Deze uitgebreide samenvatting van hoofdstuk 1 t/m 10 van het boek Fitnesstrainer van NL Actief biedt een compleet overzicht van de belangrijkste tentamenstof voor het fitnesstrainer-examen. De samenvatting behandelt essentiële onderwerpen zoals klantbegeleiding, functionele anatomie, trainingsleer...
Hoofdstuk 1
Verschillende categorieën sporters:
- De bodyshaper - sport voor grotere spieren
- De sociale sporter - sport puur voor de gezelligheid
- De liefhebber - vindt sport gewoon fantastisch en zit daardoor goed in zijn vel
- De onderhoudswerker - sport omdat hij vindt dat dit moet ter compensatie voor iets
anders
- De doelgerichte sporter - sport om iets anders te bereiken (gezondheid, uiterlijk)
- De volger - die door iemand anders ooit is begonnen en er niet meer mee stopt
De rollen van de instructeur
- Rol als planner
- Rol als organisator
- Rol als instructeur
- Rol als evaluator
- Rol als gastheer/vrouw
Communicatie vindt plaats in een aantal stappen: coderen, boodschap en kanaal en
decoderen.
Stijlen van lesgeven
- Taakgericht: Rol als instructeur, je legt aan anderen uit wat en hoe ze dingen
moeten doen.
- Relatiegericht: Je rol als gastheer, je legt contact met anderen, schenkt aandacht
aan een ander.
Typen les- en leidinggeven in sport:
- Directieve leiding - Hier bepaalt de instructeur wat er gebeurt, wordt niet afgeweken
van de regels. Autoritaire vorm van lesgeven. Geen samenspraak, houdt strak vast
aan de lesvoorbereiding en speelt niet in op wat er in de groep gebeurt.
Eenrichtingsverkeer.
- Communicatieve leiding - Wel samenspraak tussen lesgever en klant. Er wordt
overlegd over de inhoud van de les, lesgever hoeft hier niet mee akkoord te gaan..
Geen strakke lesplanning, kan inspelen op wat er in de groep gebeurt.
Tweerichtingsverkeer tussen lesgever en groep.
- Participerende leiding - Nog meer overleg tussen lesgever en groep. Besluit samen
wat er in de les gaat gebeuren. Evenredige verhouding omtrent besluitvorming.
Lesgever is meer begeleider dan leider.
- Laissez faire, laat maar gaan stijl. Hier wordt het initiatief volledig aan de groep
overgelaten. De lesgever vindt het allemaal goed en neemt een afwachtende
houding aan.
Informele leiders: Klanten die in een groep heel dominant zijn en de rest van de groep
sterk beïnvloeden. De formele leider is de instructeur.
1
,Irritatie in de les kan veroorzaakt worden door:
1. Gebrek aan voorbereiding, de organisatie is rommelig, onnodige onderbrekingen,
materiaal staat niet klaar etc. Keuze van de oefenstof is verkeerd omdat deze niet
aansluit bij de groep.
2. Je presentatie, je bent niet te verstaan, de muziek staat te hard. Je hebt een
passieve houding.
3. Externe omstandigheden, je microfoon doet het niet, de muziek hapert, de airco
doet het niet.
Het stellen van doelen is een van de meest belangrijke en wetenschappelijk onderbouwde
strategieën om gedrag te veranderen of te behouden.
● Zelf-effectiviteitsverwachtingen: Verwachtingen van een persoon om een
specifieke activiteit te kunnen volbrengen. (bijv. stoppen met roken of volhouden van
training)
● Resultaatverwachtingen: Uitkomsten van het specifieke gedrag: welk resultaat
denkt de persoon met dit gedrag te kunnen bereiken. (bijv. door regelmatig te trainen
val ik af of leef ik langer).
● Resultaat waardering: Hoe de persoon de te verwachten uitkomsten waardeert. Als
iemand verwacht door PT af te kunnen vallen en dit belangrijk vindt dan is de kans
op blijven trainen groter.
Vier elementen van zelf-effectiviteit van meest naar minst invloedrijk:
1. Je eigen ervaringen met het specifieke gedrag in het (recente) verleden.
2. Observeren van anderen die succesvol het specifieke gedrag uitvoeren.
3. Een uitleg of motivatie van een ander dat je het gedrag kunt uitvoeren.
4. Je eigen ervaringen van fysiologische aard (zoals zweten bij inspanning).
Drie typen doelen:
1. Resultaatdoelen > meetbaar > 12 kg afvallen in 12 weken
2. Procesdoelen > gedragingen > 2 keer per week trainen
3. Prestatiedoelen > rennen marathon
Doelen kun je SMART maken.
2
,Hoofdstuk 3
Bewegingsapparaat: Skelet, gewrichten en spieren.
Twee systemen:
- Skelet -> botten, gewrichten en banden
- Spierstelsel -> spieren en pezen etc.
Het skelet is het passieve bewegingsapparaat, bestaat uit 206 botstukken en heeft de
volgende functies:
1. Vorm geven aan het lichaam
2. Steun geven aan het lichaam
3. Aanhechtingsplaats voor spieren, pezen en banden
4. Geeft mogelijkheid tot bewegen
5. Geeft bescherming aan de organen
Bot bestaat uit:
- Kalk
- Fosforzouten
- Fluor (mineralen) > nodig om botweefsel te harden
- Lijmstoffen > zorgt voor stevigheid en soepelheid
Verhouding lijmstoffen en mineralen veranderen in de loop der jaren, baby veel lijmstoffen.
Botten groeien onder invloed van groeihormonen.
Lengtegroei: vermeerdering van kraakbeencellen aan de ene kant en aan de andere kant
verbening van het kraakbeen. Dit gebeurt in de epifysair of groeischijven die zich aan de
uiteinden van botten bevinden en verdwijnen wanneer de lengtegroei is voltooid.
Breedtegroei: verbening van het beenvlies (periost) aan de buitenkant en wegvreten van
het botweefsel aan de binnenkant (aan de wanden van de mergholte).
Door gewichtsdragende lichaamsactiviteiten ontstaat er druk op de botten en zal de
botdichtheid toenemen. Botten worden dus steviger.
Fitness heeft dus een gunstige uitwerking bij oudere mensen met osteoporose
(botontkalking). Kinderen mogen niet te zwaar belast worden om beschadiging van
groeischijven te voorkomen.
Spieren hechten vast aan botstukken.
Wervelkolom heeft van de zijkant een S-vorm.
Lordose: Een bocht naar voren, de holling in de wervelkolom.
Kyfose: Een bocht naar achteren, de bolling in de wervelkolom.
Scoliose: Zijwaartse bocht of kromming -> afwijkingen.
Pagina 56 en 57 doornemen.
3
, Botverbindingen:
1. Botweefsel Verbindingen: Het ene botstuk is aan de andere vastgegroeid door
middel van botweefsel, bijvoorbeeld: schedel.
2. Kraakbeenweefsel Verbinding: Botstukken zijn vergroeid door middel van
kraakbeenweefsel. Bijvoorbeeld: overgang van het borstbeen naar de ribben.
3. Bindweefselverbinding: Botten zijn vergroeid door middel van bindweefsel.
Bijvoorbeeld: Verbinding, darmbeen en heiligbeen.
4. Gewricht (articulatio): Bij gewrichten zit het ene botstuk niet vast aan het andere
maar zit er ruimte tussen, hierdoor ontstaat beweeglijkheid. Bijvoorbeeld: schouder,
elleboog, knie.
In een rond gewricht zitten vaak dezelfde onderdelen:
1. Botstukken
2. Caput > kop
3. Cavum > kom
4. Facies articularis > gewrichtsvlak
5. Ligamenta > gewrichtsbanden
6. Capsula articularis > gewrichtskapsel
7. Synovia > gewrichtsvocht
8. Bursa > slijmbeurs > ter bescherming van weke delen die over het bot bewegen
vaak maar niet altijd kom je deze tegen:
9. Meniscus, labrum -> kraakbeenschijf met als functie gewrichtsvlakken beter op
elkaar laten passen.
De kop en kom moeten bij elkaar gehouden worden door:
- Spieren die over het gewricht lopen
- Gewrichtsbanden om het gewricht
- Het gewrichtskapsel
- Onderdruk binnen het kapsel
Hierdoor ontstaat beweeglijkheid en stabiliteit.
Pagina 59 doornemen.
Gewrichtsvormen:
1. Scharniergewricht en rolgewricht:
- Bevat 1 as van bewegen
- Bijv. ellebooggewricht
2. Zadelgewricht:
- Bevat 2 assen van bewegen
- Bijv. basisgewricht duim en radius
3. Kogelgewricht:
- Bevat 3 assen van bewegen
- Bijv. heupgewricht
Passieve stabiliteit: wordt gevormd door de kapsels en banden die botstukken bij elkaar
houden en het gewricht sturen in de bewegingen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nienke-dijkhuizen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.45. You're not tied to anything after your purchase.