100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Architectuur in Context b (architectuurgeschiedenis) $11.20
Add to cart

Summary

Samenvatting Architectuur in Context b (architectuurgeschiedenis)

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een volledige samenvatting van alle 11 de hoofdstukken van het lesonderdeel architectuur geschiedenis, aangevuld met de leerstof van het handboek!

Preview 4 out of 129  pages

  • November 14, 2024
  • 129
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
lOM oARcP SD| 21 13 898 5




GESCHIEDENIS VAN DE ARCHITECTUUR
H1: HET ARCHITECTUURDISCOURS OP HET EINDE VAN DE 19e EEUW
IN WELKE STIJL MOETEN WE BOUWEN?

DRIE OMWENTELINGEN IN DE 19e EEUW  3 gelijktijdige revoluties
 Politieke recolutie: (Eind 18e eeuw: Franse Revolutie, kantelmoment in de geschiedenis)
 einde van het Ancien Regime en vorstelijke absolutie
 republieken op basis van volkssoevereiniteit en nationaliteit (na 1830)
 opkomst van een nieuwe sociale klasse: de liberale burgerij of bourgeoisie (bankieren, militairen,
industriëlen, …)
 macht gebaseerd op kapitaal niet meer op afstamming en grondbezit
 overheersend politiek idee: economisch liberalisme
 keerzijde: gebrek aan regularisering  kinderarbeid, tol, cholera-epandemieën (1860)
 Industriële revolutie:
 Uitvindingen: de stoommachine, machines, fabrieken, massaproductie
 Mechanisering en verschaling productieprocessen en industrie
 snelle verstedelijking, plattelandsvlucht
 gezondheidzorg en voedselkwaliteit verbeterd
 moderniteit (spoorwegen)
 centraal thema arch: sanering steden en juiste inplanting wonen en werken
 sociale-culturele revolutie:
 verlichting, secularisering
 verwetenschappelijking van wereld  algemeen positivisme en materialisme (natuur herleiden tot
kenbare natuurwetten)
 objectivering wereld  romantiek, zoeken naar identiteit
 centraal thema kunst: persoonlijke of nationale geschiedenis
 Fenomeen van de moderniteit als
gevolg van de industriële revolutie zullen termen als individualisering, rationalisering, verstedelijking en
industrialisering sterk hun intrede nemen. Met als gevolg dat de maatschappij een ware transformatie
ondergaat op alle vlakken (sociaal, economisch entechnologisch). Het lokale, familiale en traditionele gaan
verloren ten koste van een snelveranderende maatschappij.
 Snelle revolutie (paar maanden)  2 gelijktijdig gevoelens, 2 metaforen
 Opwinding, optimisme, fascinatie, vooruitgangsgeloof: wereldtentoonstelling
 Nostalgie, angst: private burgerlijk interieur

DE WERELDTENTOONSTELLINGEN VAN LONDEN (1851) EN PARIJS (1889)
 Spektakel, vermaak, onderricht
 Vooruitgang in zijn meest spectaculaire gedaante tonen
 Celebratie van ‘beschaving’ en menselijk vernuft
 Doel: economische, politieke en technische suprematie van West-Europese landen tonen aan de wereld
 Vooral Frankrijk en Engeland
 Concurrentie tussen industriële naties (niet oorlog op slagveld maar met arch)
 Slagveld van consumptie en techniek
 Grote machines en ontdekkingen getoond (stoomlocomotief, bouillonblokje)
 Publiek wordt wereldreiziger
 Veilige ontdekkingstocht, mensen blijven binnen hun dorp, wereld komt naar hun toe


1

, lOMoAR cP SD| 21 13 8 98 5




 Fascinatie voor het exotische
 Koloniale macht wordt getoond




Chrystal Palace (Paxton) in London Hall des Machines in Parijs

HET BURGERLIJK INTERIEUR ALS NOSTALGISCH, PRIVAAT
MUSEUM
 Veilig baken in snel veranderende wereld: nostalgisch, privaat museum
 Beschermende en representatieve cocon voor het individu
 Persoonlijke ervaringen en emotionele associaties: reizen, voorouders, bijzondere momenten
 Interieur is een persoonlijk museum met eigen verleden (nostalgie) als ontsnapping aan moderne
wereld (escapisme)
 Tegelijk ook venster op de wereld
 Exotische objecten, olifanten tanden, palmbomen, oosterse gravures
 Cultluur filosoof Walter Benjamin ‘Parijs, hoofdstad van de 19e eeuw’
 “In zijn interieur verzamelt hij het verre en het verleden. Zijn salon is een loge in het wereldtheater.
(…) de van de realiteit vervreemde mens creëert een eigen wereld in zijn huis.”




persoonlijk interieur

NIEUWE CONDITIES = NIEUWE OPDRACHTGEVERS EN PROGRAMMA’S
 Nieuwe sociaal economische context  nieuwe opdrachtgevers (haute Bourgeoisie) en bouwopgaven
 Industrie en Transport:
 Trienen, hotels, flexibele fabrieken, montagehallen (met veel ruimte en licht)
 Onderzoek naar hoe grote ruimtes bouwen en overspannen met verluchting en daglichttoetreding


2

, lOMoAR cP SD| 21 13 8 98 5




 Toerisme:
 Toenemende mobiliteit
 Behoeften aan stations, bruggen infrastructuurwerken en luxe hotels
 Nieuwe politieke systeem
 Nieuw type regeringsgebouwen: parlementsgebouwen en presidentiële paleizen
 Opkomst van de gecentraliseerde natie-staat:
 Duits keizerrijk met parlement
 Burgerlijke cultuur en consumptie:
 Opera, theater, musea
 Worden netwerken gesmeed, reputaties onderhouden, relaties aangegaan
 Hygiëne en disciplinering :
 Geneeskunde, ziekenhuizen, wetenschap, sanatoria, kuuroorden, gevangenissen, scholen
 Bouwtechnische evolutie en nieuwe materialen:
 Gietijzer, staal, vlak glas, beton
 Hoe ontwerpen met nieuwe materialen? Bv: stations, groot ziekenhuis,…

NIEUWE CONDITIES: WELKE ARCHITECTUUR?
 Centraal concept 19e-eeuwse bouwkunst: ‘stijl’ (=een set homogene vormelijke eigenschappen als
uitdrukking van bepaald tijdperk)
 Geen duidelijke artistieke of architecturale vertaling voor enorme vooruitgang 19 e eeuw
 Heinrich Hübsch: ‘In werchem Style sollen wir bauen?’
 (in welke stijl moet er gebouwd worden)
 Formuleerde de vraag voor het eerst in ondubbelzinnige termen
 Uitgangspunt: genoeg redenen om overheersende neo-
classisisme ongeschikkt te verklaren als referentie
 Onderzoek naar klassieke oudhied, beeld hiervan moet worden
aangepast, zit ook vol tegenstreidigheden
 Ontstaan van relativerend besef van vorige kunstperiodes, zijn
allemaal everveel waard
 Elke periode in verleden kan als referentiepunt dienen
 Hünsch baseert op romaanse bouwprincipes: rundbogenstil
 Poging om bouwstijl te ontwikkelen die bij jonge duitse natie
past
 Zette deuren open voor historisme en electicisme door arch
vormen te koppelen aan ideologie en nationale identiteit
 Verschillende houdingen in de 19e eeuw, afhankelijk van de blik
In werchem style sollen wir bauen (Heinrich Hübsch)
gericht op:
 Histir(ic)isme en eclecticisme (=mix van stijlen, welke vroegere
stijl past het beste bij het project)
 Exotisme
 Arts & Crafts Movement (Engeland)
 Modernisme
 Dominantie van de Ecole des Beaux-Arts binnen architectuur
 Westerse mens heeft zicht op alles en toegang tot veel kennis  welke houding nemen we aan?

DE BEAUX-ARTS TRADITIE IN DE ARCHITECTUUR
• Binnen architectuur spanning tussen modernisering en nostalgie
• Door Ecole des Beaux-Arts vast model voor arch onderwijs en grote gebouwen sinds 17 e eeuw 
nog steeds zeer invloedrijk in 20e eeuw, ook in USA en kolonies
 2 typerende kenmerken Ecole des Beaux-Arts
 Kunsthistorische & archeologische benadering van de architectuur
• Antieke (=klassieke oudheid  Romeinen en Grieken herontdekking) bouwkunst (kunst en


3

, lOMoAR cP SD| 21 13 8 98 5




cultuur) als referentiepunt, enkel deze is waardig
• Deze tijdsperiode voortdurend heractualiseren
• Opleiding is verweven van grondige kennis van principes en vormentaal via opmeten, kopiëren,
reproduceren en toepassen in ontwerpen publieke gebouwen
 Ontwerp = academisch oefening in compositie
 Grote monumentale, abstracte opgaves voor publieke gebouwen
 Ontwerp op plan, dan obstract ruimtelijk schema zonder rekening te
houden met concrete context
 Principe van de ‘compositie’ (=bij elkaar brengen van vormen en ruimtes
via symmetrieassen)
 Doel: het functionele te overstijgen door programma een grote arch
waarheid te geven
 Bv: Opera van Parijs (Charles Garnier 1857-1874), Penn Station in New York
(McKim, Mead and White 1910-afgebroken 1963)
 Programma gecombineerd met monumentaliteit en representativiteit
 Helder leesbaar plan, duidelijke structuur
 Spelen niet in op site
 Garnier’s opera refereert naar barok paleis
• axialiteit (lange en korte as)
• symmetrie & hiërarchie Charles Garnier, Opera, Parijs

• Opera zelf is kleine ovaal in midden, rest (70%) is circulatie
• Gericht om mensen te ontmoeten, zien en gezien worden
 Penn Station refereert naar grote thermencomplexen uit Romeinse
tijd
• axialiteit, symmetrie & hiërarchie
• Grote centrale wacht- en vertrekhal  ontmoetingsplaats
• Mensen wachten hier op trein  perrons stonken en vervuilend
• Centrale ruimte belangrijkste, rest circulatie
 Beide plannen belangrijkste ruimte en circulatie duidelijk
 19e eeuwse architectuur vaak zeer functioneel
 ‘prix de Rome’
 Prijs voor beste student (primus inter pares)
 Mogen 2 jaar in Rome studeren na zijn studies McKim, Mead and White, Penn
 Ruïnes bestuderen, geschiedenis leren Station, NY

 Deze kans gold als HET toegangsticket tot overheidsopdrachten 
succes




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elenabussels. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.20
  • (0)
Add to cart
Added