Blok 1.5, probleem 7
Leerdoelen:
- Zijn er verschillen tussen mannen en vrouwen?
- Waardoor komen die verschillen?
- Wat is het verschil tussen gender en sekse?
- Hoe ontwikkelt genderidentiteit zich bij kinderen?
Bronnen:
- Shaffer & Kipp, H.12
Sekse = de biologische identiteit van een persoon. Het gaat hierbij om de chromosomen,
fysieke manifestaties en hormonale invloeden.
Gender = een persoons sociale en culturele identiteit als man of vrouw.
Gender typing: Het proces waarbij kinderen zich bewust worden van hun gender en
het kind verwerft de motieven, de waarden en de gedragingen die
daarbij horen.
Genderidentiteit: Het idee of gevoel over je gevoel over jouw gender.
Onderdeel van gendertyping.
Gender stereotypes: Culturele gedachtes over gender.
Genderrol standaard: Dit is een waarde, een motief of een soort gedrag dat als meer
gepast wordt beschouwd voor het ene geslacht dan voor het
andere geslacht.
Expressieve rol: Deze rol wordt vaak toegeschreven aan vrouwen. Iemand met deze
rol is aardig, verzorgend, samenwerken en gevoelig voor de behoeften van anderen.
Instrumentele rol: Deze rol wordt vaak toegeschreven aan mannen. Een persoon met
deze rol is dominant, assertief, onafhankelijk en competitief.
Sekseverschillen:
- Verbaal vermogen, meisjes zijn verbaal sterker dan jongens. Meisjes verwerven en
ontwikkelen taal op een jongere leeftijd dan jongens.
- Ruimtelijk inzicht, jongens scoren op dit onderdeel beter dan meisjes, maar het
verschil is niet heel groot.
- Wiskundig vermogen, in het begin van de adolescentie scoren jongens beter op
rekenkundig redeneren dan meisjes. Toch halen meisjes vaak hogere punten voor
wiskunde, omdat meisjes gemotiveerder zijn hun wiskundige competentie te
verbeteren. Niettemin hebben jongens een beter wiskundig probleemoplossend
vermogen.
, - Agressie, jongens zijn vanaf hun tweede levensjaar verbaal en fysiek agressiever dan
meisjes. Meisjes zijn beter in andere vormen van vijandigheid, zoals het negeren van
mensen.
- Activiteit, voor de geboorte zijn jongens al fysiek actiever dan meisjes. Dit verschil is
ook te zien gedurende de kindertijd.
- Angst, verlegenheid en risico’s nemen, al in het 1e levensjaar lijken meisjes angstiger
en meer verlegen dan jongens in bepaald situaties. Daarnaast nemen meisjes ook
veel minder risico’s dan jongens. Over het algemeen blijven jongens gedurende de
kindertijd en adolescentie meet risico’s nemen dan meisjes, maar bij bepaald
risicovol gedrag, zoals roken en drinken, nemen beiden evenveel risico’s.
- Ontwikkelingskwetsbaarheid, tijdens de prenatale en perinatale ontwikkeling zijn
jongens kwetsbaarder dan meisjes voor gevaren en voor ziektes. Jongens zijn ook
gevoeliger voor ontwikkelingsproblemen zoals autisme en ADHD.
- Emotionele expressiviteit/ gevoeligheid, bij baby’s is er nauwelijks verschil te zien op
het gebied van emoties. Vanaf de peutertijd ontstaat er een verschil, jongens zijn
eerder geneigd om boze emoties te uiten, maar daarentegen uiten meisjes vaker hun
emoties dan jongens. Ouders praten vaker met hun dochters over emoties dan met
hun zonen, dit kan ervoor zorgen dat meisjes het makkelijker vinden om emoties te
uiten.
- Meegaandheid, meisjes zijn al voor de basisschool een stuk meegaander dan
jongens. Meisjes zijn veel volgzamer bij verzoeken van ouders of andere autoritaire
personen.
- Zelfvertrouwen, jongens hebben meer zelfvertrouwen dan meisjes. Dit wordt vooral
merkbaar tijdens de vroege adolescentie en gaar door tot de volwassenheid.
- Jongens gaan eerder dood doordat ze mee risico’s nemen.
Conclusie: Ook al zijn er veel verschillen te vinden tussen jongens en meisjes, er zijn
veel meer overeenkomsten dan verschillen.
Invloeden op sekseverschillen:
Self-fulfilling prophecy: Mensen zorgen ervoor dat anderen zich gedragen naar de
verwachtingen die anderen van hen hebben.
- Huiselijke invloeden: Ouders behandelen hun dochters anders dan hun zonen. Door
een bepaalde verwachting van ouders, zoals mijn dochter is slechter in wiskunde dan
mijn zoon, zal dat ook gebeuren.
- Schoolse invloeden: Ook in deze omgeving kunnen ongegronde opvatting over
cognitieve sekseverschillen bijdragen aan de kleine sekse gerelateerde
vaardigheidsverschillen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller karlijn076. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.