H1, h2, h3, h4, h5, h7, h8, h12 tot §12.4
March 2, 2020
80
2019/2020
Summary
Subjects
europees recht
staatsrecht
strafrecht
hbo rechten
sjd
jurisprudentie
hanzehogeschool
groningen
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
HBO Rechten
Inleiding in het Publiekrecht
All documents for this subject (14)
8
reviews
By: myladijkstra • 1 year ago
By: selinaellerie2002 • 3 year ago
By: karinahoekstra • 3 year ago
By: biekeamse • 3 year ago
By: ninaspoor • 3 year ago
By: salihazbir • 3 year ago
By: isabelveer • 3 year ago
Translated by Google
Very clear summary, very long
Show more reviews
Seller
Follow
nienkenieland
Reviews received
Content preview
Praktisch Europees recht
Hoofdstuk 1 Europese Unie
1.1 Internationaal recht
Als personen of rechtspersonen afspraken met elkaar maken, stellen zij een contract op volgens de
nationale wet. Als staten een afspraak met elkaar willen maken, geldt niet het recht van de plek waar de
regeringsleiders met elkaar vergaderen. Zij maken afspraken op grond van het internationaal recht. Dit
rechtsgebied regelt alle betrekkingen tussen staten. De afspraken worden meestal in een verdrag
vastgelegd. Een belangrijk beginsel binnen het internationale recht is het beginsel van
staatssoevereiniteit.
1.1.1 Staatssoevereiniteit
Staatssoevereiniteit: de overheid heeft de ultieme beslissingsbevoegdheid op het grondgebied van de
staat en is de enige die wet- en regelgeving kan opstellen. Dit betekent dat andere staten niet kunnen
bepalen hoe Nederland zijn regelgeving vormgeeft; deze macht ligt alleen bij de nationale overheid. Deze
macht kan op twee manieren worden beperkt: de soevereiniteit kan vrijwillig worden overgedragen of
onvrijwillig worden beperkt.
Soevereiniteit overdragen
Wanneer de staat (een gedeelte van) de beslissingsbevoegdheid overdraagt aan bijvoorbeeld een
internationale organisatie, kan de staat niet meer zelf alle regels stellen, maar accepteert dat een
organisatie hoger en gezaghebbender is dan de staat zelf.
Omdat staatssoevereiniteit heel belangrijk is voor het functioneren van de staat, zullen staten hun
beslissingsbevoegdheid over het algemeen alleen overdragen als dit het belang van het land dient en
bijdraagt aan het welzijn van zijn inwoners.
Soevereiniteit onvrijwillig beperkt
Als een staat wordt binnengevallen door een ander land en dat andere land de macht overneemt, is de
beslissingsbevoegdheid van de aangevallen staat beperkt. De overheersende staat neemt vanaf dat
moment alle beslissingen. Dit kan door militair ingrijpen van een onafhankelijke staat gebeuren, maar ook
door een mandaat dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft afgegeven om een land binnen te
vallen (Irak en Afghanistan).
1.1.2 Internationale organisaties
Staten kunnen een samenwerkingsverband aangaan, maar ook personen kunnen gezamenlijk een
internationale organisatie oprichten. Er zijn dan ook twee soorten organisaties:
1. Gouvernementele organisaties;
2. Non-gouvernementele organisaties.
Gouvernementele organisaties
Gouvernementele organisatie: een samenwerkingsverband tussen staten. De oprichting van zo’n
organisatie gebeurt in een verdrag; in dat verdrag vermelden de lidstaten de doelstellingen en de
middelen die de organisatie heeft. Een internationale organisatie biedt staten de mogelijkheid om samen
te werken op een bepaald beleidsterrein.
Staten kunnen bij het oprichten van een organisatie kiezen of en hoeveel soevereiniteit ze afstaan aan
deze organisatie. Als lidstaten geen soevereiniteit afstaan, wordt de organisatie een
intergouvernementele organisatie genoemd. Als lidstaten wel beslissingsbevoegdheid afstaan aan de
organisatie, is er sprake van een supranationale organisatie.
Meestal richten staten een intergouvernementele organisatie op. Lidstaten geven in dat geval maar
weinig macht aan de organisatie, omdat ze zelf willen blijven bepalen wat er gebeurt. De
staatsoevereiniteit wordt dan niet of maar een klein beetje overgedragen. Alle beslissingen worden
hoofdzakelijk door de staten gezamenlijk genomen.
1
,Non-gouvernementele organisaties
Ook een groep personen kan een internationale organisatie oprichten. Een non-gouvernementele
organisatie, een ngo, is onafhankelijk van staten en heeft vaak een ideële doelstelling (Rode Kruis, WNF).
Een ngo hoeft niet internationaal te zijn.
1.2 De EU en haar doelstellingen
De huidige Europese Unie begon van het EGKS-verdrag. Op dit moment gelden de volgende twee
verdragen:
• Het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU);
• Het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VwEU).
Daarnaast is het Handvest van de grondrechten van kracht. In het verdrag betreffende de Europese Unie
staan in art. 3 de doelstellingen van de EU opgesomd. Subparagraaf 1.2.1 licht de belangrijkste
doelstellingen kort toe: vrede en welzijn, vrijheid en veiligheid, de interne markt, de monetaire unie en
het mensenrechtenbeleid.
2
,1.2.1 Vrede en welzijn
Het gevolg van de verregaande samenwerking tussen de lidstaten van de EU is dat de economieën van de
Europese staten nauw met elkaar verwerven. Dit heeft ervoor gezorgd dat het welvaartniveau in de
afgelopen decennia is gestegen. Eventuele conflicten tussen lidstaten worden binnen de EU op
diplomatieke wijze opgelost, wat ervoor heeft gezorgd dat er tussen de Europese lidstaten geen oorlog
meer is geweest. Daarbij komt dat lidstaten economisch afhankelijk van elkaar zijn.
1.2.2 Vrijheid en veiligheid
Burgers van de EU mogen over het algemeen in alle lidstaten verblijven om te werken, te studeren of te
genieten van hun pensioen. Vrij verkeer van personen heeft echter ook vrij verkeer van criminaliteit tot
gevolg. Met open grenzen is het immers gemakkelijker voor criminele organisaties, zoals
vrouwenhandelaren, om hun activiteiten uit te oefenen. De EU zorgt daarom voor beleid dat het mogelijk
maakt om overal te werken en te verblijven, maar ook voor regels die de grensoverschrijdende
criminaliteit bestrijden.
1.2.3 Interne markt
De interne markt maakt het mogelijk dat er steeds meer gehandeld wordt tussen bedrijven die in de
lidstaten zijn gevestigd, dat er steeds meer personen over de grens gaan werken en dat iedereen overal in
de EU kan investeren. De bedoeling is dat de nationale markten steeds meer geïntegreerd worden tot één
interne markt. Deze markt is dan een ruimte zonder economische grenzen en belemmeringen waar het
economisch verkeer zich zo vrij mogelijk kan bewegen.
1.2.4 Monetaire unie
Een gemeenschappelijke munt brengt de lidstaten nog dichter bij elkaar. Een groot aantal lidstaten is
daarom overgestapt op de euro. Niet alle lidstaten van de EU hebben de euro als nationale munt. Dit
komt soms omdat landen zelf niet willen toetreden tot de eurozone. In andere gevallen komt het doordat
er bepaalde voorwaarden zijn waaraan de lidstaten niet voldoen. Er zijn bijvoorbeeld allerlei eisen op het
gebied van prijsstabiliteit, overheidsfinanciën en rentepercentages.
De Europese Centrale Bank is verantwoordelijk voor het monetaire beleid. Het is belangrijk dat alle
landen blijven voldoen aan de gestelde eisen, want de euro moet een stabiele koers behouden.
1.2.5 Extern mensenrechtenbeleid
De Europese Unie heeft in art. 2 VEU een belangrijke plaats ingeruimd voor de bescherming van de
mensenrechten. Ook een democratische samenleving en een rechtsstaat worden genoemd als
fundamentele begrippen voor de lidstaten. Vanwege het belang van de mensenrechten in de EU, wordt
3
, de Europese Unie, naast een economisch samenwerkingsverband, steeds vaker bestempeld als een
waardengemeenschap.
1.3 Interne markt
De overheid is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de nationale economie. Groei is belangrijk,
want groei draagt bij aan de welvaart in een land. Als het minder goed gaat, heeft de overheid
economische instrumenten (subsidies, importheffing) om de economie te stimuleren. Doordat we in de
EU een interne markt hebben, is de overheid niet vrij om elke maatregel te nemen die zij wenst.
Met de interne markt als Europese doelstelling kunnen lidstaten echter niet meer met economische
instrumenten de nationale economie beschermen. Door regelgeving die tot doel heeft de interne markt
te bewerkstelligen hebben lidstaten een beperkte bandbreedte om maatregelen vast te stellen die de
eigen economie stimuleren. Het beschermen van de nationale economie (ook wel protectionisme
genoemd) is nadelig voor de interne markt in zijn geheel en is daarom verboden.
Let op: de interne markt en de monetaire unie zijn twee verschillende onderdelen van de EU. De
monetaire unie is optioneel, maar de interne markt is een onlosmakelijk onderdeel van de EU.
1.3.1 Onderdelen interne markt
De interne markt bestaat voornamelijk uit de volgende drie onderdelen:
1. Vrij verkeer;
2. Staatssteun;
3. Mededinging.
Europese wetgeving zorgt ervoor dat steeds meer belemmeringen op deze drie gebieden verdwijnen.
Ad 1 Vrij verkeer
Het beginsel van vrij verkeer betekent dat de handelsstroom tussen lidstaten niet belemmerd mag
worden. Een lidstaat kan bijvoorbeeld niet meer verbieden dat een product uit een andere lidstaat
verkocht wordt.
Naast het vrij verkeer van goederen bestaat de interne markt ook uit het vrij verkeer van diensten,
personen en kapitaal.
Ad 2 Staatssteun
De overheid kan in plaats van het verbieden van de invoer ook subsidies verstrekken aan nationale
producenten. Met zo’n subsidie is het mogelijk voor een bedrijf om goedkoper te produceren.
Ad 3 Mededinging
Niet alleen de overheid kan de interne markt belemmeren, ook bedrijven kunnen met hun marktgedrag
de interne markt verstoren. Zo kunnen ze prijsafspraken met elkaar maken waardoor alle consumenten te
veel betalen. Dit noemen we kartelvorming. De consument kan dan niet meer kiezen op basis van de
laagste prijs, want de prijs is hetzelfde. Kartelvorming is dan ook verboden in de EU.
1.3.2 Voor- en nadelen interne markt
Het ontstaan van één Europese markt heeft grote invloed op de economieën van de lidstaten. Een interne
markt levert veel voordelen op, maar ook nadelen.
Voordelen
• Het welvaartniveau zal stijgen. Zonder de belemmeringen die lidstaten creëren om de nationale
economie te beschermen, kunnen bedrijven gemakkelijker over de grens handeldrijven. De
afzetmarkt van bedrijven wordt daardoor groter, waardoor meer economische activiteit mogelijk
is.
• Een uitbreiding van de keuzemogelijkheden. Consumenten worden in de winkels geconfronteerd
met nieuwe producten of andere merken uit andere lidstaten.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nienkenieland. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.58. You're not tied to anything after your purchase.