100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting goederenrecht (behaald met een 10) $7.91
Add to cart

Summary

Samenvatting goederenrecht (behaald met een 10)

 15 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting voor het vak goederenrecht. Alle hoorcolleges, werkgroepen, jurisprudentie en andere relevante documenten zijn in de samenvatting verwerkt. Als je appt, kun je de samenvatting voor €5 krijgen!

Preview 4 out of 48  pages

  • Yes
  • November 14, 2024
  • 48
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Hoorcollege 1 – verhaal en voorrang algemeen

Verhaal
 Verhaal op gehele vermogen schuldenaar – 3:276 BW
- Tenzij: uitzondering op grond van overeenkomst of de wet
 Soms ook op goederen van derden
- Denk aan retentierecht (3:292 BW), bodemrecht en derdenpand/derdenhypotheek

 Paritas creditorum – 3:277 BW
- Maar: soms een vorm van voorrang die de paritas doorbreekt – 3:278 e.v. BW
- Verdelen naar evenredigheid van ieders vordering
- Behoudens door de wet erkende redenen van voorrang

- Normatieve kracht van de paritas – Unitco
 R.o. 3.3.2. – het staat derden in beginsel vrij hangende een procedure tot
faillietverklaring steunvorderingen te voldoen.
 Dat levert geen doorbreking op de van de paritas creditorum, ook niet indien de
vordering van de aanvrager van het faillissement onbetaald blijft of daarvoor geen
zekerheid wordt gesteld.
 De paritas creditorum ziet immers slechts op de gelijke behandeling waarop
schuldeisers aanspraak hebben bij de voldoening van hun vorderingen uit (de
opbrengst van) de goederen van de schuldenaar (art. 3:277 BW).

Het nemen van verhaal
1. Bevoegdheid tot nemen van verhaal?
2. Executoriale titel? – bijv. 430 Rv
3. Executoriaal beslag? – bijv. 439 Rv
4. Openbare verkoop? – bijv. 463 Rv
5. Verdeling opbrengst? – bijv. 480 Rv

Faillissement
 Toestand van hebben opgehouden te betalen – 1 Fw
 Het gehele vermogen van de schuldenaar wordt uitgewonnen – 20 Fw
 Schuldenaar verliest beheer en beschikking over zijn vermogen – 23 en 24 Fw
 Individuele beslagen vervallen – 33 Fw

Voorrang
 Voorrang vloeit voort uit pand, hypotheek, voorrecht en andere in de wet aangegeven gronden
– 3:278 lid 1 BW
- Gesloten stelsel van voorrangsrechten

Voorrecht
 Voorrechten ontstaan alleen uit de wet. zij rusten of op bepaalde of op alle tot een vermogen
behorende goederen – 3:278 lid 2 BW

Verkeersregels
 Pand en hypotheek gaan voor voorrecht – 3:279 BW
 Bijzondere voorrechten gaan voor algemene voorrechten – 3:280 BW
 Bijzondere voorrechten op hetzelfde goed zijn gelijk in rang – 3:281 lid 1 BW
 Algemene voorrechten nemen onderling rang naar gelang van plaatsing in de wet – 3:281 lid 2
BW
 Tenzij iets anders geldt

Pand en hypotheek
 3:227 lid 1 BW

,  Hoge voorrang
 Recht van parate executie. Geen executoriale titel vereist – 3:248/268 BW
 Pand- en hypotheekhouden oefenen in faillissement hun recht uit alsof er geen faillissement is
– 57 lid 1 Fw
 Zaaksgevolg
- Als een zaak wordt verkocht blijft het pand- of hyporecht in principe daarop rusten
- Zijn uitzonderingen, met name bij pandrecht, zoals 3:86 Bw. Hypo wordt ingeschreven
waardoor er vrijwel altijd zaaksgevolg is
 Prioriteit
- Eerste zekerheidsrecht is het sterkste in recht als er nog een zekerheidsrecht wordt
gevestigd op dezelfde zaak

Relativering van het belang van de paritas creditorum, voorrecht en pand en hypotheekrecht

Overig
- Mondia/Curatoren V&D
 Mondia maakt misbruik van bevoegdheid (art. 3:13 BW) door zich te onttrekken aan
de tussen V&D en een groot deel van haar overige schuldeisers getroffen regeling,
waarbij die schuldeisers offers hebben gebracht waarvan ook Mondia heeft
geprofiteerd
 Tegenwoordig de mogelijkheid om schuldeisers te binden aan een akkoord met de
WHOA

- Glencore I – nog checken, handig om dit bij studeren voor tentamen uit te zoeken

Hoorcollege 2 – pandrecht, in het bijzonder op roerende zaken

Pandrecht
- In internationale context zie je een trend van aantasting van de positie van (stil)
pandhouders
 In Nederland bijvoorbeeld de WHOA. Tijdens de afkoelingsperiode kun je je rechten
niet uitoefenen.

1. Vestigingsvereisten vuistpand
 Art. 3:84 lid 1 – titel, beschikkings- bevoegdheid, vestiging in enge zin
 jo. 3:98 – schakelbepaling
 jo. 3:236 lid 1 BW – zaak in de macht van de pandhouder of derde brengen


2. Vestigingsvereisten stil pand
 Art. 3:84 lid 1 – titel, beschikkings- bevoegdheid, vestiging in enge zin
 jo. 3:98 – schakelbepaling
 jo. 3:237 lid 1 – authentieke of geregistreerde onderhandse akte
 Onder oude BW bestond stil pandrecht nog niet. Toen was er de fiduciaire
zekerheidsoverdracht. Die vestigt niet zozeer een pandrecht op een roerende zaak,
maar draagt die over ten titel van zekerheid [hetgeen tegenwoordig strijdig is met
3:84 lid 3 BW]. De zaak bleef dan eigendom van de schuldeiser zolang de lening
nog niet is terugbetaald.

 Meijs q.q./Bank of Tokyo
1. Moet een pandakte tenminste een verklaring van de pandgever inhouden dat hij een
pandrecht vestigt?
- R.o. 3.4.2. – voor vestiging van een pandrecht is vereist dat tussen de pandgever en de
pandnemer wilsovereenstemming bestaat die strekt tot vestiging van het pandrecht (=
goederenrechtelijke overeenkomst)

, - Voldoende is dat de akte zodanige gegeven bevat dat, eventueel in onderling verband en
samenhang met andere akten of andere feiten, kan worden vastgesteld dat de akte is
bestemd tot verpanding van de erin bedoelde vorderingen [of zaken].
 Er hoeft dus geen tot verpanding strekkende verklaring van de pandgever met zoveel
woorden in de akte te zijn opgenomen!
2. Is registratie van de originele akte vereist?
- R.o. 3.3.3. en 3.3.4. – de opvatting dat het pandrecht slechts door registratie van de
originele akte tot stand kan komen, moet worden verworpen
 Registratie van een kopie kan, hetgeen uit een oogpunt van spoed gewenst kan zijn,
voldoende zijn voor registratie

Vestigingsvereisten stil pand bij voorbaat
 Art. 3:84 lid 1 – titel, beschikkings- bevoegdheid, vestiging in enge zin
 jo. 3:97 – vestiging bij voorbaat
 jo. 3:98 – schakelbepaling
 jo. 3:237 lid 1 – authentieke of geregistreerde onderhandse akte
 het pandrecht komt pas tot stand op het moment dat die zaken daadwerkelijk tot
jouw vermogen behoren. Je verricht dus eerst de vestigingshandeling en pas
wanneer de zaak in het vermogen van de pandgever komt ontstaat het pandrecht.

Voorbehouden stil pandrecht
 Art. 3:81 lid 1 BW: voldoen aan vereisten overdracht goed en vereisten vestiging pandrecht op
goed;
 Vanuit dogmatisch oogpunt een vreemde figuur  vgl. 3:82 lid 1 sub e BW (vermenging)

 Vereisten voor vestiging:
- art. 3:84 lid 1 BW – Titel
- j° 3:98 BW – Bes.bev
- j° 3:237 lid 1 BW – Authentieke of geregistreerde onderhandse akte
----------------------
- Vereisten voor overdracht (3:84 lid 1 BW) – Titel;
– Bes.bev.;
– Leveringshandeling (3:90 lid 1 BW)
 Je draagt een zaak dan over onder voorbehoud van een pandrecht, waardoor een
koper een met pandrecht bezwaarde zaak krijgt. Dat pandrecht op de geleverde
zaak houd je ten gunste van jezelf. De volledige eigendom komt dus niet terecht
bij de verkrijger, maar iets dat bezwaard is met een pandrecht.

Wat als er zowel stil pandrecht bij voorbaat is gevestigd op een goed, maar dat goed ook wordt
geleverd onder voorbehoud van een stil pandrecht? – Potharst/Serrée
- R.o. 3.6.4. – Ingeval van eigendomsovergang onder voorbehoud van pandrecht, wordt een
recht verkregen dat van meet af aan met het pandrecht is belast. Dat pandrecht is immers
bij de oorspronkelijke rechthebbende blijven berusten zodat de verkrijger geen pandrecht
heeft kunnen vestigen dat als eerder gevestigd zou moeten worden aangemerkt. Door de
verkrijger gevestigde pandrechten werken dan ook niet tegen een pandhouder die zijn
pandrecht had voorbehouden, ook niet indien de verkrijger het pandrecht eerder, bij
voorbaat, zou hebben gevestigd.

Derdenbescherming
 Derdenbescherming pandhouder tegen beschikkingsonbevoegdheid pandgever: art. 3:238 BW;
- bij stil pandrecht geen bescherming (zolang het stil blijft);
- omzetting in vuistpand peilmoment goede trouw;
- rangwisseling: art. 3:238 lid 2 BW.
- diefstal – 3:238 lid 3 BW
 Derdenbescherming tegen een pandrecht: art. 3:86 lid 2 BW.

, - Diefstal – 3:86 lid 3 BW
 3:86 BW speelt bij overdracht van een zaak, 3:238 BW bij vestiging van een
pandrecht!

Executie
 Toe-eigeningsverbod (art. 3:235 BW)
- uitzondering bij fzo-pandrecht (art. 7:54 BW)
 Bij stil pandrecht kan afgifte worden gevorderd (art. 3:237 lid 3):
- mits: (dreigend) tekortschieten pandgever.
 Bevoegdheid tot verkoop (art: 3:248):
- mits: verzuim
 Openbare verkoop (art. 3:250), tenzij:
- voorzieningenrechter anders bepaalt (art. 3:251 lid 1); of
- overeenstemming met pandgever, nadat pandhouder bevoegd tot verkoop is geworden
(art. 3:251 lid 2 BW).
 vb. HR 14 februari 2014, NJ 2014/264 (Feenstra q.q./ING)
 Pandhouder voldoet zich uit opbrengst (art. 3:253), verplichting tot afdracht overwaarde


Positie pandhouder bij executie door een ander
 Executie door lager gerangschikte pandhouder of beslaglegger: het hoger gerangschikte
pandrecht blijft op het goed rusten (art. 3:248 lid 3 BW)
 Mogelijkheid tot overname als executie (art. 461a Rv.)
 Executie door hoger gerangschikte pandhouder: lager gerangschikte pandhouder deelt mee bij
de verdeling van de opbrengst (art. 3:253 lid 1 BW)
 Wat als het pandrecht vervalt door derdenbescherming? – De Jong/KBC – lastig!
- I. Hoger gerangschikte schuldeiser executeert verpande zaak:
 art. 480 (551) Rv: (lagere) pandhouder geldt bij de verdeling als beperkt gerechtigde
wiens recht door executie is vervallen;
- II) Lager gerangschikte schuldeiser executeert verpande zaak:
 art. 3:248 lid 3 BW; (hogere) pandrecht blijft in principe bestaan… tenzij
derdenbescherming (3:86 lid 2 BW)
 Men lette er verder op dat deze bepaling [3:248 lid 3 BW] ziet op het geval waarin
sprake is van enerzijds een beslaglegger of een lager gerangschikte pandhouder en
anderzijds een hoger gerangschikte pandhouder, maar niet op het geval van een
pandhouder die verkoopt als beslaglegger zonder melding te maken van zijn
pandrecht. Dit laatste was de situatie in HR 28 februari
2014 ECLI:NL:HR:2014:440 (Scheepvaartbedrijf De Jong/KBC).

Overig
 De Liser de Morsain/Rabobank

Hoorcollege 3 – pandrecht op vorderingen (I)

Vestiging pandrecht op vorderingen
 Voorvereiste: uitsluitend overdraagbare vorderingen zijn vatbaar voor verpanding: art. 3:228
BW
 Overdraagbaarheid of ‘verpandbaarheid’ van vorderingen kan contractueel worden
uitgesloten: art. 3:83 lid 2 jo 3:98 BW
- HR 17 januari 2003, NJ 2004/281 (Oryx/Van Eesteren)
 R.o. 3.4.2. – Art. 3:83 lid 2 BW brengt immers mee dat de overdraagbaarheid van een
vordering kan worden uitgesloten door een beding als hier tussen [A] en [B] is
gemaakt. Anders dan het onderdeel betoogt, levert een overdracht in strijd met zo'n
beding niet slechts wanprestatie van de gerechtigde tot de vordering tegenover zijn

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joor. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.91. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.91
  • (0)
Add to cart
Added