval dat hij door Cees wordt aangesproken voor tijdens het
vervoer aan het vee toegebrachte schade.
We besteden nu kort enige aandacht aan de terminologie die in dit verband wordt gebruikt.
Degene (A) die ten behoeve van de derde (C) een eigen recht bedingt, noemen we de stipulator
(‘stipulare’ is Latijn voor ‘bedingen’).
Degene (B) die zich verbindt tot het leveren van een prestatie jegens de derde, wordt aangeduid als
de promissor (‘promittere’ is Latijn voor ‘beloven’). Schematisch weergegeven zien we dan:
In ons laatste voorbeeld is Walter de stipulator, Cees is promissor en Willem de derde.
Nogmaals: het recht van de derde om een prestatie te vorderen van een van de partijen, ontstaat pas
op het moment dat hij (nadat hij vanzelfsprekend op de hoogte is gebracht van het ten behoeve van
hem gemaakte beding) het derdenbeding heeft aanvaard.
We zullen nu gaan bekijken hoe de aanvaarding door de derde dient te geschieden en vervolgens
wat de positie is van de derde nadat hij het beding heeft aanvaard.
Voor de wijze waarop de aanvaarding dient te geschieden, zijn het derde en vierde lid van artikel
6:253 van belang (het vierde lid laten we hier verder buiten beschouwing).
In het derde lid van artikel 6:253 wordt (onder andere) bepaald dat
aanvaarding geschiedt door een verklaring gericht tot een van de beide andere
betrokkenen.
Gezien het feit dat in dit lid geen vormvereiste wordt gesteld aan de verklaring,
kan deze verklaring op grond van artikel 3:37, eerste lid in iedere vorm
geschieden. De verklaring inhoudende de aanvaarding, kan verder zowel
gericht zijn tot de stipulator als tot de promissor.
Frits en Ben komen overeen dat Ben aan Paul, een vriend van Frits, 2000 rozenstruik-jes zal leveren voor
een prijs van € 5 per stuk. Tevens is het de bedoeling van Frits en Ben dat Paul een eigen recht verkrijgt op
Ben tot levering van de rozenstruikjes tegen een prijs van € 5 per stuk. Frits heeft Paul telefonisch op de
hoogte gebracht van hetgeen hij in dezen met Ben is overeengekomen. In datzelfde telefoongesprek heeft
Paul direct het ten behoeve van hem gemaakte beding aanvaard.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stukajay. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.77. You're not tied to anything after your purchase.