Samenvatting Mondiale Rechtvaardigheid – H1, H2 en H3
Samenvatting Mondiale Rechtvaardigheid – Hoofdstuk 1
Wat is rechtvaardigheid?
Een van de oudste en felst bediscussieerde vragen.
Van Plato tot Hobbos en van Aristoteles tot Hegel hebben bijna alle grote filosofen zich over dit
thema gebogen.
Nog steeds een fel debat over de precieze betekenis van dit begrip; want wat bedoelen mensen
als ze roepen dat het onrechtvaardig is dat miljoenen kinderen in extreme armoede leven of als
ze zeggen dat een moeder rechtvaardig handelt wanneer ze voor haar hongerige kinderen een
brood steelt?
Definitie van dit begrip is niet zo makkelijk als het lijkt. We komen veel dingen in het dagelijks leven
tegen die onrechtvaardig of rechtvaardig zijn.
We spreken over het onrechtvaardige oordeel van de rechter, het rechtvaardige karakter van
een vriend, het onrechtvaardige beleid van een land etc.
Volgens Aristoteles kunnen we in algemene zin degelijk iets afleiden over wat rechtvaardigheid
is en welke verschillende vormen van rechtvaardigheid er bestaan.
De vraag is dan wat die algemene zin is en in hoeverre rechtvaardigheid verschilt van andere leidende
ideeën in het denken over mondiale rechtvaardigheid, zoals ‘medemenselijkheid’.
In dit hoofdstuk staat de betekenis van rechtvaardigheid centraal:
1. Wat is de algemene betekenis van rechtvaardigheid?
2. Welke bijzondere vormen van rechtvaardigheid zijn er?
3. Hoe verhoudt rechtvaardigheid zich tot medemenselijkheid?
Alledaagse voorbeelden: verdienste en verdeling
Denken over wat rechtvaardigheid nou echt is, gaat makkelijker door na te denken over voorbeelden.
Deze kunnen best dichtbij ons liggen. Uit die voorbeelden kan duidelijk worden wat mensen
rechtvaardig of onrechtvaardig vinden.
We richten ons nu voornamelijk op de gedachte dat rechtvaardigheid in de dagelijkse praktijk vaak iets
met de juiste verdeling of toedeling van zaken te maken heeft.
Voorbeeld: verdeling verjaardagstaart onder kinderen of verdeling huishoudelijke taken.
Rechtvaardigheid kan ook te maken hebben met het geven aan mensen wat ze verdiend hebben, waar
ze een aanspraak op hebben.
Stel dat een mannelijke leraar zijn vrouwelijke leerlingen stelselmatig voortrekt en een beter
cijfer geeft dan de mannelijke. Over het algemeen vinden we dat niet rechtvaardig.
Beiden worden dan immers niet beoordeeld op basis van hun prestaties.
De meeste mensen vinden een dergelijke praktijk onrechtvaardig op grond van een zeer oude en
bekende definitie van rechtvaardigheid: iedereen moet ‘het zijne’ krijgen (In het Latijn: suum cuique
tribuere). Iedereen moet krijgen waar hij ‘recht’ op heeft, wat hij verdient.
, Stel dat een leerling heel hard voor zijn proefwerk gestudeerd heeft, heeft hij dan werkelijk recht op een
goed cijfer? Mag hij van zijn leraar eisen dat hij een goed cijfer krijgt, ook al wist hij de meeste
antwoorden niet?
Bij het beoordelen van een proefwerk gaat het om het resultaat van de inspanning en niet om
de inspanning zelf. Dus als hij wel een goed cijfer krijgt, ondanks het resultaat, dan zullen velen
dit onrechtvaardig vinden.
Laten we kijken naar het begrijpen van de relativiteitstheorie van Einstein of aan speerwerpen.
Einsteins theorie is moeilijk te begrijpen, niemand heeft er ‘recht’ op om die theorie te begrijpen, ook al
doet hij nog zo zijn best. Olympisch kampioen worden met speerwerpen is maar voor één atleet
weggelegd. Andere atleten die dat doel niet haalden, hebben misschien even goed hun best gedaan.
Toch worden ze niet onrechtvaardig behandeld als ze geen ‘goud’ halen.
Volgens de oude Romeinen betekent rechtvaardigheid dat iedereen het zijne krijgt – dat wil zeggen dat
iedereen krijgt wat hij verdient – maar niet dat iedereen hetzelfde krijgt.
Ander voorbeeld: degene met het winnende lot voor een loterij heeft recht op de prijs, ook al
heeft hij er niets voor gedaan behalve het winnende lot kopen.
Stel meiden en jongens wonen in een dezelfde gebouw om samen de woning te kunnen bekostigen.
Vervolgens is er een regel dat alleen meisjes moeten schoonmaken. In dat geval hebben de jongens
alleen de lusten van het samen bewonen van het huis en de meisjes alleen de lasten.
De meesten van ons zouden die regeling onrechtvaardig vinden omdat zowel de lasten als de
lusten van het samenleven gezamenlijk gedragen moeten worden.
Rechtvaardigheid heeft dus niet alleen te maken met dat ieder het zijne krijgt, maar ook met de
verdeling van lusten en lasten. Bovendien is het onrechtvaardig als je iets wel of niet hoeft te
doen op basis van ongelijke verdeling.
Er zullen situaties voorkomen wanneer een leraar of een school bepaalde groep leerlingen juist zou
mogen voortrekken. Denk aan positieve discriminatie.
Stel dat een school veel leerlingen heeft uit een achterstandswijk. Voor sommige van deze
leerlingen geldt dat de taalbeheersing en het opleidingsniveau van de ouders slecht zijn.
Mag de school bij de waardering van de prestaties van haar leerlingen daar dan rekening mee
houden? Of extra geld uittrekken voor bijscholing van de leerlingen uit deze wijk?
Een zekere vorm van positieve discriminatie kennen we ook in de sport.
Iedereen heeft recht om te proberen Olympisch kampioen speerwerpen te worden, maar dat is moeilijk
voor wie in een rolstoel zit.
Daarom worden er alternatieve Olympische spelen georganiseerd – de zogenoemde Paralympics
– waar in gehandicapten in staat worden gesteld met elkaar te strijden voor een alternatieve
Olympische medaille.
Stel iemand wordt ziek of heeft tentamens en daardoor kan hij/zij het huis niet schoonmaken, dan kan
er afgeweken worden van het feit dat de verdeling qua schoonmaak ongelijk is. Als de een dan bereid is
iets meer te doen en de ander iets minder, dan is dat niet onmiddellijk onrechtvaardig omdat er geen
gelijkheid meer is.
Rechtvaardigheid lijkt dus iets met gelijkheid te maken te hebben, maar niet alle vormen van
ongelijkheid zijn meteen onrechtvaardig.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hhsgebruiker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.