samenvatting hoofdstuk uit de reader inleiding privaatrecht ou
Written for
Open Universiteit (OU)
Bachelor Rechtsgeleerdheid
RB0204 - Inleiding privaatrecht (RB0204)
All documents for this subject (16)
Seller
Follow
stukajay
Reviews received
Content preview
19 Rechten crediteur bij niet-nakoming
19.1 Inleiding
De gevolgen van niet-nakoming, zoals die zijn geregeld in de afdeling 6.1.9.
Een crediteur heeft recht op de prestatie van zijn debiteur. Er kunnen
zich echter gevallen voordoen waarin de debiteur niet presteert, ofwel
waarin de debiteur niet nakomt, ofwel waarin de debiteur tekortschiet in
de nakoming van de verbintenis.
De eerste mogelijke reactie die de schuldeiser hierop heeft, is natuurlijk
het vorderen van nakoming.
Een recht dat, zoals we hebben gezien, rechtstreeks voortvloeit uit de
verbintenis zelf.
NB: dit recht komt aan de crediteur toe, ongeacht of er sprake is van
een tekortkoming in de nakoming door de debiteur.
Het recht op nakoming zal echter voornamelijk worden geëffectueerd in
die gevallen waarin de schuldenaar in zijn verplichtingen tekortschiet.
We zullen echter nog zien dat de schuldeiser, ook al heeft hij in
beginsel recht op nakoming, niet altijd nakoming van zijn debiteur kan
vorderen.
De crediteur heeft naast de vordering tot nakoming meer mogelijkheden bij niet-nakoming van
de debiteur, te weten een vordering tot schadevergoeding en een vordering tot ontbinding.
Deze vorderingen zullen hierna aan bod komen.
19.2 Schadevergoeding
Het recht op schadevergoeding van de crediteur vloeit voort
uit een schending van een verbintenis door de debiteur.
In afdeling 6.1.9 wordt geregeld wanneer de crediteur recht heeft op
schadevergoeding.
De bepalingen in deze afdeling zijn in beginsel van toepassing op alle
verbintenissen, ongeacht of zij voortspruiten uit een rechtshandeling
(denk aan een overeenkomst) of uit de wet (denk aan de onrechtmatige
daad).
Van belang is in de eerste plaats artikel 6:74.
Voor we dit artikel nader onderzoeken, zullen we eerst aandacht
schenken aan het begrip ‘schadevergoeding’.
We onderscheiden in dit verband twee vormen van schadevergoeding:
- aanvullende en
- vervangende schadevergoeding.
Vervangende schadevergoeding treedt in de plaats van de verbintenis
tot het verrichten van de prestatie zelf.
Op de aanvullende schadevergoeding heeft de crediteur recht naast
nakoming of naast vervangende schadevergoeding.
We gaan nu over tot de bespreking van de vereisten van artikel 6:74, eerste lid.
Voor een geslaagde vordering tot schadevergoeding van de schuldeiser jegens de
schuldenaar die zijn verplichtingen uit een verbintenis niet nakomt, moet aan een aantal
vereisten zijn voldaan:
1. Er moet sprake zijn van een tekortkoming.
2. De tekortkoming moet aan de schuldenaar kunnen worden toegerekend.
3. Er moet sprake zijn van schade.
, 4. Er moet sprake zijn van causaal verband tussen de tekortkoming en de
schade.
Deze vereisten vinden we terug in artikel 6:74, eerste lid. Zij worden nader uitgewerkt in de
daaropvolgende bepalingen. Wij zullen deze vereisten één voor één behandelen.
ad 1 Er moet sprake zijn van een tekortkoming
De term ‘tekortkoming’ (het tekortschieten) in de nakoming van
een verbintenis heeft een ruime neutrale betekenis. Zij omvat
alle gevallen waarin hetgeen de schuldenaar verricht in enig
opzicht ten achter blijft bij hetgeen de verbintenis vergt.
We zullen hierbij enkele onderscheidingen in gevallen
aangeven, die wij hierna nog nodig zullen hebben.
De tekortkoming kan inhouden een geheel niet presteren, een
niet tijdig presteren en een niet behoorlijk presteren. Verder kan
de tekortkoming inhouden zowel het geval dat de prestatie nog
mogelijk is, als het geval dat de prestatie blijvend of tijdelijk
onmogelijk is. We zetten dit in schema.
De term ‘tekortkoming’ is ook in die zin neutraal dat deze niet
ethisch of moreel gekleurd is; zij impliceert geen verwijt. Zij zegt,
met andere woorden, niets over de al of niet toerekenbaarheid
van de tekortkoming van de schuldenaar (het onder ad 2 te
behandelen vereiste).
In de omschrijving van het begrip ‘tekortkoming’ ligt besloten dat
de verbintenis opeisbaar is.
Dit wil zeggen dat de schuldenaar reeds tot presteren verplicht
is en de schuldeiser reeds recht heeft op de nakoming.
Meestal zal de opeisbaarheid van de prestatie uit de verbintenis
zelf blijken. Is dat niet zo, dan is onder andere artikel 6:38 van
belang.
Uit dit artikel vloeit voort dat, indien geen tijdstip voor de
nakoming is bepaald, de verbintenis direct opeisbaar is, zij het
dat een termijn moet worden gegund die redelijkerwijs nodig is
om de prestatie te vervullen. Is wel een tijdstip voor de
nakoming bepaald, dan is de verbintenis opeisbaar zodra dit
tijdstip is aangebroken.
Jan en Kees hebben een mondelinge koopovereenkomst gesloten met betrekking tot de
motorfiets van Jan. Over een tijdstip waarop de motorfiets aan Jan zal wor-den geleverd
en de koopprijs aan Kees zal worden betaald, is niets afgesproken. De beide prestaties,
het leveren van de motorfiets en het betalen van de koopprijs, zijn terstond opeisbaar,
dat wil zeggen: er moet aan beide partijen een redelijke termijn worden gegund om de
verplichting na te komen.
Miet heeft bij het damesmodebedrijf van Neeltje een avondjurk besteld. De jurk zal
afgeleverd worden op de dag van het 25-jarig huwelijksfeest van Miet, 2 maart 2017.
Betaling van de prijs van de jurk geschiedt twee weken na aflevering. Hier is wel een
tijdstip voor de nakoming opgenomen. De prestatie van Neeltje zal moeten worden
, verricht op 2 maart 2017. Zij is dan ook opeisbaar. De betaling zal geschieden twee
weken na aflevering van de jurk. Twee weken na aflevering van de jurk is de prestatie
van Mietje dus opeisbaar.
ad 2. De tekortkoming moet aan de schuldenaar zijn toe te rekenen
Dit kunnen we uit artikel 6:74 afleiden: ‘(...), tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet
kan worden toegerekend.’
Hieruit kunnen we concluderen dat we onderscheid moeten maken tussen:
- een tekortkoming die toerekenbaar is en
- een tekortkoming die niet toerekenbaar is
Het hier bedoelde onderscheid placht onder het oude recht te worden aangeduid met
de termen ‘wanprestatie’ en ‘overmacht’. Wanprestatie is een toerekenbare
tekortkoming en overmacht is een niet-toerekenbare tekortkoming. Wij zullen deze
termen afwisselend gebruiken.
De vraag is natuurlijk wanneer de tekortkoming al of niet aan de schuldenaar kan
worden toegerekend. In dit verband is van belang artikel 6:75.
In de in dit artikel aangegeven gevallen is er sprake van overmacht (niet-toerekenbare
tekortkoming) waardoor de debiteur niet verplicht is de schade te vergoeden. In artikel 6:75
worden de volgende gevallen genoemd:
1. de tekortkoming is niet te wijten aan de schuld van de debiteur.
2. de tekortkoming komt krachtens de wet, krachtens rechtshandeling of krachtens de in
het verkeer geldende opvattingen niet voor rekening van de debiteur.
Wij kunnen dan uit deze in artikel 6:75 genoemde gevallen tevens afleiden wanneer de
debiteur wel verplicht is de schade te vergoeden:
- de tekortkoming is aan schuld van de debiteur te wijten.
- de tekortkoming komt krachtens de wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende
opvattingen voor rekening van de debiteur.
ad a: De tekortkoming is aan schuld van de debiteur te wijten, indien de debiteur niet
voldoende
zorg heeft betracht om haar te voorkomen.
Jan en Piet hebben een koopovereenkomst ter zake van de twee jaar oude auto van Jan gesloten. Op de dag dat de
levering van de auto door Jan aan Piet zal geschieden, wordt de auto echter niet afgegeven. Later blijkt dat Jan die dag
de auto aan een derde heeft verkocht en geleverd. Het tekortschieten in de nakoming door Jan is te wijten aan de
schuld van Jan. Hij heeft het zich zelf in dit geval onmogelijk gemaakt om de auto aan Piet te leveren. Hij pleegt dus
wanprestatie jegens Piet.
ad b: Ook als er geen sprake is van schuld bij de debiteur kan de tekort-koming op een aantal
gronden toch aan deze worden toegerekend. Voor de toerekening van een
tekortkoming aan de debiteur krachtens de wet, zie de artikelen 6:76 en 6:77.
Kees is in dienst van Bertus, die een schildersbedrijf heeft. Bertus heeft met Janus een vereenkomst gesloten,
inhoudende dat het huis van Janus zal worden gewit. Kees wordt erop uitgestuurd om deze klus te klaren. Wegens een
gebrek aan ervaring in het mengen van de kleuren blijkt het huis niet wit maar roze uit te slaan. Bertus pleegt
wanprestatie; hij is op grond van artikel 6:76 aansprakelijk voor de tekortkoming. Hij heeft deze weliswaar niet zelf
veroorzaakt, maar hij heeft zich bij de overeenkomst laten bijstaan door een hulppersoon waarvoor hij aansprakelijk is.
De
tekortkoming wordt aan hem krachtens de wet toegerekend.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stukajay. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.