LECTURE 1:...........................................................................................2
VOORBEELD VAN DE PARADOX:...................................................................................... 9
1. Definitie van Organisaties
Presentatie: Organisaties worden gepresenteerd als complexe sociale entiteiten,
gericht op doelen en gestructureerd in hun activiteiten. Er zijn verschillende manieren
om organisaties te beschrijven, zoals die van Chester Barnard ("systemen van
gecoördineerde persoonlijke activiteiten").
PDF-artikelen: In het artikel van Mumby en Plotnikof wordt ook besproken dat
organisaties niet enkel structuren zijn, maar dynamische plekken waar macht en verzet
een cruciale rol spelen.
2. Macht en Verzet
Presentatie: Organisaties worden gepositioneerd als arena’s van machtsstrijd, waar
verschillende belanghebbenden strijden om invloed en controle.
PDF-artikelen: Het hoofdstuk van Mumby en Plotnikof gaat dieper in op de relatie
tussen macht en verzet binnen organisaties, met nadruk op hoe werknemers zich
verzetten tegen controlemechanismen en hoe dit de machtsdynamiek in organisaties
beïnvloedt. Ze bespreken ook hoe macht zich heeft ontwikkeld van traditionele
vormen (zoals Taylorisme) naar meer subtiele vormen van controle in het neoliberale
kapitalisme.
3. Fordisme vs. Post-Fordisme
Presentatie: Hoewel niet expliciet in de presentatie benoemd, is dit een belangrijk
concept voor het begrijpen van de historische context van macht in organisaties.
PDF-artikelen: In het artikel van Mumby wordt het verschil tussen Fordisme
(gecentraliseerde controle over de productiewerkers) en Post-Fordisme (flexibiliteit en
decentralisatie) uitgelegd. Dit is cruciaal om te begrijpen hoe macht en verzet binnen
moderne organisaties zijn veranderd.
4. Theorie en Praktijk
Presentatie: De cursus legt nadruk op het belang van theorie voor het begrijpen van
organisaties, en hoe deze theorieën toegepast kunnen worden in de praktijk.
PDF-artikelen: Bartunek et al. benadrukken hoe belangrijk het is dat
managementonderzoek niet alleen wetenschappelijk solide is, maar ook interessant en
relevant voor de praktijk.
Belangrijk voor je tentamen:
1. Begrijp de kernconcepten: Zorg dat je goed weet wat bedoeld wordt met macht en
verzet binnen organisaties en hoe deze concepten zich ontwikkelen door de tijd heen
(Fordisme vs. Post-Fordisme).
2. Link theorie aan praktijk: Zoals benadrukt in de presentatie en de artikelen, is het
belangrijk om theoretische concepten zoals macht, verzet, en organisaties als
dynamische processen te koppelen aan actuele voorbeelden en praktijkgevallen.
3. Denk aan de grote thema's: Focus op de bredere implicaties van macht en
organisatie, vooral hoe verschillende theorieën hierover kunnen helpen bij het
analyseren van hedendaagse problemen zoals globalisering, klimaatverandering en
technologische veranderingen.
,Kernpunten
Authority Based organizatios: Formele organisaties en hiërarchieën in controle mechanismen
– klassieke bureaucratie
Effientie : Sommige organisaties leggen de druk op efficiëntie- Nadruk ligt hier op meten van
prestaties zoals Taylorisme
Normative controle: Het sturen van gedrag van medewerkers door normen, waarden ipv
directe controle. Controle door middel van culture normen.
Sociale controle in organisaties:
Mechanisme die ervoor zorgen dat werknemers zich houden aan de normen en waarden van
het bedrijf. Controle wordt uitgevoerd door middel van ‘discipline’ en ‘Normalisatie’.
Er zijn twee vormen van controle:
1. Harde dwang (formele controle): regelgeving, procedures en sancties. Max weber is hier
een voorbeeld van
2. Zachte dwang (Informele controle) : Socialisatie processen, normen en waarden. Schein
beschrijft hoe cultuur functioneel is als informele controle. Informele controle werkt door
sociale normen en subtiele druk uit te oefenen.
Max Weber (1864-1920)
Rationalisatie gaat over hoe de moderne samenleving steeds meer georganiseerd wordt op
logische berkenbare manier. Meer regels om dingen te regelen en minder ruimte voor
spontaniteit. Dit zie je ook terug in de bureaucratie waarin alles vast ligt in regels en waar
mach gebaseerd is op formele processen.
Weber onderscheid 3 soorten gezag.
1. Traditioneel gezag: mensen volgen iemand omdat dit altijd zo is geweest. Bijv. koning
2. Charismatisch gezag: Mensen geloven je omdat je bepaalde kwaliteiten hebt. – Nelson
Mandela
3. Rationeel gezag: Mensen volgen de regels en autoriteiten omdat ze gebaseerd zijn p wetten
en logica. – Bureaucratie bijv want daar gaat alles volgens regels. Rationeel legaal gezag is
daarin belangrijk omdat in de BCT beslissingen worden genomen ob formele regels en
kennis, niet wie je kent, geen vriendjes politiek meer. BCT is efficiënt want de regels en
procedures zijn duidelijk voor iedereen, maar er is ook geen spontaniteit en flexibiliteit meer.
Webers ‘ideaal type’ is om BCT te begrijpen maar die bestaat niet. Weber waarschuwde zelf
ook al dat het systeem onbedoelde negatieve gevolgen kan hebben. Weber benadrukte dat
rationaliteit, en niet efficiëntie, centraal staat bij het begrijpen van organisaties. Volgens hem
functioneren organisaties niet alleen om maximale efficiëntie te bereiken, maar worden ze
geleid door rationele principes, waar regels, normen en procedures het gedrag sturen. Kortom,
het ideaaltype is een analytisch hulpmiddel dat we kunnen gebruiken om te begrijpen hoe
een fenomeen in theorie zou moeten functioneren, zodat we de realiteit hiertegen kunnen
afzetten.
Henri Fayol's "Span of Control"
Span of Control verwijst naar het aantal mensen dat direct aan één manager
rapporteert in een hiërarchie. Hoe meer mensen er onder een manager vallen, hoe
groter de "span of control" is. Een kleinere groep onder één manager betekent een
smallere span of control.
, Negatieve kanten van de BTC:
- Red tape: het te strikt naleven van regels kan processen verstoren
- Iron Cage: Webers term hoe mensen opgesloten kunnen raken in een organisatie vol regels.
- Vermeerdeing: Verlies van eigen controle door regels.
Fredrick Taylor (1856-1915):
Is de grondlegger van het scientific management ook wel het ‘taylorisme’ genoemd. Hj
bedacht een systematsche benadering om de productiviteit van arbeiders in de industriele
sector te verhogen. Dit deed hij door taken te analyseren en te standaardisere. Gebaseerd op
de time and motion studies.
Weber was bekend met Taylor, maar andersom niet. Weber gebruikte sommige pricipes van
taylor.
2. Theorie van Scientific Management
Het scientific management-perspectief dat Taylor ontwikkelde, gaat uit van de
veronderstelling dat werk en organisaties op een rationele, "wetenschappelijke"
manier ontworpen en ontwikkeld kunnen worden. Dit omvat:
o Het trainen van arbeiders om taken zo efficiënt mogelijk uit te voeren.
o Het opdelen van werk in gespecialiseerde taken.
o Het creëren van duidelijke hiërarchieën en controleketens.
Taylor voerde experimenten uit om te bepalen hoe lang elke taak duurde en welke
bewegingen het efficiëntst waren. Dit leidde tot de introductie van tijds- en bewegingsstudies,
zoals geïllustreerd in de dia met beelden van arbeiders. Het doel was om de productietijd te
verkorten en de productiviteit te maximaliseren door elke taak zo precies en efficiënt mogelijk
te organiseren.
4. Hawthorne Experiment en de Sociale Kant van Productiviteit
In de laatste dia wordt het Hawthorne-experiment genoemd, dat in de jaren 1930
werd uitgevoerd. Dit experiment liet zien dat productiviteit niet alleen toenam door
fysieke aanpassingen, maar ook doordat werknemers aandacht kregen. Dit staat
bekend als het Hawthorne-effect: wanneer mensen het gevoel hebben dat ze worden
opgemerkt of belangrijk worden geacht, verbeteren hun prestaties.
Het toont aan dat, naast de rationele en wetenschappelijke aanpak van Taylor,
de sociale omstandigheden en de morele houding van de arbeiders ook een
belangrijke rol spelen in het verbeteren van de efficiëntie.
Conclusie:
Taylor's scientific management legt de nadruk op het optimaliseren van productiviteit door
middel van systematische en wetenschappelijke benaderingen, zoals tijd- en
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xmaudverstappen123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.03. You're not tied to anything after your purchase.