100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Morfologie, de woordstructuur van het Nederlands - Booij & Van Santen H1 t/m H8 $6.95
Add to cart

Summary

Samenvatting Morfologie, de woordstructuur van het Nederlands - Booij & Van Santen H1 t/m H8

 211 views  12 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek Morfologie, de woordstructuur van het Nederlands - Booij & Van Santen, hoofdstuk 1 t/m hoofdstuk 8.

Preview 3 out of 27  pages

  • No
  • H1 t/m h8
  • March 1, 2020
  • 27
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Morfologie
De woordstructuur van het Nederlands


Hoofdstuk 1. Wat is morfologie?
1.2. Basisbegrippen
1.2.1. Gelede en ongelede woorden
Woorden zijn zelfstandige eenheden van vorm en betekenis. Ze kunnen worden
onderscheiden in lexicale of inhoudswoorden en grammaticale of functiewoorden.
Functiewoorden leggen verband tussen lexicale woorden en de zinsdelen waarin ze
voorkomen.
Als we kijken naar de relatie tussen klankvorm en betekenis, maken we onderscheid tussen
woorden met een arbitraire relatie en woorden waarbij deze relatie niet volledig willekeurig
is. Het woord ‘boom’ is volledig arbitrair. Wel is afgesproken dat we dit woord gebruiken om
naar ‘bomen’ te verwijzen. Op deze manier berusten woorden op (sociale) conventie; het zijn
conventionele tekens.
Een woord als ‘appelboom’ is van betekenis niet volledig arbitrair: het woord is gemotiveerd.
Dit type gemotiveerde woorden noemen we ook wel gelede woorden, omdat de geleding in
de vorm, /ap l/ en /bom/, gepaard gaat met een bepaalde geleding in de betekenis.
In gelede woorden zijn twee of meer morfemen te onderscheiden. Vrije morfemen (lexicale
morfemen) kunnen op zichzelf voorkomen en hebben een zelfstandige betekenis en
gebonden morfemen kunnen alleen in combinatie met een vrij morfeem voorkomen.
Gebonden morfemen kunnen we onderscheiden in prefixen, suffixen en (discontinue
affixen) circumfixen. De overkoepelende term hiervoor is affixen.
1.2.2. Syntagmatische en paradigmatische morfologie
Omdat in gelede woorden twee of meer morfemen zijn aan te wijzen, zouden we morfologie
kunnen opvatten als ‘syntaxis beneden het woordniveau’, dus als morfeemsyntaxis. We
spreken van syntagmatische morfologie als we langs een horizontale lijn een geleed
woord kunnen opbouwen uit morfemen. Wanneer de betrekkingen van een geleed woord
met andere woorden, die op grond van overeenkomsten tot één paradigma behoren, een
netwerk vormen van woorden die in enig opzicht overeenkomen, spreken we van
paradigmatische morfologie. Het gaat hier om niet-syntagmatische betrekkingen, vaak
alleen om vorm en / of betekenis, zoals haven of oven.
Een type woordvorming dat paradigmatisch van aard is, is conversie: het maken van een
nieuw woord door verandering van woordsoort en betekenis, maar zonder morfologische
markering. Het gaat hier om woorden die zowel de stam van het verbum als het nomen
kunnen zijn. Een voorbeeld is ‘fiets’ of ‘douche’.
Bij flexie gaat het om de verschillende vormen van één woord (verbuiging). Dit komt onder
andere voor bij werkwoordsvormen en meervoudsvormen. Lexeem: een abstracter begrip
dan ‘woord’, waarbij we abstraheren van bepaalde verschillen in vorm en betekenis of
syntactische verbindbaarheid. Bij flexie hebben we te maken met verschillende vormen van
één lexeem en bij derivatie met verschillende lexemen.




1

,1.3. Gemotiveerde woorden en gelede woorden
1.3.1. Het belang van gelede woorden
Tokens: alle voorkomens van één woord | Types: het aantal verschillende woorden.
1.3.2. Soorten van gemotiveerdheid

Woorden
Arbitrair (gedeeltelijk) gemotiveerd
Ongeleed Vormelijk geleed Niet geleed Niet systematisch Systematisch
geleed geleed
Stoel Zuinig (ik) step Doka Kleurloos
Appel Besteden (ik) douche Limbo Onhelder
Boom Ontginnen Koekoek Halvarine Tafeltje
Leuk Sprookje Sul Macha Proefpersoon
WAO Muisgrijs


Klanknabootsingen zijn voor een groot deel conventioneel. Ook kennen we klanksymboliek.
Zo zou -ul in kul, lul, prul en sul verantwoordelijk kunnen zijn voor het negatieve of
pejoratieve betekenisaspect van deze woorden. Bovendien zijn er verkortingen, die
gedeeltelijk gemotiveerd zijn, omdat ze te koppelen zijn aan het ‘hele’ woord, maar ze zijn
niet geleed (porno, bios).
Bij letterwoorden (aids, havo) en lettergreepwoorden (beha, PvdA) is de relatie tussen
klankvorm en betekenis evenmin volkomen arbitrair. Een woord als horeca of smog lijkt een
samensmelting, waarbij begin- en eindstukjes worden gecombineerd tot één woord.
In woorden als brabo of lesbo lijkt o een suffixachting karakter te krijgen. Hoewel deze
woorden niet geleed zijn, vertonen ze wel een bepaalde mate van geleedheid, en ze zijn
zeker gemotiveerd.

1.4. Opname in het (mentale) lexicon: lexicalisatie
De betekenis van een woord is compositioneel wanneer kleinere eenheden (geleed of
ongeleed) een groter geheel (nieuw woord) vormen. Daartegenover staat een idiomatische
betekenis: gelede woorden vertonen onvoorspelbare betekenisaspecten (voetbalknie,
parkeerhulp, onleesbaar). Een geleed woord kan bij direct bij de vorming een betekenis
hebben die niet volledig bepaald is door de betekenis van de delen van de constructie. We
spreken in zo’n geval van semantische specialisatie of betekenisspecialisatie (vergelijk
tomatensoep met koninginnensoep).
Tegenover elkaar staan namen en omschrijvingen. Een naam gebruiken we om een klasse
van specifieke objecten te noemen. Woordgroepen fungeren vaak als omschrijving.
Gelede woorden die standaard in het mentale lexicon van de taalgebruiker zitten, noemen
we ook wel gelexicaliseerd. We gebruiken de term lexicalisatie voor twee, met elkaar
samenhangende verschijnselen:
- het verschijnsel dat een geleed woord onvoorspelbare, conventioneel bepaalde
betekenisaspecten kan hebben;
- en de consequentie daarvan, namelijk dat eenmaal gevormde gelede woorden met die
onvoorspelbare betekenisaspecten in het lexicaal geheugen van de taalgebruiker moeten


2

, worden opgeslagen, om ervoor te zorgen dat ze met die betekenis opnieuw kunnen worden
gebruikt.



1.5. Gevolgen van lexicalisatie
Er zijn tal van woorden die de taalgebruiker niet meer als geleed ervaart, zoals schouwburg
en potlood. We constateren hier verlies van morfologische transparantie. Een belangrijke
oorzaak hiervan is dat het grondwoord van een afleiding verloren gaat. Voorbeelden hiervan
zijn sommige werkwoorden die geprefigeerd zijn met ge-, be-, ver- of ont-. Voor deze
werkwoorden geldt dat hun grondwoord niet meer bestaat. Een argument om deze woorden
toch als vormelijke geleed te beschouwen, ligt in de vorm van de daarbij behorende voltooide
deelwoorden. Bij geprefigeerde werkwoorden ontbreekt het voltooid-deelwoordprefix.
Ook gesuffigeerde woorden kunnen hun grondwoord verliezen: akelig, dierbaar, meisje,
lelijk.



Hoofdstuk 2. Woordvorming
2.2. Morfologische relaties en processen
2.2.1. De basis
Zowel bij compositie (samenstellingen) als bij derivatie (afleidingen) worden woorden
gevormd op basis van woorden. Meestal wordt bij derivatie één woord gekoppeld met één
affix: woordgebaseerde morfologie. De woordvorming vindt dat plaats op basis van
lexemen (stam van het (werk)woord).
De vorm van de eerste persoon valt samen met de stam en wordt dus niet door een suffix
uitgedrukt. In een syntagmatische benadering wordt hiervoor het begrip nulmorfeem of
nulaffix gehanteerd.
En reeks woorden die allemaal gekenmerkt worden door een gelijk vormaspect,
corresponderend met een identiek betekenisaspect, noemen we een morfologische
categorie, bijvoorbeeld: kaal – kalig, groen – groenig, bang – bangig. De minder gelede of
ongelede woorden waarmee de corresponderen, zijn de correlaten.
Taalgebruikers zijn bij inhoudswoorden in staat de vorm-betekenissemantiek die zich
voordoet in woorden uit te breiden over nieuw materiaal: morfologische productiviteit.
Open categorieën noemen we productief en gesloten categorieën improductief.
De betekenis die leden van een morfologische categorie gemeen hebben is hun categoriale
waarde. Deze kan bepaald worden op basis van hun oppositie tot de corresponderende, niet
of minder gelede woorden. We kunnen zo’n morfologische categorie in een morfologisch
schema zetten. In het voorbeeld van groen – groenig wordt dat:
Vorm: [[X]Ai + ig]
Betekenis: ‘enigszins Ai’
Dit schema is een karakterisering van een morfologische constructie: adjectieven op -ig
afgeleid van adjectieven. Zo’n constructie geeft dus aan dat de betekenis van een bepaald
type woorden niet volledig arbitrair is: hun betekenis is gemotiveerd door de betekenis van
de morfologische constructie en de betekenis van het basiswoord.
Het begrip schema wordt algemeen gebruikt om patronen in taalbouwsels te beschrijven.
Een schema (morfologische constructie) kan ook gemaakt worden bij een samenstelling:


3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jannekeev. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.95  12x  sold
  • (0)
Add to cart
Added