Samenvatting van H11, H3, H7, h6, H13, H8, H9 van Psychologie de Basis. Beschrijft sociale psychologie met concepten als situationisme, groepsdenken, attributiefouten, denkfouten, de beloningstheorie, etc. Beschrijft ook attitudes en veranderingen in attitudes.
Pdb 4:
Inhoud
Week 1: attitudes en denkfouten............................................................................2
H11: sociale psychologie..................................................................................... 2
Sociale rollen:................................................................................................... 2
BELONINGSTHEORIE............................................................................................ 4
Cognitieve attributies maken:..........................................................................6
Vooroordeel en discriminatie:...........................................................................7
H3 Sociaal denken:.............................................................................................. 8
H7: attitudes en attitudeverandering................................................................11
3 verschillende attitudes:............................................................................... 11
Attitudeverandering:...................................................................................... 12
Attitude actief veranderen:............................................................................ 13
CASUSSEN DENKFOUTEN:.............................................................................. 15
Kennisclips week 1:........................................................................................... 17
Een attitude:.................................................................................................. 17
Denkfouten:................................................................................................... 18
Week 2: Vooroordelen en stereotypen en invloed socials..................................19
H6: COGNITIEVE DISSONANTIE.......................................................................19
Verschuiving in denken tijdens keuzes:..........................................................19
Dissonantie in verschillende culturen:............................................................20
Nieuwe inzichten in en uitbreidingen van de cognitieve dissonantietheorie:. 22
H13: vooroordelen: oorzaken en oplossingen....................................................22
Vooroordeel:................................................................................................... 22
Het opsporen van onderdrukte/onbewuste vooroordelen:.............................23
Vooroordelen oorzaken:.................................................................................. 25
Het terugdringen van vooroordelen:..............................................................26
Kennisclips week 2:........................................................................................... 27
Invloed op ons denken door socials:..............................................................28
Week 3: groepsprocessen > invloed in sociale groepen.......................................29
H8: conformisme............................................................................................... 29
Normatief conformisme:................................................................................. 30
Conformisme en sociale goedkeuring:...........................................................31
Normatief conformisme weerstaan:...............................................................31
Conformisme uitlokken:................................................................................. 32
, H9: GROEPSPROCESSEN: invloed in sociale groepen.....................................32
Leiderschap in groepen:................................................................................. 38
KENNISCLIPS week 3:........................................................................................ 38
Groepsontwikkeling:....................................................................................... 40
Levine’s model van groepsontwikkeling:........................................................41
Procesverliezen in groepen:........................................................................... 41
Roos van Leary:.............................................................................................. 42
Situationeel leiderschap:................................................................................ 43
HOORCOLLEGES:............................................................................................... 44
Week 1:.......................................................................................................... 44
Hoorcollege week 2:.......................................................................................... 47
Hoorcollege week 3:.......................................................................................... 52
Hoorcollege 4:................................................................................................ 54
Week 1: attitudes en denkfouten
H11: sociale psychologie
Sociale rollen:
Situationisme = de externe omgeving , of de gedragsmatige context,
beïnvloedt onze gedachten, gevoelens en gedragingen op een subtiele, maar
krachtige manier.
BIJV: Piet is een rustige autobestuurder. Op een dag bevindt hij zich in een drukke
en chaotische verkeerssituatie, waarbij anderen agressief gedrag vertonen. Piet
raakt geïrriteerd, maar aangestoken door dit gedrag en begint met zo ongeduldig
te toeteren.
Dispositionalisme = de neiging gedrag aan interne factoren toe te schrijven
(genen persoonlijkheidstrekken en karaktereigenschappen)
BIJV: Roos heeft iemand in haar klas die vaak te laat komt. In plaats van dit te
koppelen aan vertraagde treinen koppelt zij zich dit aan chaotisch gedrag van
haar mede student.
Sociale rol = sociaal gedefinieerd gedragspatroon dat mensen in bepaalde
situaties/groepen dienen te vertonen
- Gebaseerd op: belangstellende zaken, vaardigheden/doelen OF opgelegd
door groep/culturele, economische/biologische omstandigheden waarop je
geen invloed hebt.
- Leef-en fungeeromstandigheden > rollen die je kunt kiezen
o De ene rol kan de andere uitsluiten
o Binnen ‘rol’: andere aspecten
BIJV: als student zit je in de bibliotheek te studeren en op donderdag ga je zuipen.
Sociale normen = de attitudes en gedragingen die een groep passend vindt
voor zijn eigen leden
BIJV: in de les > niet praten
- Grote invloeden op gesprekken
- Overtreden > erachter komen of deze norm er is
, - Aanpassingsperiode:
o Opletten op de uniformiteit (eenheid/gelijksoortigheid)
o Opletten op de frequentie van gedragingen
o Negatieve consequenties van een overtreding
BIJV: Willemijn gaat naar een nieuwe middelbare school en komt aan met een
rugzak. Alle meiden in haar klas kijken haar raar aan, aangezien het juist hip is
een schoudertas te hebben. Een week later koopt Willemijn er ook één en voelt
ze meer aansluiting.
Schema’s in deze context = verwachtingen die niet worden nagedaan > irritatie
Scripts in deze context = schema van gebeurtenissen niet nagedaan > irritatie
BIJV: vanwege haar geloof bidt Lina altijd voor het eten met het gehele gezin (een
sociale norm). Wanneer zij dit op een dag niet meer doet zorgt dit voor irritatie bij
haar ouders. De verwachtingen en vervolgens het script (bidden > eten > etc.)
wordt niet meer nageleefd.
Groepsdenken:
Groepsdenken = de term voor de gebrekkige oordelen en slechte beslissingen
die door groepsleden worden genomen en die in sterke mate door veronderstelde
groepsconcesus/door het standpunt van de leider worden beïnvloed
- Omstandigheden die beïnvloeden:
o Directief leiderschap
o Sterke cohesie in een groep
o Gebrek aan normen waarin een zorgvuldige procedure is vastgelegd
o Homogeniteit van de sociale achtergrond & ideologie
o Sterke druk als gevolg van externe dreiging
Cohesie = term die refereert aan solidariteit, loyaliteit en een groepsgevoel
BIJV: in het Amerikaanse leger hing er een sterke sociale cohesie, gezien ze
allemaal één gemeenschappelijk doel hadden. Dit zorgde ervoor dat ze voor
elkaar wilden sterven.
Gehoorzaamheid aan autoriteit:
- Mensen zijn gehoorzaam aan autoriteit door:
o autoritair persoonlijkheid
o verantwoordelijk houdt voor ontstaan van fascistische groepsmentaliteit.
Fundamentele attributiefout = een neiging dat we minder goed begrijpen in
hoeverre sociale situaties een verklaring bieden voor bepaald gedrag.
BIJV: Lena had een afspraak met Nina. Lena komt te laat en Nina verwacht dat
Lena weer te lang had gedaan over haar make up, in plaats van erover na te
denken of ze misschien vast zat in het verkeer. Nina koppelde haar gedrag dus
aan persoonlijkheid ipv sociale situaties.
Persoon – situatie – interactie = een interactie tussen Dispositionele
neigingen en situationele krachten die het uiteindelijke gedrag vormen wat we
waarnemen en willen begrijpen.
BIJV: Anna en Ben zijn goede vrienden. Anna is erg extravert en Ben is meer
introvert. Op een feestje is Anna met veel verschillende mensen aan het praten
en Ben wat minder. De dag daarna zijn ze in een kleiner groepje aan het
samenwerken. Ben neemt ineens wat persoonlijke kenmerken over van Anna en
stelt zich extravert op. Dit laat zien dat persoonlijkheid, situatie en interactie
direct van invloed zijn op gedrag.
Gewone mensen SNELLER geïndoctrineerd onder omstandigheden zoals:
- Doordringen van een ideologie die bepaalde acties/denkwijzen
rechtvaardigt
, - Triviaal schijnende, maar schadelijke handeling laten verrichten >
geleidelijk aanzetten tot schadelijkere handelingen
- Leider: begin meelevend > geleidelijk dictatorialer
- Mensen vage en steeds veranderende regels geven
- Handelende figuren en handelingen van een nieuw etiket voorzien >
ideologie legitimeren
- Mensen sociale voorbeelden van volgzaamheid geven
- Toestaan dat een afwijkende mening verbaal wordt geuit > alleen als
mensen bevelen blijven opvolgen
- Dehumanisatie van slachtoffer stimuleren
- Verantwoordelijkheid spreiden
- Moeilijk maken zich aan situatie onttrekken.
Kwaad van inactiviteit:
Omstandereffect: Hoe groter het aantal omstanders dat getuige is van een
noodgeval, hoe kleiner de kans dat een van hen het slachtoffer te hulp schiet.
- Diffusie van verantwoordelijkheid: een verstrooiing van de plicht van ieder
individu om te helpen/persoonlijk betrokken te raken.
- Conformisme: als mensen niet weten wat ze moeten doen > baseren het
op ‘cues’ van anderen.
- Anonimiteit: Als mensen weten dat ze niet anoniem zijn > reputatie op spel
> grijpen vaker in
- Aangepakt worden door: Training + educatie omtrent ingrijpen in
noodsituaties.
BIJV: Een man valt flauw op straat. Roos ziet dit, maar ziet ook dat er 40 andere
mensen in de straat lopen. Ze aarzelt even om stil te staan, maar gaat er dan
vanuit dat iemand anders wel helpt.
BELONINGSTHEORIE
- Ons oordeel over anderen berust op gedrag + interpretatie van hun
handelingen binnen een sociale context
- Interpersoonlijke aantrekkingskracht = iets terug geven op basis van
een aantrekking naar mensen die ons iets geven
Beloningstheorie van aantrekkingskracht = onderdeel van de theorie over
sociaal leren: de mensen die we het aardigst vinden, zijn de mensen die ons een
maximale beloning geven tegen minimale kosten.
BIJV:
- Uitwisseling van voordelen: geld/materie/seks/goedkeuring/emotionele
steun.
- 4 belonende factoren die duidelijke voorspellers van aantrekkingskracht
kunnen zijn:
Nabijheid:
Principe van nabijheid = de notie dat mensen vooral vriendschap zullen
sluiten met anderen in hun nabije omgeving, met wie ze het meeste contact
hebben
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninavthoff. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.